Kamervragen blauwtong
27 september 2007 - kamerstuk
Kamerbrief met antwoorden op vragen over blauwtong. LNV is positief over vaccinatie, maar er is nog geen vaccin beschikbaar. Daarom heeft de Gezondheidsdienst voor Dieren een behandeladvies opgesteld.
D i rectie Voedselkwaliteit en Diergezondheid
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
27 augustus 2007 2060723820 VD. 2007/2084 27 september 2007
onderwerp bijlagen
Antwoorden op Kamervragen over
blauwtong
Geachte Voorzitter,
In antwoord op de feitelijke Kamervragen van 27 augustus 2007, gesteld door het lid
Thieme (PvdD) over blauwtong het volgende.
1
Kent u het bericht "Nederland 20 kilometerzone"?1
Ja.
2
Is het waar dat dieren besmet met het blauwtongvirus veel pijn hebben en ernstig lijden,
maar dat er geen geneesmiddelen beschikbaar zijn voor een snelle genezing van dieren die
het virus eenmaal hebben? Zo ja, op welke andere wijze kunnen dieren worden beschermd
tegen het besmet raken met het virus? Zo neen, waar blijkt uit dat besmette dieren geen
pijn hebben?
Op dit moment zijn er veel schapen, maar ook runderen en geiten, ziek als gevolg van een
blauwtonginfectie. Er zijn sterke aanwijzingen dat blauwtong dit jaar heftiger om zich
heen grijpt dan vorig jaar. Vooral bij schapen stijgt het aantal besmette bedrijven snel en
per bedrijf lijken meer dieren ziek te worden. Ook lijken de verschijnselen bij de getroffen
dieren ernstiger.
Een echte behandeling voor blauwtong bestaat inderdaad niet. Het is vaak wel mogelijk
om de gevolgen van een besmetting te beïnvloeden met behandelingen die gericht zijn op
pijnstilling en ontstekingsremming en het voorkomen van bijkomende bacteriële infecties.
Extra verzorging van de dieren is belangrijk en vergroot de kans op herstel.
Het is niet mogelijk geheel te voorkomen dat dieren besmet raken met het blauwtongvirus.
Wel kan de kans op besmetting worden verkleind door het gebruik van insecticiden
of repellents. Daarnaast zou door middel van een passend vaccin voorkomen kunnen
worden dat dieren ziek worden van het blauwtongvirus.
1 Agrarisch Dagblad , 23 augustus 2007.
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Voedselkwaliteit
en Diergezondheid
Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070 - 3786868
Fax: 070 - 3786100
Helaas is zo'n vaccin op dit moment nog niet beschikbaar. Er wordt gewerkt aan de ontwikkeling
van een vaccin tegen het blauwtongvirus dat in onze omgeving heerst.
3 en 10
3) Deelt u de mening dat met de snelle verspreiding van het blauwtongvirus in Nederland
geen sprake meer is van een incident en dat structurele maatregelen moeten worden genomen
om het lijden van duizenden dieren aan deze ziekte en andere veeziekten te voorkomen?
Zo ja, welke aanpak hanteert u of op welke wijze en binnen welke termijn wilt u
hiervoor een structurele aanpak ontwikkelen? Zo neen, waarom acht u een structurele
aanpak ongewenst en accepteert u dat duizenden dieren getroffen kunnen worden door
een uiterst pijnlijke besmetting?
10) Is het waar dat de farmaceutische industrie heeft aangegeven waarschijnlijk eind 2007
een bruikbaar vaccin te hebben om evenhoevigen te beschermen?2. Op basis van welke
criteria maakt u de overweging om dit vaccin al dan niet in te zetten voor preventieve
vaccinatie en in hoeverre worden economische belangen afgewogen tegen dierenwelzijnsbelangen?
Welke argumenten geven daarin de doorslag?
Nu is gebleken dat het blauwtongvirus de winter heeft overleefd, bestaat er een grote
kans dat Nederland endemisch besmet is met blauwtong en dat vraagt om een structurele
aanpak. Vaccinatie is waarschijnlijk het meest effectieve middel in de strijd tegen blauwtong.
