Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
logoocw
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Den Haag Ons kenmerk
25 september 2007 PO/BB/07/35017
Onderwerp
Islamitisch Onderwijs
Het afgelopen jaar bent u een aantal keer geïnformeerd over problemen bij een aantal islamitische
scholen. Bij dezen wordt u geïnformeerd over de stand van zaken. Ook wordt u geïnformeerd over een
aantal nieuwe gevallen. Aan het slot van de brief zal worden stilgestaan bij de stap die wij willen zetten
naar aanleiding van de bevindingen bij deze afzonderlijke gevallen.
De individuele gevallen die in deze brief zullen worden besproken zijn achtereenvolgens:
a. Stichting Islamitische Scholen Helmond e.o. (SIS Helmond)
b. As Siddieq (Stichting Islamitische Scholen Amsterdam)
c. Stichting Islamitisch Basisonderwijs Amsterdam (SIBA)
d. Islamitisch College Amsterdam (ICA)
e. Stichting El Amal
f. Stichting Islamitische Scholen Breda e.o. (SIS Breda)
g. Stichting Islamitische School (SIS, Almere/Lelystad/Hilversum)
h. Ibn Ghaldoun Rotterdam
i. Islamitische Basisschool De Dialoog (IBS De Dialoog)
a. SIS Helmond
Op 14 maart en 11 april 2007 is de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over de eerste resultaten van
het onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs en de Auditdienst van OCW bij SIS Helmond en de
stappen die naar aanleiding daarvan zijn gezet (Kamerstukken II, 2006/07, 30 800 VIII, nr. 104 en nr.
114). In deze brieven stond dat de bekostiging zou worden ingehouden en teruggevorderd, dat getracht
zou worden om via bestuurlijke druk de bestuursleden te bewegen op te stappen en dat aangifte is
gedaan tegen het bestuur. Het eindrapport van de inspectie en de Auditdienst is vastgesteld op 18 juli
en is inmiddels openbaar en bijgevoegd. Het eindrapport bevestigt het beeld uit het eerste rapport en
ondersteunt daarmee de ingeslagen weg.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
blad 2/5
De gesprekken met het bestuur van SIS Helmond hebben nog niet geleid tot het terugtreden van de
voorzitter en de penningmeester. Daarom bereid ik stappen voor om wanneer nodig via de rechtbank
de bestuurders uit hun functie te ontheffen. Ook een deel van de ouders wil dat het bestuur
terugtreedt. Daarnaast wordt bekeken of de bestuurders aansprakelijk kunnen worden gesteld voor
schade die het gevolg is van onrechtmatig handelen. Parallel wordt het traject van opschorten,
inhouden en terugvorderen van de bekostiging voortgezet. Recente berichten in de media geven aan
dat het bestuur voornemens zou zijn uit eigener beweging de volgens het bestuur onrechtmatig
bestede middelen terug te betalen aan OCW. Het in de berichten genoemde bedrag is kleiner dan de
omvang van de te verwachten terugvordering vanuit OCW. Het betrokken bestuur heeft over dit
voornemen vooralsnog geen contact opgenomen met de contactpersoon van OCW. Ongeacht het
voornemen van het bestuur zal het geschetste traject van terugvordering worden voortgezet.
In gesprekken met medewerkers van de scholen in Helmond en Roermond heeft de inspectie signalen
gekregen dat er sprake is van sociale onveiligheid op de scholen. Ook een deel van de ouders heeft
geklaagd over sociale onveiligheid. Daarom is de inspectie inmiddels een incidenteel onderzoek gestart
naar de sociale veiligheid bij SIS Helmond. Ik zal de Tweede Kamer informeren over de uitkomsten van
dit onderzoek.
b. As Siddieq
Op 5 juli jl. is aan het bestuur van As Siddieq een brief gestuurd over de voorwaarden voor
groeibekostiging. De Tweede Kamer heeft een kopie van deze brief ontvangen (Kamerstukken II,
2006/07, 30 800 VIII, nr. 164). Het bestuur van de As Siddieq heeft inmiddels groeibekostiging
aangevraagd. Ook is er een bezwaarschrift ingediend naar aanleiding van de brief van 5 juli. Dit
bezwaarschrift is in behandeling bij de bezwaarschriftencommissie van OCW.
Bij een aantal van de voorwaarden die zijn gesteld aan de groeibekostiging gold als peildatum 20
augustus. De inspectie heeft de naleving van deze voorwaarden onderzocht en hierover gerapporteerd.
