ChristenUnie
Bijdrage debat vervanging no-claim teruggave
woensdag 26 september 2007 10:23
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Voorzitter. De ChristenUnie-fractie is blij dat de
no-claimteruggaveregeling per 1 januari volgend jaar wordt afgeschaft.
Deze regeling is zeer onrechtvaardig, omdat zij nadelig uitwerkt voor
chronisch zieken en gehandicapten, die er wel aan meebetalen maar
nooit geld kunnen terugkrijgen, omdat zij niet in staat zijn invloed
uit te oefenen op de mate waarin zij gebruikmaken van de zorg. Om die
reden heeft de ChristenUnie-fractie zich altijd fel tegen de
no-claimteruggaveregeling verzet. Dit betekent niet dat mijn fractie
per definitie iedere vorm van eigen betaling afwijst. Wij zijn ons
bewust van de blijvende noodzaak om de groei van de zorguitgaven te
beteugelen en daartoe de nodige prikkels in te bouwen. Ook erkennen
wij dat burgers een eigen verantwoordelijk hebben in het dragen van de
zorgkosten en vinden wij het noodzakelijk om onterecht en onnodig
gebruik van zorgvoorzieningen af te remmen. Het systeem van een
verplicht eigen risico kan in beginsel een grotere bijdrage leveren
aan deze doelstelling dan de no-claimteruggaveregeling, omdat een
negatieve prikkel vooraf een groter remmend effect heeft dan een
positieve prikkel achteraf. Een verplicht eigen risico is echter
alleen aanvaardbaar wanneer recht wordt gedaan aan de bijzondere
positie van chronisch zieken en gehandicapten. Het is daarom goed dat
in het wetsvoorstel voor deze groep een compensatieregeling is
opgenomen. Zo is het ook in het coalitieakkoord afgesproken.
Wij kunnen ons daarom in beginsel vinden in het voorstel om de
no-claimteruggaveregeling te vervangen door een verplicht eigen
risico. Wel hebben wij grote moeite met de manier waarop de invoering
van het verplicht eigen risico in dit wetsvoorstel wordt uitgewerkt.
Wij doelen op de afbakening van de doelgroep en de wijze waarop de
compensatieregeling wordt uitgevoerd.
Mevrouw Kant (SP):
U schetst dat in het regeerakkoord staat dat chronisch zieken
gecompenseerd worden. Maar dat staat er niet, hè?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik ken de letterlijke tekst van het coalitieakkoord. De achtergrond en
de bedoeling van de ChristenUnie met die passage is om de ongelijkheid
ten opzichte van chronisch zieken en gehandicapten bij de
no-claimregeling recht te trekken. Wij willen dat zij gelijk behandeld
worden. Of dit nu via een compensatie gebeurt of via een uitzondering,
of hoe het ook in het coalitieakkoord staat, het gaat ons erom dat
chronisch zieken en gehandicapten gelijk behandeld worden.
Mevrouw Kant (SP):
Dit lijkt mij wel een heel vrije interpretatie. In het regeerakkoord
staat inderdaad dat chronisch zieken worden uitgezonderd. Dat is in de
Nederlandse taal toch echt iets anders dan gecompenseerd worden. Dat
wil ik even rechtzetten in uw betoog.
Mijn vraag gaat over de manier waarop dit gebeurt. U hebt daar zelf
ook kritiek op. Eigenlijk heeft bijna iedereen daar kritiek op, tenzij
je geen uizondering wilt maken. Vindt u dat het voorwaardelijk moet
zijn? Vindt u dat er geen eigen risico moet komen als de oplossing
voor die groep niet adequaat is? Vindt u dat een eigen risico
voorwaardelijk moet zijn en dat er geen eigen risico moet komen als de
oplossing voor deze groep niet adequaat is?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik besef dat de uitkomst van vandaag niet het beste eindresultaat is.
Ik wil echter dat de no-claimregeling per 1 januari afgeschaft wordt
en dat wij in ieder geval met een goede tussenoplossing komen. Op
langere termijn moet er een goede regeling komen waarin ook andere
dingen zijn meegenomen.