Het is mijn uitdrukkelijke wens om zo spoedig mogelijk te kunnen vaccineren.
Daarom heb ik dit onderwerp geagendeerd voor de landbouwraad op 26 en 27 september
2007.
Vaccinfabrikanten hebben aangegeven eind 2007 mogelijk een bruikbaar vaccin gereed te
hebben. Na registratie zou het vaccin dan in de loop van 2008 op de markt kunnen komen.
Bij het opzetten van een vaccinatiestrategie zullen naast welzijnsaspecten ook economische,
veterinaire en uitvoeringsaspecten afgewogen worden. Er is op dit ogenblik geen
enkele partij die met betrekking tot blauwtong een "non vaccinatie"-strategie ondersteunt.
Voor de korte termijn heb ik een behandeladvies voor zieke dieren op laten stellen door
de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD). Dit behandeladvies staat gepubliceerd op de
websites van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), GD en de
Koninklijke Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD).
4
Deelt u de mening dat dieren behandelen met insecticiden, het instellen van een vervoersverbod
en het sprayen van stallen in de winter weinig effectieve maatregelen zijn om de
verspreiding van de knut en het virus te voorkomen?
Het gebruik van insecticiden voor de behandeling van dieren, vervoermiddelen en stallen
is inderdaad geen effectieve maatregel om verspreiding van het virus te voorkomen. Het is
dan ook al sinds januari niet langer voorgeschreven. Voor individuele dieren kan behandeling
met insecticiden het risico op besmetting wel verminderen.
2 Tweede Kamerstuk, 30 669, nr. 9.
Het instellen van vervoersbeperkingen is er in eerste instantie op gericht om tegen te gaan
dat de ziekte zich snel buiten het besmette gebied verspreidt door transport van besmette
dieren. Uitbreiding van het besmette gebied via vliegende of met de wind verspreide geïnfecteerde
knutten is echter met vervoersbeperkingen niet tegen te gaan. Nu Nederland
één gebied is geworden, zijn er geen beperkingen meer opgelegd aan nationale transporten.
5, 6 en 9
5) Is het waar dat preventieve vaccinatie van gezonde dieren verspreiding van het virus en
daarmee de kans op grote hoeveelheden zieke dieren sterk kan verminderen? Zo ja, bent u
bereid om preventieve vaccinatie verplicht in te stellen? Zo neen, waarom niet?
6) Deelt u de mening dat uiteindelijk vaccinatie de enige oplossing is omdat andere methoden
naar de huidige inzichten niet werken?
9) Deelt u de mening dat het beter is om te starten met het vaccineren van evenhoevigen
met een vaccin tegen het in Nederland voorkomende serotype van het blauwtongvirus,
dan om dat niet te doen? Zo neen, op welke wijze rechtvaardigt u het niets doen tegenover
het lijden van duizenden dieren die het virus hebben opgelopen?
Preventieve vaccinatie kan inderdaad de verspreiding van het virus sterk verminderen.
Helaas is er nog geen passend vaccin. Aangezien een internationale aanpak gewenst is, zal
de komende maanden in overleg met het bedrijfsleven, de overheden van de getroffen
buurlanden en de Europese Commissie een vaccinatiestrategie worden ontwikkeld. Het is
op dit moment nog niet bekend of deze vaccinatiestrategie een verplicht karakter zal
kennen.
Overigens zijn alleen herkauwers (bijvoorbeeld runderen, schapen en geiten) gevoelig
voor het blauwtongvirus en niet alle evenhoevige diersoorten. Deze laatste groep omvat
bijvoorbeeld ook varkens.
7
Is het waar dat er meerdere serotypen van het virus in Europa circuleren en dat er geen
vaccin is dat werkt tegen alle serotypen? Zo neen, welk vaccin werkt tegen alle serotypen?
Is dat al beschikbaar?
Er circuleren inderdaad meerdere serotypen van blauwtong in Europa. In Spanje en
Portugal duikt om de zoveel tijd serotype 4 op. Bovendien is in Spanje deze zomer ook
serotype 1 ontdekt. Serotype 1 manifesteerde zich vorig jaar al in Italië.
