Duits-Nederlandse windtunnel toneel voor introductie MAN TGX en TGS
(9/26/2007)
De Nederlandse introductie van de MAN TGX en TGS vond plaats bij de
Duits-Nederlandse Windtunnel. Een passende locatie, want in deze
hightech omgeving is het uiterlijk van de nieuwe generatie zware MANâs
tot in detail getest en vervolgens verfijnd om de aerodynamische en
akoestische eigenschappen te perfectioneren.
Het was Chimène van Oosterhout die de MAN TGX onder begeleiding van
Karl Orffs âCarmina Buranaâ in de zogeheten parkeerhal van DNW aan het
publiek voorstelde. De windtunnel in de Noordoostpolder is een van de
weinige die in staat is om zulke grote objecten op aerodynamica en
geluidsproductie te testen. Het complex stamt uit 1990, maar is
uitgerust met de aller-modernste apparatuur. Dat moet ook wel, want de
Duits-Nederlandse Windtunnel (DNW) wordt ingeschakeld bij onderzoek
voor de personen- en vrachtwagenindustrie, maar ook door de
luchtvaartsector. Zo zijn alle toestellen van vliegtuigbouwer Airbus
hier op hun aerodynamische en akoestische eigenschappen onderzocht en
vervolgens geoptimaliseerd: net zoals de MAN TGX en TGS.
Verbeteringen
Bij het vernieuwen van de TGA-serie, waarvan er sinds de introductie
in 2000 circa 250.000 verkocht zijn, stelden de ingenieurs van MAN
Nutzfahrzeuge zich ten doel om een truck te ontwerpen die aan de
hoogste technische eisen voldoet en tegelijkertijd een grote
aantrekkingskracht uitoefent. Daarin zijn ze geslaagd: de nieuwe TGX
en TGS doen het hart van chauffeurs en ondernemers sneller kloppen.
Deze prestatie is niet alleen op de tekentafels geleverd, want ook de
beste ontwerper kan nooit volledig voorspellen hoe zijn geesteskind
zich in de praktijk gedragen zal. Om die reden zijn de ontwerpen eerst
op schaal en vervolgens op ware grootte aan uitvoerige tests in de
windtunnel onderworpen. Als gevolg daarvan is het gelukt om (in
vergelijking met de TGA) de luchtweerstand met 4% en het windgeruis
van de MAN TGX met niet minder dan 30% te verlagen, terwijl de
zijruiten en spiegels tot 60% schoner blijven. De luchtstroom is met
een 20% verbeterd en de ventilatie met 15%, zodat de motorventilator
minder vaak in actie hoeft te komen â hetgeen brandstof bespaart en de
geluidsproductie beperkt.
Openingen
Eén en ander is mede bereikt door de luchtopeningen aan de voorzijde
van de cabine sterk te vergroten. Daarmee loopt MAN vooruit op de
introductie van Euro 5-motoren met uitlaatgasrecirculatie (EGR) en
PM-KAT, volgend jaar op de IAA in Hannover, en Euro 6 in een later
stadium. Toepassing van deze motoren stelt namelijk extra hoge eisen
aan de koeling. Tot oktober 2008 levert MAN Euro 5 motoren met SCR
(AdBlue-techniek) aan klanten die hierom vragen, maar ook met EGR Euro
4-motor en de beproefde PM-KAT oxidatietechnologie (zonder additief)
levert de nieuwe generatie MAN TGX en TGS indrukwekkende prestaties op
milieugebied. De verbeterde stroomlijn van de nieuwe cabineontwerpen
speelt daarin een grote rol, evenals de gewichtsbeperking. Dankzij de
moderne Common Rail-diesels met EGR en door verschillende modificaties
aan vering, wielophanging en chassis is de nieuwe serie zware MANâs
honderden kiloâs lichter dan de directe concurrenten. Aangezien een
kilo gewichtsbesparing op jaarbasis ongeveer een liter diesel
bespaart, is dit van groot belang om het brandstofverbruik terug te
dringen. Dat is zowel gunstig voor de exploitatie als voor het milieu.