Het gaat ons primair om de gelijke behandeling van chronisch zieken en
gehandicapten. Wat is de beste weg om dit mogelijk te maken, een
compensatie of een uitzondering? Als een compensatie veel beter te
regelen valt dan een uitzondering, is dit een goed gekozen weg. Het
gaat om een gelijke behandeling van chronisch zieken en gehandicapten.
Mevrouw Kant (SP):
Een uitzondering is heel eenvoudig, want je vraagt de huisarts, net
als bij de zelfzorgmiddelen, aan de verzekeraar aan te geven welke
patiënten in zijn praktijk chronisch ziek zijn. Simpeler kan het niet.
Ik maak uit de woorden van mevrouw Wiegman op dat het dus niet een
voorwaarde is dat dit op de best mogelijke en een fatsoenlijke manier
geregeld is, alvorens het eigen risico ingaat. Zij heeft het nu immers
al over tussenoplossingen. Ik zou gelijk willen gaan voor de beste
oplossing en geen broddelwerk willen leveren.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik zou ook het liefst vandaag tot de beste oplossing willen komen. Wij
hebben de afgelopen maanden nagedacht over een wenselijke uitkomst en
de mogelijkheden op korte termijn. Dat blijkt lastig. Als wij vandaag
tot een aanvaardbare tussenoplossing, een overgangsmaatregel, kunnen
komen en op termijn tot een echt goed resultaat, ben ik voorlopig
tevreden. De no-claimregeling moet in ieder geval per 1 januari
afgeschaft worden.
Mevrouw Kant (SP):
Mevrouw Wiegman zegt dat zij meer tijd nodig heeft, omdat de oplossing
meer tijd vergt.
Nee, het denken vergt tijd. Het denken gaat nu al heel lang door en
heeft tot nu toe niet tot een oplossing geleid. Als wij het nu niet
kunnen bedenken, waarom zou mevrouw Wiegman het volgend jaar dan wel
kunnen bedenken?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Om die richting aan te geven heb ik dus het vervolg van mijn betoog
nodig.
Mevrouw Agema (PVV):
Mevrouw Wiegman zegt stellig dat de prikkeling die van het eigen
risico uitgaat groter is dan die van de no-claim. Heeft zij daar
sluitend bewijs voor? Want in de stukken wordt het mondjesmaat
aangeven, alleen een denkrichting, beetje opgeschroefd hier en daar.
Als die prikkeling wordt vergroot, welke mensen zullen dan minder zorg
vragen? Is dat die man met pijn op de borst? Welke mensen zullen
minder zorg vragen?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik heb geprobeerd mij heel zorgvuldig uit te drukken. Ik zei: in
beginsel. Ik was haast filosofisch aan het redeneren. Naar ik meen
doen wij dat vandaag allemaal, want ook mevrouw Agema is met allerlei
voorbeelden gekomen hoe zij zich kan voorstellen dat zaken kunnen
uitwerken, waarover ik dan weer anders denk. Ik kan mij niet
voorstellen dat mensen zich terughoudend opstellen ten aanzien van het
gebruik van zorg op het moment dat zij pijn op de borst hebben, of als
zij ergens een knobbeltje constateren. Voor heel veel mensen geldt:
mijn gezondheid is goud waard en als het nodig is zoek ik de juiste
zorg.
Waar het ons veel meer om gaat, is dat mensen zich meer bewust worden
van de kosten van de zorg, dat die kosten inzichtelijk worden en dat
mensen daarmee bezig zijn. Het remmende effect kan verder uitgezocht
worden: wat zijn de juiste prikkels, wat voor drempels zijn nodig
willen die echt goed werken? Daarom spreek ik over: in beginsel. In
beginsel lijkt mij dat zo'n verplicht eigen risico een beter effect
heeft dan een no-claim achteraf.
Mevrouw Agema (PVV):
Dus in beginsel hangt u uw hele betoog op aan het feit dat u voor de
invoering van het eigen risico bent, omdat u denkt -- u kunt het niet
bewijzen en nergens op baseren -- dat er een grotere prikkel van zou
uitgaan. Door die prikkel zouden minder mensen naar een specialist
gaan, maar de mensen die werkelijk ergens last van hebben, zouden nog
altijd naar de specialist gaan. Hoe naïef bent u?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik ben niet naïef, maar ik ben er ook niet voor om mensen te
weerhouden om zorg te zoeken als zij zorg nodig hebben. Dat wil ik
even duidelijk stellen. Maar het lijkt mij goed om het
kostenbewustzijn op een of andere manier onder de aandacht bij mensen
te brengen.