Er is geen vaccin dat werkt tegen alle serotypen, per serotype moet een apart vaccin
ontwikkeld worden.
8
Is het waar dat in Nederland alleen het serotype nummer 8 voorkomt en dat daartegen
gevaccineerd kan worden? Zo neen, welk serotype of serotypen zijn dan aanwezig in
Nederland? Kan tegen deze serotypen of dit serotype worden gevaccineerd?
Het serotype dat in Nederland circuleert, is serotype 8. Er zijn op dit moment geen
aanwijzingen dat naast serotype 8 in Nederland nog andere serotypen circuleren. Tegen
serotype 8 is op dit moment geen geschikt vaccin beschikbaar.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
27 september 2007 VD. 2007/2084 4
11
Kunt u aangeven waarom niet de regering, maar het bedrijfsleven een onderzoek heeft
uitgezet naar de kosten en baten van vaccinatie tegen blauwtong? Kunt u daarbij aangeven
of en zo ja, op welke wijze u de resultaten van dat onderzoek mee zal nemen in uw
overwegingen om al dan niet over te gaan tot preventieve vaccinatie?
Na het begin van de uitbraak in 2006 heeft mijn voorganger met het bedrijfsleven afgesproken
dat zij een kosten-batenanalyse zouden maken voor vaccinatie. De verschijnselen
van blauwtong waren toen immers relatief mild. In die situatie kan met een relatief simpele
kosten-batenanalyse (kosten vaccin afgezet tegen opbrengsten export) een besluit
genomen worden over vaccinatie. In de huidige situatie, waarin de verschijnselen veel
ernstiger lijken, komen ook aspecten van dierenwelzijn aan de orde. Daarnaast moet, nu
blijkt dat blauwtong de winter kan overleven, nagedacht worden over de inzet van vaccinatie
om de dierziekte uit te roeien. De kosten-batenanalyse vormt dan ook een deel van
de input die gebruikt wordt bij het opstellen van het vaccinatieplan. Een van de aspecten
die daarbij aan de orde komt is de keuze tussen vrijwillige vaccinatie en verplichte vaccinatie.
Bij vrijwillige vaccinatie bepaalt de houder zelf of zijn dieren worden gevaccineerd.
De kosten voor vaccinatie zijn dan ook voor de houder. Bij verplichte vaccinatie kan de
overheid een rol spelen in de vaccinatiecampagne.
12
Kunt u aangeven of u voornemens bent zelf onafhankelijk onderzoek uit te zetten naar de
kosten en baten van vaccinatie tegen blauwtong en wat daarbij onder "kosten" en onder
"baten" wordt verstaan?
Ik zie op dit moment geen aanleiding om zelf onderzoek uit te zetten naar de kosten en
baten van vaccinatie tegen blauwtong. De uitkomsten van het onderzoek, dat uitgevoerd
wordt bij Wageningen Universiteit, zullen niet anders zijn met een andere opdrachtgever.
13
Kunt u aangeven welke mogelijkheden er zijn voor de afzet van producten afkomstig van
gevaccineerde dieren en op welke wijze de afzet verbeterd kan worden?
Vaccinatie tegen blauwtong heeft geen gevolgen voor de afzet van producten van gevaccineerde
dieren, er worden geen eisen gesteld voor de intracommunautaire handel en ook
voor de handel met derde landen worden geen eisen gesteld. De ervaring leert dat er in
dat geval ook nationaal geen gevolgen zijn.
14
Deelt u de mening dat de toenemende frequentie van dierziektecrises, veelal in relatie tot
transport- en afzetbeperkingen nopen tot het doen van onderzoek naar mogelijkheden tot
regionalisering van de veeteelt? Zo ja, op welke termijn en wijze wilt u daar invulling aan
geven? Zo neen, waarom niet?
Nederland is een land met een hoge veedichtheid en een intensieve handel in levend vee.
Dit maakt Nederland gevoelig voor dierziekten. Nu geldt voor blauwtong, een ziekte die
door vectoren wordt overgebracht, dat de structuur van de veehouderij slechts beperkte
invloed heeft op de verspreiding.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit