Antwoorden op kamervragen van Ormel over palliatieve sedatie
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
Der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
PG/K-2797073
27 september 2007
Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op de vragen van het Kamerlid Van
der Vlies (SGP) over eiceldonatie door twee donoren (2060724310).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht dat een vrouw van 50 zwanger is
geworden van twee donoren uit de Verenigde Staten?1) Zo ja, wat is uw
oordeel over dergelijke situatie?
Antwoord 1
Ja. Mijn oordeel volgt uit de beantwoording van de overige vragen.
Vraag 2
In hoeverre is het in Nederland toegestaan om zwanger te zijn van twee
donoren? Welke beperkingen gelden hiervoor?
Antwoord 2
In het krantenartikel ging het om een situatie waarin zowel een eicel
als een zaadcel gedoneerd werden. Aangezien er sprake was van
eiceldonatie, zal het embryo middels ivf tot stand zijn gebracht. De
Embryowet stelt in de artikelen 5, 6 en 8 voorwaarden voor donatie van
geslachtscellen en van embryo's. Voorts dienen op grond van de Wet
donorgegevens kunstmatige bevruchting beide donoren geregistreerd te
worden in de donorregistratie kunstmatige bevruchting. De donoren zijn
daarmee niet volledig anoniem.
Vraag 3
Vindt u dat de Nederlandse wet voldoende waarborgen biedt tegen
donatie van ei- en zaadcellen door anonieme donoren uit het
buitenland?
Antwoord 3
De Nederlandse wet verbiedt vrouwen niet om zich te laten behandelen
in een ander land waarbij zij gebruik maken van anoniem gedoneerde
geslachtscellen. De Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting verbiedt
wel dat behandelingen met anoniem gedoneerde ei- en zaadcellen in
Nederland plaatsvinden, ongeacht waar het gedoneerde materiaal vandaan
komt. Deze wet is op nationaal niveau voldoende waarborg tegen
anonieme donoren uit het buitenland. Anonieme donatie in andere landen
kan niet worden voorkomen door middel van nationale regelgeving.
Vraag 4
Zijn er mogelijkheden om elke vorm van anonimiteit bij donatie van
dergelijke cellen te voorkomen, ook als er sprake is van buitenlandse
donatie?
Antwoord 4
Op nationaal niveau is er geen mogelijkheid om in het buitenland
uitgevoerde behandelingen met anoniem gedoneerde cellen te voorkomen.
Dit kan enkel worden voorkomen door afspraken op internationaal
niveau. Internationale afspraken hierover zijn niet aan de orde. De
verschillen in regelgeving en opvattingen over donatie zijn
internationaal daarvoor te groot.
Vraag 5
In hoeverre is de maximale leeftijdsgrens van 45 jaar voor het
ontvangen van een eicel in Nederland een vaste grens? Is er alleen
sprake van een richtlijn die bij nieuwe medische inzichten aan de kant
gezet kan worden of is deze grens ook verankerd in bijvoorbeeld een
ministeriële regeling?
Antwoord 5
Op grond van artikel 2 van de Embryowet dienen instellingen waar
buiten het menselijk lichaam embryo's tot stand worden gebracht, een
protocol te hebben betreffende handelingen met geslachtscellen en
embryo's. Instellingen geven hun protocol vorm overeenkomstig het
modelreglement bij de Embryowet dat daarvoor als hulpmiddel aan de
instellingen ter beschikking is gesteld. Dit modelreglement stelt een
leeftijdsgrens van 45 jaar voor de ontvanger van een eicel. Deze grens
wordt breed gedragen door de beroepsgroep. Er is op dit moment geen
noodzaak deze grens op een andere wijze te verankeren.
Vraag 6
Bent u voornemens in het belang van het kind maatregelen te nemen
indien er besloten zou worden dat donatie ook mogelijk moet zijn boven
de leeftijd van 45 jaar?
Antwoord 6
Ik onderschrijf dat het belang van het kind een relevante factor is,
indien de leeftijdskwestie zou spelen. Bij mij zijn echter geen
signalen bekend dat er een gedragen wens zou leven de leeftijd van 45
jaar te verhogen. Ik acht op dit moment maatregelen dan ook niet aan
de orde.
1) Nederlands Dagblad, 28 augustus 2007