Socialistische Partij
Warme sanering bontfokkerij is haalbaar
26-09-2007 * Een nertsenfokverbod en compensatie van pelsdierhouders voor hun investeringen om kooien te verruimen, blijken een stuk minder kostbaar dan de sector zelf altijd stelde. Dit blijkt uit berekeningen van het Landbouw Economisch Instituut (LEI). Dat voerde een doorberekening uit van het initiatiefwetsvoorstel van SP-Kamerlid Krista van Velzen.
Terwijl de sector stelt dat de kosten oplopen tot meer dan 1 miljard euro, blijkt dat bij een afbouwperiode van tien jaar en een vergoeding voor welzijnsinvesteringen de kosten gemiddeld 200 miljoen euro bedragen. Van Velzen: "Het doden van dieren puur en alleen voor hun bont is niet meer van deze tijd. De 3,5 miljoen nertsen die hier jaarlijks vergast worden, zijn voornamelijk voor de export. Nederlanders zijn in overgrote meerderheid erg tegen bont."
In het verleden heeft de politiek nog gemeend de sector te moeten verplichten de kooien wat te vergroten, maar dat lost het probleem niet op. Het is en blijft onbeschaafd en overbodig om dieren te doden voor enkel hun vacht. Van Velzen vindt het terecht dat de sector gecompenseerd wordt voor de gedane investeringen. Ook moeten een ruime periode worden vastgesteld om de bedrijven om te schakelen. De meeste nertsenhouders hebben een gecombineerd bedrijf en krijgen dus de tijd de andere tak van hun bedrijf te vergroten.
Het LEI heeft de nertsenhouderij in Nederland in beeld gebracht. Op 163 bedrijven worden jaarlijks 3,5 miljoen nertsen vergast en gevild. Er werken ongeveer 550 personen , waarvan iets meer dan de helft seizoensarbeiders. De toeleverende industrie, zoals de voedersector, heeft bij een verbod op de pelsdierhouderij geen andere afzetmogelijkheden. Met de tien jaar afbouw is echter tijd genoeg om andere afzetkanalen te vinden, concludeert het onderzoeksinstituut.
De pelsdierhouders geven aan geen genoegen te nemen met minder dan 1 miljard euro als ze moeten stoppen. Dat is schromelijk overdreven volgens van Velzen: "Ik pleit er helemaal niet voor dat de sector morgen stopt. Dat zou natuurlijk fijn zijn, maar ik begrijp ook wel dat je dat niet zomaar kunt vragen. Vandaar het voorstel om de sector in tien jaar af te bouwen."
Op basis van de uitspraken van de verschillende partijen tot nu toe rekent Van Velzen op een ruim draagvlak in de Kamer.