Ik ben principieel geen tegenstander van een vorm van eigen betaling.
Ik denk dat vanmiddag de wegen vrij snel uiteengaan als je daarvan
geen tegenstander bent. Als je daarvan een voorstander bent, benader
je het heel anders dan als je bij voorbaat zegt: ik wil er niet aan,
ik zie er niets in. Ik geef aan dat ik er wel wat in zie. Ik zie in
dat het in beginsel positieve effecten kan hebben en ik ben er een
groot voorstander van om het kostenbewustzijn bij mensen onder de
aandacht te brengen.
Mevrouw Agema (PVV):
Ik zie dat de solidariteit bij de fractie van de ChristenUnie ver te
zoeken is; een begrip waarmee zij zich altijd graag profileert.
Mevrouw Wiegman is dus voor een regeling die zij niet kan onderbouwen
en waarvan zij geen enkele wetenschap heeft of die de prikkel
daadwerkelijk vermindert. Zij zegt gewoon: alle zieke mensen in dit
land gaan betalen. Dat is het gezicht van de ChristenUnie.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Uw conclusie deel ik absoluut niet. Ik ben juist nadrukkelijk mijn
betoog begonnen met aan te geven waarom wij zo graag willen dat die
no-claim teruggaveregeling wordt afgeschaft, juist vanwege dat
solidaire principe en vanwege het feit dat chronisch zieken en
gehandicapten door die regeling bij voorbaat op achterstand worden
gezet. Wij willen graag een gelijke behandeling.
In het wetsvoorstel wordt voor de afbakening van de te compenseren
groep gebruikgemaakt van de FKG's, farmaceutische kostengroepen. Dat
betekent dat alleen medicijngrootverbruikers in aanmerking zullen
komen voor compensatie. Veel gehandicapten die gebruikmaken van
hulpmiddelen, vallen daardoor buiten de boot. Ook mensen die vanwege
verschillende aandoeningen langdurig zijn aangewezen op
medicijngebruik, komen in deze constructie niet in aanmerking voor
compensatie. Dat is voor de leden van de ChristenUnie-fractie
onacceptabel. Het kan niet zo zijn dat mensen die jaar in jaar uit met
hoge zorgkosten worden geconfronteerd, niet in aanmerking komen voor
compensatie omdat deze kosten niet worden veroorzaakt door
medicijngebruik, maar door andere vormen van zorg.
Dat kan op geen enkele manier worden gerechtvaardigd, zoals ook de
Raad van State constateert. Bovendien is het in strijd met de
afspraken in het coalitieakkoord waarin nadrukkelijk wordt gesproken
van een uitzonderingspositie voor de hele groep chronisch zieken en
gehandicapten. Daarnaast moeten chronisch zieken en gehandicapten die
voor compensatie in aanmerking komen ervan uit kunnen gaan dat zij
deze compensatie ook daadwerkelijk ontvangen. Ook op dat punt bestaan
er zorgen bij mijn fractie. Vanwege capaciteitsgebrek bij de
Belastingdienst wordt de uitvoering van de compensatieregeling bij het
CAK neergelegd. Mijn fractie is er niet gelukkig mee dat de uitvoering
van de zorgtoeslag en de uitvoering van de compensatieregeling voor
het verplichte eigen risico bij twee verschillende instanties wordt
ondergebracht. Mijn fractie is van mening dat verzekerden zo min
mogelijk met verschillende geldstromen zouden moeten worden
geconfronteerd. Maar ook als het slechts een overgangsmaatregel zou
zijn om de Belastingdienst tijdelijk te ontlasten, betekent dit dat
het CAK de organisatie daar wel helemaal op moet inrichten. Mijn
fractie twijfelt daarbij niet zozeer aan de mogelijkheden van het CAK
om de compensatieregeling uit te voeren, maar voorziet daarbij wel een
aantal problemen, die overigens ook door het CAK zelf worden
gesignaleerd. Zo verwacht het CAK bijvoorbeeld moeilijk uit de voeten
te kunnen met het afbakeningscriterium bij de behandeling van de te
verwachten toestroom van bezwaarschriften. Ook is er vanwege
privacyregelgeving maar beperkt gegevensverkeer mogelijk tussen
zorgverzekeraars en het CAK.
