Foto
Publicaties TNS NIPO onderzoek
25 september 2007
Lekenrechtspraak: burgers willen betrokkenheid, geen verantwoordelijkheid
Op 12 december vorig jaar heeft de Minister van Justitie het onderzoek
van TNS NIPO over de lekenrechtspraak en de mening van de Nederlandse
bevolking naar de Tweede Kamer gestuurd. Aanleiding voor dit onderzoek
is de discussie die gaande is over de eventuele wenselijkheid van
invoering van lekenrechtspraak in Nederland. Naast alles wat er over
dit onderwerp al geschreven is door politici en deskundigen - zoals
rechters, advocaten en hoogleraren - is er nu dan ook de visie van 'de
leek', de burger zelf. Hoewel de inhoudelijke overwegingen van
deskundigen voor eventuele invoering van lekenrechtspraak een evidente
rol spelen, is het evenzo belangrijk om de burger zelf bij de
discussie te betrekken. In het onderzoek van TNS NIPO is dit gedaan.
Een representatieve steekproef van 1000 Nederlanders is via internet
ondervraagd. En wat blijkt: de Nederlander wil graag meer betrokken
worden bij de rechtspraak, maar heeft geen ambities om zelf mee te
gaan beslissen over schuld en strafmaat.
Politici en deskundigen hebben, met behulp van eerdere onderzoeken
over dit onderwerp, hun visie op invoering van lekenrechtspraak in
Nederland veelvuldig en op diverse wijzen geformuleerd. Joost
Eerdmans, voormalig Kamerlid van de LPF, heeft zich expliciet
uitgesproken vóór de invoering van lekenrechtspraak. Volgens hem zal
dit de kloof tussen de burger en het rechtssysteem verkleinen en het
vertrouwen van de burger in de rechtspraak vergroten. Hij verwijst
hierbij naar de ons omringende landen, waar veelal reeds sprake is van
een vorm van lekenparticipatie. Ook denken voorstanders dat invoering
van lekenrechtspraak de overbelasting van het gerechtelijk systeem ten
goede zal komen en dat er een kostenbesparing zal optreden. CDA'er en
kamerlid Nicolien van Vroonhoven-Kok, maar volgens insiders ook een
groot aantal rechters en advocaten, noemt het verlies van
onafhankelijkheid en deskundigheid als voornaamste argument tegen
lekenrechtspraak. Tijdens het debat over lekenrechtspraak,
georganiseerd door de Raad voor de Rechtspraak op 30 november jl.,
werd onder andere gezegd: 'Je laat toch ook geen operaties verrichten
of vliegtuigen besturen door een leek?' Prof. mr. Th. de Roos
(rechtsgeleerde, Universiteit van Tilburg) geeft in zijn onlangs
verschenen onderzoeksrapport aan dat introductie van een nieuw
rechtssysteem dermate drastische en kostbare wijzigingen van het
strafprocesrecht met zich meebrengt, dat dit geen oplossing is voor de
kloof tussen burgers en rechtspraak. Ook bestrijden deskundigen de
uitspraak dat het vertrouwen van burgers in de rechtspraak gering is:
uit onderzoek zou blijken dat dit wel meevalt. De vraag rijst: wat
vindt de burger er nu zelf van?
Inderdaad: ook uit ons onderzoek komt naar voren dat een ruime
meerderheid van de Nederlandse bevolking vertrouwen heeft in de
rechters (67%), de politie (60%) en het Nederlandse rechtssysteem
(58%). Het vergroten van dit vertrouwen is dus geen sterk motief voor
invoering van lekenrechtspraak. Maar er is ook veel kritiek: ruim acht
op de tien Nederlanders vinden dat er te licht gestraft wordt en dat
de overheid te zacht optreedt tegen criminaliteit. Ook is een ruime
meerderheid van mening dat rechters bij hun uitspraken beperkt worden
door de wet (76%), dat procedures traag (86%) en te duur (67%) zijn en
dat er teveel fouten worden gemaakt (65%). Met andere woorden: met het
vertrouwen van burgers in de kwaliteiten van rechters zit het wel
goed, maar de administratieve procedures van het systeem zijn beneden
de maat.