Het resultaat mag er zijn: de MAN TGX en TGS springen beide opvallend
zuinig met brandstof om.
Duurzaam
âBesparing op het verbruik is een belangrijke stap op weg naar een
duurzame toekomst,â stelt Raymond Gense van Pon Holdings, de
handelsorganisatie in Nederland achter MAN truck & bus BV. Volgens
Gense, sinds medio 2007 actief als manager Duurzame Ontwikkeling, zijn
MAN en Pon Holdings zich zeer bewust van hun maatschappelijke
verantwoordelijkheid. âDoor de groeiende vraag naar vrachtwagens is de
jaarproductie van MAN gestegen van 25.000 trucks in 1981 tot 100.000
nu en het einde is nog niet in zicht. De groeiende transportvraag
heeft verstrekkende consequenties voor het milieu.â De inspanningen
van de vrachtwagenindustrie om de voertuigen zelf duurzamer te maken,
werpen â onder druk van de steeds strenger wordende Euro-normen â al
vruchten af. âDe uitstoot van fijnstof is bij de jongste generatie
motoren tot bijna nul gereduceerd en ook met de NO - en
CO -emissies gaat het de goede kant opâ, aldus Gense. Met de komst
van Euro 6 zullen ook de NO emissies verwaarloosbaar laag zijn. MAN
ontwikkelt haar EGR/PM-Kat motoren nu al in deze richting.
Bij het beperken van het brandstofverbruik en de CO -uitstoot staat
de industrie voor een andere grote uitdaging. Het is namelijk
nauwelijks mogelijk het rendement van een vrachtwagenmotor nog verder
te verbeteren. Er zal dus naar andere oplossingen moeten worden
gezocht. Een belangrijke, tot dusverre amper onbenutte mogelijkheid is
het beperken van het verbruik door optimalisering van de aerodynamica
en het eigen gewicht. Dat zijn nu juist de hoofdthemaâs bij de TGX- en
TGS-serie.
Alternatieven
De TGX/TGS-serie zet een grote stap in de richting van duurzame
mobiliteit, maar kan nog niet helemaal tegemoet komen aan de noodzaak
tot verlaging van de CO -uitstoot vanuit het verkeer met meer dan
50%, zoals uit milieuoogpunt noodzakelijk is. Hybride systemen, zoals
MAN die ook bouwt, hebben nog enige extra potentie maar zijn alleen
interessant voor het stedelijk personen- en distributievervoer, waar â
als gevolg van de vele rem- en acceleratiemanoeuvres â veel remenergie
terug te winnen is. âVolledig elektrisch rijden (waarbij het verkeer
gebruik maakt van het hoge rendement van energiecentrales of
brandstofcellen) is op dit moment nog niet breed toepasbaar vanwege de
beperkte opslagcapaciteit van de beschikbare accuâs. âMaar ooit zullen
we allemaal elektrisch rijdenâ, zegt Gense.
Het rijden op aardgas is momenteel een goed alternatief voor
binnenstedelijk transport. Het leidt tot 10 à 20% minder
CO -uitstoot dan dieselen en elimineert die van fijnstof en NO
helemaal, maar kent een te beperkte actieradius om interessant te zijn
voor de lange afstand. De grootste stap in de richting van duidelijk
(>50%) verlaagde CO -uitstoot bieden biobrandstoffen. Ze worden
vervaardigd uit gewassen, die tijdens de groei evenveel kooldioxide
opnemen als bij hun verbranding vrijkomt. Zodoende zijn ze
broeikasgasneutraal te noemen. âHelaas is de productie van de huidige
generatie biobrandstoffen vaak energie-intensief, waardoor het
well-to-wheel rendement te wensen overlaat. Ook de kwaliteit van
vooral biodiesel is nog niet hoog genoeg om probleemloos in de
modernste motoren te worden toegepast. Op dat gebied is nog veel te
doenâ, zegt Gense. Welke brandstof het eerst als alternatief voor
fossiele dieselolie kan dienen hangt af van technische, politieke én
geografische omstandigheden. âAan de techniek wordt gewerkt, maar
zonder voldoende aanbod aan kwalitatief goede brandstoffen en een
concurrerende prijs is succesvolle marktpenetratie van werkelijk
duurzame transportmiddelen onmogelijk.â
Initiatief
Een opmerkelijk initiatief vanuit Pon/MAN in termen van het tijdig
beschikbaar krijgen van de juiste brandstoffen voor schone
voertuigtechnologie, is de Coalitie Rijden Op Biogas (CROB). Hierin
werken verschillende marktpartijen samen om de teelt van grondstoffen
voor biogas, de productie, opwerking, tankinfrastructuur en techniek
bij motorvoertuigen te verbeteren en op elkaar af te stemmen. CROB
streeft er naar hoogwaardig biogas voor toepassing in bijvoorbeeld MAN
stadbussen ter beschikking stellen door een groen certificatensysteem
op te zetten, naar analogie van de groene stroom: producenten (veelal
boeren) leveren biogas aan het normale gasnet en krijgen daar
certificaten voor. Afnemers kunnen het biogas vervolgens aan de hand
van deze certificaten kopen. Zo is het mogelijk om deze
milieuvriendelijke brandstof met een hoog rendement via de bestaande
infrastructuur bij de gebruikers in de steden te krijgen. Hierdoor
wordt een (bio)aardgasbus een extreem schone vorm van transport. Het
certificatensysteem zou eind 2008 beschikbaar moeten zijn.
Veranderingen
Gense wijst verder op de noodzaak tot veranderingen in het gedrag van
de mens. âToepassen van Het Nieuwe Rijden en een optimale planning van
ritten kunnen de CO2-uitstoot aanzienlijk terugdringen. In dit verband
juichen wij ook de ontwikkeling van de extra Lange en Zware Voertuigen
of LZV toe. Wat verder nog beter kan, is de afstemming van de
kilowatt-tonnage verhouding. Motorvermogens moeten zo goed mogelijk op
de inzeteisen worden afgestemd. Te veel vermogen kost extra brandstof
en veroorzaakt onnodige CO -uitstoot.â
Ivar ten Tuynte, productmanager bij MAN truck & bus bv, pleit in dit
verband ook voor een verbeterd bewustzijn bij de consument. âAfgezet
tegen zijn gewicht brengt een TGX met 40 ton treingewicht 80% minder
kooldioxide in de lucht dan een VW Polo Blue Motion, die 100 kilometer
aflegt op slechts vier liter diesel. Toch zien veel mensen de
vrachtauto nog altijd als dé grote vervuiler, terwijl ze zelf in
januari om verse meloen vragen.â
Proefrijden
Na afloop van de ontvangst bij DNW was het mogelijk om met de nieuwe
voertuigen te rijden. Daarbij oogstten de MAN TGX en TGS veel lof:
âHet is gewoon een heel erg mooie autoâ, âDit rijdt perfectâ en âEr is
goed naar de chauffeurs en de ondernemers geluisterdâ. Omdat ook
kwaliteit voor duurzaamheid staat, heeft MAN hier zeer veel aandacht
aan besteed. Ten Tuynte: âDe eerste TGX die van de band liep, was
beter dan de laatste TGAâ. Hij wees onder andere op de H7 koplampen,
die vier maal zo lang meegaan, op de dynamo met een levensduur van
1.000.000 kilometer en op de automatisch afschakelende en
ontkoppelende compressor, die niet alleen minder slijt maar ook nog
tot een halve liter diesel per 100 kilometer bespaart.
Al met al bezochten 500 klanten van MAN het evenement bij DNW, waar ze
een goede eerste indruk van de nieuwe TGX en TGS kregen en een
duidelijk beeld van de manier waarop MAN Nutzfahrzeuge en Pon Holdings
gezamenlijk aan een duurzame toekomst werken.
BedrijfsautoRAI