Ingezonden persbericht
(21 september 2007 - Bericht van Autonome Jongerenorganisatie voor Latijns-Amerika (Ojala))
P E R S B E R I C H T
Debat over Chiqiuta in Colombia: Wat steunen wij met onze consumptie?
Amsterdam, 21 september 2007 -
Op woensdag 26 september organiseert de Autonome
Jongerenorganisatie voor Latijns-Amerika (Ojala) een debat
over multinationals en mensenrechtenschendingen, met
specifieke aandacht voor bananenproducent Chiquita Brands in
Colombia. Aanwezig zijn leiders van de vredesgemeenschap San
Jose de Apartado (Colombia), Transnational Institute (TNI) en
uitgenodigd onder andere Chiquita Brands en Rainforest
Aliance (certificering van Chiquita producten).
Het debat vindt plaats om 19:00 bij Amnesty International,
Keizersgracht 177, Amsterdam.
Dit debat is onderdeel van een reeks acties die Ojala voert
omtrent Chiquita Brands. In maart 2007 gaf deze
bananenproducent aan een Amerikaanse rechter toe een bedrag
van 2 miljoen dollar te hebben betaald aan de Colombiaanse
paramilitairen: de Colombiaanse Verenigde
Zelfverdedigingsgroepen (AUC). Hiermee heeft Chiquita
jarenlang het gewapende conflict in Colombia gesteund. Hier
is echter niemand bij Chiquita Brands voor bestraft, noch
heeft het schadevergoeding hoeven te betalen aan de
slachtoffers.
In de regio Uraba - waar Chiquita haar plantages heeft -
vonden in de periode waarin de betalingen werden gedaan
volgens de Volkskrant 62 bloedbaden plaats, waarbij 432
mensen werden vermoord, velen van hen vakbondsleden en
arbeiders op de bananenplantages van Chiquita. Behalve het
financieren van de paramilitairen wordt Chiquita ook
aangeklaagd voor het importeren van meer dan drieduizend
AK47-geweren (kalasjnikovs) en miljoenen stuks munitie voor
de paramilitairen.
Duizenden boeren zijn sinds 1997 door de AUC van hun land
verdreven, land dat vervolgens goedkoop opgekocht kon worden
door grote bedrijven, waaronder Chiquita, voor het opzetten
van agro-industriele projecten. De vluchtelingenstromen zijn
hiermee een direct bedoelde strategie en niet een neveneffect
van het interne conflict.
Tussen 1996 en 1997 verkrijgen militairen in
samenwerking met paramilitaire structuren middels
gezamenlijke operaties de militaire controle in Uraba
(dezelfde regio waar Chiquita haar plantages heeft). In deze
periode vonden er in de gemeente van San Jos� de
Apartad� in het Noordwesten van Uraba verschillende
massamoorden plaats, waarbij meerdere historische leiders van
de gemeenschap het leven lieten en honderden andere boeren
uit angst besloten het geweld te ontvluchten.
In maart 1997 riepen de boeren die zich nog in de regio
bevonden, temidden van het nog steeds aanwezige geweld, zich
uit als vredesgemeenschap. Zij beriepen zich hierbij op het
Internationaal Humanitair Recht, om als civiele bevolking
geen enkel contact met gewapende groepen (guerrilla,
paramilitairen en het leger) te onderhouden. Met deze nieuwe
organisatiestructuur kregen de boeren de mogelijkheid terug
te keren naar hun boerderijen en hun land te bewerken. De
gewapende acties tegen de gemeenschap gingen echter zonder
schroom door. Sinds de oprichting in 1997 zijn er door de
verschillende gewapende groepen meer dan 600
mensenrechtenschendingen tegen hen begaan, waaronder meer dan
170 moorden. Het Colombiaanse leger dan wel in samenwerking
met paramilitairen is verantwoordelijk voor zo'n tachtig
procent van deze doden.
De vredesgemeenschap ligt in de regio waar Chiquita Brands
de AUC ondersteunden. Afgelopen jaar hebben
vertegenwoordigers uit San Jos� het Amerikaanse
bedrijf aangeklaagd tijdens een sessie van het Permanente
Volkstribunaal in Bogota.
-------
Noten voor de pers
Meer informatie bij:
Stichting Ojalá - Autonome Jongeren Organisatie voor
Latijns-Amerika. Nieuwe Herengracht 29, 1011 RL Amsterdam
Tel. 06-19141294, e-mail: ojala@ojala.nl Website:
http://www.ojala.nl
Over Chiquita in Colombia:
http://www.ojala.nl/index.php?n=Globalization.Chiquita
(einde persbericht)
-- Bericht verzonden door
Omslag Werkplaats voor Duurzame Ontwikkeling
voor Autonome Jongerenorganisatie voor Latijns-Amerika (Ojala)