Om deze redenen voelt mijn fractie dan ook veel voor de insteek van
compensatie via de TBU. Hiermee worden een aantal belangrijke
knelpunten in het wetsvoorstel opgelost. De hele doelgroep kan worden
bereikt. De doelgroep krijgt meer financiële zekerheid. De
compensatiemaatregel wordt inkomensafhankelijk. Daarbij wil ik
benadrukken dat het gaat om een overgangsmaatregel voor het komende
jaar. Daarna moet worden bezien of de compensatiemaatregel definitief
in de TBU wordt ondergebracht of dat de afbakeningssystematiek van het
wetsvoorstel tegen die tijd zo ver is verfijnd, dat de hele doelgroep
kan worden bereikt.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Ik heb begrepen dat die hele regeling buitengewone uitgaven en de TBU
in 2009 niet meer bestaan als het aan het kabinet ligt. Dat moet
allemaal door de gemeenten worden uitgevoerd. Begrijp ik goed dat de
consequentie van het voorstel van mevrouw Wiegman is dat de definitie
van de groep chronisch zieken en gehandicapten die in aanmerking komen
voor de compensatieregeling van EUR47 per jaar wordt ontleend aan de
buitengewoneuitgavenaftrek die op dit moment geldt? Of wordt
doorgegaan met de 18 farmacologische kostengroepen waar de minister
zich op oriënteert? Hoe zit dat?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Over die FKG's heb ik mij duidelijk uitgelaten. Dat lijkt mij geen
goede manier om de doelgroepen af te bakenen. Op mijn voorstel over de
buitengewone uitgaven krijg ik graag een reactie van de minister. Het
is een bestaande regeling waaraan dit gekoppeld kan worden, zodat de
zaken bij elkaar horen. De verfijning van het geheel, het op een
andere manier inrichten, is een voortgaand proces. Volgens mij leidt
mijn voorstel tot een beter eindresultaat dan de manier waarop het nu
wordt voorgesteld.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Ik ben nu het spoor compleet bijster. Die regeling waar mevrouw
Wiegman zich zo positief over uitlaat, is in het regeerakkoord al
voorzien van een bezuiniging van 400 mln. De coalitiepartijen hebben
bovendien vastgesteld dat die regeling over de heg gedonderd moet
worden richting gemeenten, omdat het Rijk zogenaamd niet vast kan
stellen wie chronisch ziek en gehandicapt is. Vorige week is daar nota
bene door de coalitiepartijen nog een bezuiniging van 250 mln. bovenop
gegooid. Kortom, die regeling die zo goed zou zijn dat het een
vervanging is voor de 18 farmacologische kostengroepen van deze
minister staat aan alle kanten onder druk. Ik vrees met grote vreze
dat wij in 2009 niets meer over hebben op rijksniveau en dat de
gemeenten het met een te klein budget verder maar moeten uitzoeken. Ik
vrees dat het die kant opgaat. Hoe kan in dit debat nu serieus door
een coalitiepartner worden voorgesteld om aan te sluiten bij een
regeling die eigenhandig in drievoud vrijwel om zeep is geholpen. Hoe
kan dat, mevrouw Wiegman? Leg mij dat eens uit.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Dat heb ik gedaan. Ik heb gezegd dat er met die regeling iets gaat
gebeuren in de toekomst. Ik wil in eerste instantie voor deze weg
kiezen in plaats van de weg die door het kabinet wordt voorgesteld. Op
het moment dat ervoor gekozen wordt, met de buitengewone uitgaven
verder aan te slag te gaan, zijn die mogelijkheden er.
En dan is het niet zo dat het willekeurig bij de gemeenten wordt
neergelegd en dat wij onze handen ervan aftrekken. In het amendement
van de heer Omtzigt staat duidelijk hoe de Kamer betrokken blijft bij
het hele traject.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Dit kunt u niet menen, mevrouw Wiegman. Uw partijleider, de heer
Rouvoet, heeft omstandig de kant van de linkse oppositie gekozen
tijdens drie kabinetten-Balkenende tegen de no-claim, vanwege de
gebrekkige, zo niet afwezige, compensatie voor chronisch zieken en
gehandicapten. Dat punt was voor de heer Rouvoet bijna heilig, zou ik
zeggen, en woog zeer zwaar in de afweging van de fractie van de
ChristenUnie. Nu gaat u wellicht akkoord met een wetsvoorstel, waarbij
u een alternatief biedt voor de compensatie van chronisch zieken en
gehandicapten dat werkelijk in elkaar stort voordat u het hier hebt
uitgesproken. Hoe is het mogelijk dat u daarop wilt vertrouwen, met
deze geschiedenis van de heer Rouvoet in het achterhoofd?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik ben iemand anders dan de heer Rouvoet, maar ik hoop dat ik met
evenveel vuur mijn betoog ben begonnen over waarom wij echt absoluut
geen voorstander waren van de no-claim. Natuurlijk waren wij daar het
liefst gisteren al van afgestapt, laat ik dat heel duidelijk stellen.
Vervolgens gaat het om het bedenken van wat je dan wel doet. Deze
minister heeft een voorstel gedaan. Wij hebben allemaal meegedaan in
de schriftelijke vragenronde en hebben daarbij zeer veel haken en ogen
aangereikt. Ik heb mij nog niet door de minister laten overtuigen dat
hij met zijn voorstel wel de goede weg inslaat. Ik doe hier een
voorstel om een andere denkrichting op te gaan. Ik zeg niet dat dit
het is. Ik zie mogelijkheden en ik hoor graag de reactie van de
minister daarop, om op een gegeven moment te kunnen zeggen of dit de
best begaanbare weg is.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Is het dan niet logisch dat u tegen deze minister zegt: hoor eens
beste vriend, eigen risico is leuk en aardig, maar dat kan er alleen
komen als er volstrekte helderheid is over wat dit betekent voor
chronisch zieken en gehandicapten en als het kabinet dat niet
duidelijk kan maken, gaan wij niet akkoord?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik meen dat die volstrekte duidelijkheid er zeker moet komen, maar wat
voor ons nog veel belangrijker is, is dat de no-claim onrechtvaardig
uitpakt voor chronisch zieken en gehandicapten. Want als er één ding
duidelijk is, is dat het wel. Daaraan moet zo snel mogelijk een eind
worden gemaakt. Dat is volstrekt helder. Die weg ernaartoe, hoe je die
doelgroep echt bereikt, is volgens mij zeer belangrijk. Wij moeten dat
zo snel mogelijk zo helder mogelijk krijgen. Ik heb eerlijk gezegd van
u nog niet dé oplossing gehoord hoe die doelgroep goed kan worden
afgebakend en tegemoet kan worden gekomen.
Mevrouw Kant (SP):
Dit is geen manier van redeneren. Wij hebben hier zij aan zij met de
fractie van de ChristenUnie gevochten tegen die no-claim, omdat die
oneerlijk was voor chronisch zieken en gehandicapten. Zij aan zij! Nu
staat u aan de andere kant en nu wordt er gemorreld: wij moeten hen
wel compenseren, maar weten nog niet helemaal hoe. U rept van een
slechte oplossing van de minister en komt zelf met een halfbakken
oplossing en zegt dan: laten wij toch maar van start gaan met het
eigen risico, ongeacht of wij dat probleem ooit kunnen oplossen. Ik
kan het niet meer volgen. De fractie van de ChristenUnie was ertegen
dat chronisch zieken en gehandicapten de dupe zouden worden. Waarom
stelt u niet als voorwaarde dat er voor die mensen een fatsoenlijke
oplossing komt, alvorens überhaupt over te gaan tot invoering van een
eigen risico?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik vind het jammer dat ik nu in een ander vak of in een andere hoek
word geplaatst. Ik strijd nog steeds met u tegen die
no-claimteruggaveregeling. Met u zeg ik dat ik veel moeite heb met de
afbakening van die groep via de FKG's, juist omdat ik die solidariteit
zoek en die gelijke behandeling van gehandicapten en chronisch zieken.