Als we de burgers vragen in hoeverre zij voor of tegen
burgerparticipatie in de strafrechtspraak zijn, dan blijkt dat 37
procent voor is en 39 procent tegen. Daarbij is het aandeel burgers
dat aangeeft 'in sterke mate tegen' te zijn groter dan het aandeel
nadrukkelijke voorstanders. Er is dus maar een relatief klein deel
expliciet voorstander van burgerparticipatie in de strafrechtspraak.
En waarom? Omdat de onafhankelijkheid van de rechtspraak anders in het
geding komt en omdat de rechtspraak het domein is van rechters, niet
van burgers, zo geeft men aan. De richting lijkt bepaald: niets wijst
er nog op dat de Nederlandse bevolking vóór lekenrechtspraak is. Maar
feit blijft dat diezelfde burger de straffen te laag vindt en het
optreden van de overheid te soft. Hoe zien zij zelf een verkleining
van deze kloof voor zich?
De wijze waarop specifieke invulling wordt gegeven aan
burgerparticipatie, blijkt de cruciale factor. In het onderzoek zijn
zeven vormen van participatie voorgelegd, waarbij de burger in een
oplopende schaal steeds meer invloed heeft op het vonnis van de
rechter. De resultaten zijn helder: hoe meer invloed de burger heeft
op de rechtspraak, hoe minder animo er bij deze burger is om hiervoor
te kiezen. Alleen de drie 'mildste' vormen van participatie kunnen
rekenen op steun van een meerderheid: het organiseren van open dagen
bij rechtbanken (83%), het initiëren van discussiebijeenkomsten tussen
burgers enerzijds en rechters, politie en/of officieren van Justitie
anderzijds (71%), en tenslotte het opzetten van lekenpanels, waarbij
burgers na afloop van een zaak meedenken over de schuldvraag en de
strafmaat (60%). Het geven van advies door burgers aan rechters
tijdens een strafzaak wordt door een minderheid ondersteund en het
daadwerkelijk meebeslissen is iets wat de meeste burgers helemaal niet
willen.
Wat is nu het voornaamste motief van burgers om enige vorm van
participatie te wensen? Het gaat dan vooral om het vergroten van de
betrokkenheid bij de rechtspraak en de begrijpelijkheid van de
uitspraken. Daarnaast wil men dat rechters door meer interactie met
burgers beter weten wat er leeft in de maatschappij. Volgens de burger
behoren deze drie aspecten tot de kern van de kloof tussen leek en
rechtspraak. En diezelfde burger vindt deze kloof prima te overbruggen
door af en toe een kijkje te kunnen nemen in de wereld van de
rechtspraak en in gesprek te kunnen gaan met deskundigen. De Roos
noemt dit ook in zijn conclusie: verbeteringen in de communicatie met
de burgers kunnen ook op andere manieren dan lekenrechtspraak worden
bereikt. De burgers zijn het daar blijkbaar mee eens: zij willen
vooral beter begrijpen hoe een rechter tot zijn uitspraak komt. Zodra
dit begrip toeneemt, zal naar alle waarschijnlijkheid de perceptie dat
er door rechters te licht gestraft wordt, vanzelf ombuigen. Als
daarnaast gewerkt wordt aan een beter geoliede machine, waardoor
procedures zullen versnellen en het aantal fouten zal afnemen, dan is
al een flinke stap vooruit gezet.
E5393 | TNS NIPObase CASI | Het veldwerk vond plaats van 19 tot en met
26 september 2006. Hierbij zijn 1.000 Nederlanders van 18 jaar en
ouder ondervraagd (n=1.000).
Bij publicatie of verspreiding graag de bron TNS NIPO vermelden. Voor
eventuele vragen over het onderzoek kunt u contact opnemen met
Matthijs de Gier (tel: 020 522 59 19).
TNS NIPO