Daarover zijn wij het helemaal eens. Het is nu wel zoeken. Wij willen
graag in het oog houden dat de chronisch zieken en gehandicapten niet
worden benadeeld, zoals bij de no-claimteruggaveregeling. Als die
FKG's het niet zijn, wat is het dan wel? Ik stel daarom voor om een
oplossing te zoeken in de buitengewone uitgaven. In die sfeer gebeurt
al veel om deze doelgroep tegemoet te komen in zorgkosten. Kan dit
daarin wellicht ook een plaats krijgen?
Mevrouw Kant (SP):
U geeft zelf al aan dat dit ook geen sluitende oplossing is. Dat neem
ik u kwalijk. U hebt het wel over het zoeken van oplossingen. Het is
heel mooi dat wij hier dan samen over denken, maar ik vraag u, niet
over te gaan tot het invoeren van een eigen risico, als die oplossing
niet op een fatsoenlijke manier wordt gevonden, omdat dan alsnog
chronisch zieken en gehandicapten voor een deel daarvan de dupe zijn.
Dat wilde uw fractie destijds niet.
Nu gaat u daar niet voorliggen. U gaat wel mee zoeken, maar u zegt
niet: als wij het niet oplossen, dan geen eigen risico. Dat vind ik
teleurstellend.
U kent toch ook het probleem van het niet gebruiken van deze regeling?
Veel mensen kennen deze weg niet en maken geen gebruik van de
mogelijkheid van belastingaftrek. Die laat u mooi in de steek.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Dat zal verbeterd moeten worden, maar dat is voor mijn geen argument
om te zeggen: en dus zien wij helemaal af van die denkrichting. Ik kan
wel in herhaling vallen, maar dat heeft geen zin. Misschien kunt u in
tweede termijn uitgebreider ingaan op wat u werkelijk als oplossing
ziet. Ik zie in uw amendementen alleen verruiming van compensatie, nog
meer doelgroepen die er wellicht onder kunnen vallen. Als ik om de
financiële onderbouwing vraag, is het antwoord: de bureaucratie. Ik
vraag u om te komen met een zeer zorgvuldige financiële onderbouwing
voor het sluitend oplossen van dit probleem. Die heb ik nog niet
gehoord.
Mevrouw Kant (SP):
Ik heb dat antwoord al gegeven. Die onderbouwing staat in onze
alternatieve begroting. U hebt het allemaal kunnen lezen. Wij willen
geen eigen risico en geen no-claim en leveren daarvoor een keurige
dekking. U moet niet weer met dat argument komen. Ik moet vaststellen
dat de fractie van de ChristenUnie niet als voorwaarde stelt dat er
een fatsoenlijke oplossing komt voor chronisch zieken en
gehandicapten. Dat vind ik buitengewoon teleurstellend.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Deze conclusie deel ik niet. Ik meen dat ik heel fatsoenlijk bezig ben
en juist oplossingen aan het zoeken ben.
Mevrouw Agema (PVV):
Nee, u bent verre van fatsoenlijk bezig, want de voornaamste
motivering van de fractie van de ChristenUnie om voor het eigen risico
te zijn, is dat chronisch zieken en gehandicapten dan gelijk worden
behandeld. Dat is volstrekt onwaar. Gezonde mensen betalen niks aan
het eigen risico en chronisch zieken en gehandicapten betalen EUR109.
Dat is niet gelijk en zal nooit gelijk worden.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik zie wel het zeer grote verschil tussen de bestaande
no-claimregeling en een vorm van eigen risico waarvoor wij willen
kiezen. Juist met de no-claimregeling worden chronisch zieken en
gehandicapten bij voorbaat op achterstand gezet. Via een eigen risico
worden zij wel gelijkwaardig behandeld. Dat is een groot verschil van
inzicht bij het oppakken van het begrip solidariteit.
Mevrouw Agema (PVV):
De fractie van de ChristenUnie gaat ervan uit dat solidariteit
betekent dat chronisch zieken en gehandicapten EUR109 meer betalen dan
mensen die gezond zijn.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik blijf in herhaling vallen. Het gaat mij echt om die gelijke
behandeling van deze doelgroepen, waarvan bij de no-claimregeling geen
sprake was. Dat wilden wij graag recht gezet hebben.