Op drie belangrijke punten is er reden tot zorg:
- Het beleid voor actief burgerschap en sociale integratie is slechts in algemene termen in het
schoolplan opgenomen. Als beoogde onderwijsdoelen zijn opnieuw de algemene doelen uit het
eerdere actieplan 2005-2007 van de school in het nieuwe schoolplan opgenomen. De school
voldoet dus niet aan de voorwaarde dat per augustus 2007 sprake is van een concreet, vastgesteld
aanbod voor actief burgerschap en sociale integratie.
- Het schoolplan bevat geen concreet uitgewerkte veranderingsparagraaf. Deze
veranderingsparagraaf is nodig om de (negatieve) gevolgen van de uitzonderlijke toename van het
aantal leerlingen voor de organisatie en de gevolgen voor de inrichting van het onderwijs op de
school te ondervangen met concrete maatregelen.
- Op een aantal onderdelen is er nog geen volledige invulling gegeven aan de wettelijke bepalingen
op het gebied van medezeggenschap waardoor er nog geen zekerheid is over de democratische
legitimatie van de besluitvorming.
blad 3/5
De inspectie heeft de school bericht dat de geconstateerde tekortkomingen per 1 oktober 2007 moeten
zijn opgeheven. Als er geen aanzienlijke progressie is geboekt op de bovenstaande drie punten zullen
nadere maatregelen worden getroffen.
c. SIBA
Op 1 juni 2007 is de Tweede Kamer geïnformeerd dat de scholen van SIBA hun deuren sluiten per 1
augustus 2007 (Kamerstukken II, 2006/07, 30 800 VIII, nr. 138). De kantonrechter heeft eind juli de
arbeidsovereenkomsten van SIBA met haar personeel ontbonden, onder de toekenning van een
ontslagvergoeding. Het gevolg hiervan is dat de schulden van SIBA de bezittingen overtreffen. Het
voornemen van het interim-bestuur van SIBA om zonder een faillissement de boedel van SIBA te
verdelen over de schuldeisers, bleek niet haalbaar. Om deze reden heeft het bestuur besloten het
faillissement aan te vragen. De rechtbank te Amsterdam heeft op 21 augustus het faillissement
uitgesproken en een curator aangesteld.
De ontslagvergoedingen aan de oud-medewerkers van SIBA zijn een preferente vordering. De
verwachting van de curator is dat er niets overblijft voor de concurrente crediteuren, waaronder OCW.
Desondanks zal een terugvordering in gang worden gezet voor onrechtmatige bestedingen onder de
vorige besturen van SIBA en voor niet bestede doelsubsidies. Het terugvorderen van de onrechtmatige
bestedingen was eerder uitgesteld om SIBA de mogelijkheid te geven het geld alsnog rechtmatig aan te
wenden voor onderwijs. Nu de scholen zijn gesloten, is dit niet meer mogelijk. Verder is OCW bereid bij
te dragen aan een goede overdracht van de taken van het interim-bestuur aan de curator.
De interim-bestuurder van SIBA heeft, gelet op een voormalig kortdurend dienstverband bij een ander
schoolbestuur waar de Auditdienst opmerkingen over heeft gemaakt, aangegeven zijn functie bij SIBA
te willen overdragen, om een goede afwikkeling van SIBA te waarborgen. Vanwege het faillissement
zijn de taken en bevoegdheden inmiddels overgedragen aan de curator.
d. Islamitische College Amsterdam (ICA)
Op 22 mei is de Tweede Kamer geïnformeerd over het feit dat het ICA prestatieafspraken is nagekomen
die het met OCW was overeengekomen (Kamerstukken II, 2006/07, 30 800 VIII, nr. 133). Het ICA staat
op dit moment nog wel onder geïntensiveerd toezicht, omdat het een zeer zwakke school is. In dit kader
worden nadere prestatieafspraken gemaakt over de resultaten die ICA de komende twee jaar moet
bereiken. November aanstaande ontvangt de Tweede Kamer een nadere rapportage over de stand van
zaken bij ICA.
e. Stichting El Amal
De Tweede Kamer is in 2006 geïnformeerd dat in vervolg op een incidenteel onderzoek van de inspectie
bij SIBA en El Amal een efficiencyonderzoek zou worden uitgevoerd bij El Amal (Kamerstukken II,
2005/06, 30 300 VIII, nr. 218). Opdrachtgever van dit efficiencyonderzoek is het bestuur van Stichting
El Amal. Het is onderzoek is uitgevoerd door een onafhankelijk bureau. In juli 2007 heeft OCW het
rapport van dit efficiencyonderzoek ontvangen. Dit rapport zal worden betrokken in het hieronder
aangekondigde brede thema-onderzoek uitgevoerd door de Inspectie en de Auditdienst.
blad 4/5
f. SIS Breda
Naar aanleiding van een anoniem signaal van `het personeel' over diverse onregelmatigheden bij de
Okba Ibnoe Nafi-school, de enige school van SIS Breda, hebben de inspectie en de Auditdienst een
incidenteel onderzoek uitgevoerd. Het onderzoeksrapport is vastgesteld op 22 mei 2007. De conclusie
van het onderzoek is dat de beweringen in de anonieme brief op vrijwel alle onderdelen niet gestaafd
worden door de bevindingen van het onderzoek. Het onderzoek heeft dus geen aanleiding gegeven
stappen te nemen tegen SIS Breda.
g. SIS (Almere/Lelystad/Hilversum)
Naar aanleiding van een bestuursconflict bij SIS hebben de inspectie en de Auditdienst een onderzoek
uitgevoerd naar de bestuurlijk situatie. Op 31 juli is het rapport vastgesteld en dit rapport is inmiddels
openbaar. U vindt het in de bijlagen bij deze brief.
Het rapport gaat uitvoerig in op het ontstaan van het bestuursconflict. Ook blijkt dat het bestuur zijn
verantwoordelijkheid onvoldoende heeft waargemaakt. Dit heeft geleid tot onvoldoende financieel
management en financieel beheer, tot onduidelijkheid en een gebrek aan transparantie over het
functioneren van het bestuur zelf, tot onheldere communicatielijnen en tot het niet of gebrekkig
functioneren van de medezeggenschapsraad. Verder zijn bij het onderzoek een aantal constructies
aangetroffen die in strijd zijn met de bekostigingsvoorwaarden. Medewerkers zijn met terugwerkende
kracht op de loonlijst geplaatst, zonder dat aan de formele vereisten is voldaan. Daarbij kon in enkele
gevallen niet worden aangetoond dat deze medewerkers ook werkzaamheden hebben verricht.
Inmiddels is er door een betrokkene bij SIS aangifte gedaan, is de bovenschoolsmanager op non-actief
gesteld en loopt er een arbeidsrechtelijke procedure.
De bestuurders van SIS die in functie waren in de periode waarop het onderzoek betrekking heeft
hebben op basis van het rapport besloten hun functie neer te leggen. Het nieuwe bestuur heeft
aangegeven zo snel mogelijk orde op zaken te willen stellen. De vervolgstappen richting het bestuur
van SIS bestaan uit het terugvorderen van onrechtmatige bestedingen en het maken van
prestatieafspraken op het punt van het financieel beheer, goed bestuur en de medezeggenschap.
Inmiddels heeft een gesprek plaatsgevonden waarin het bestuur op de hoogte is gesteld van de te
nemen maatregelen. Het bestuur van SIS heeft hierbij aangegeven volledige medewerking te verlenen.
Bij het onderzoek bij SIS is ook gebleken dat personeelsleden van de ISBO op de loonlijst staan van SIS,
terwijl zij geen werkzaamheden verrichten voor de scholen van SIS. Navraag bij de ISBO leert dat alle
medewerkers op de loonlijst van schoolbesturen staan en dat de loonkosten van deze medewerkers
verrekend worden met de contributie. De situatie dat alle medewerkers van de ISBO op de loonlijst
staan bij de aangesloten schoolbesturen is ongewenst. De ISBO heeft laten weten deze situatie te
zullen veranderen en een andere manier te zoeken om personeel in dienst te hebben.
blad 5/5
h. Ibn Ghaldoun Rotterdam
Naar aanleiding van een anoniem signaal van mogelijke onregelmatigheden hebben de inspectie en de
Auditdienst een onderzoek uitgevoerd bij Ibn Ghaldoun. Het rapport van het incidenteel onderzoek is
op 3 september 2007 vastgesteld en zal met het oog op de wettelijke termijn van vijf weken pas in de
eerste week van oktober openbaar kunnen worden gemaakt. De Kamer zal worden geïnformeerd over
de te nemen maatregelen. De bevindingen in het rapport hebben inmiddels aanleiding gevormd om
aangifte te doen.
i. IBS De Dialoog
Naar aanleiding van een aantal signalen van onregelmatigheden zijn de inspectie en de Auditdienst een
onderzoek gestart bij IBS De Dialoog. Zodra het onderzoek is afgerond en duidelijk is of en, zo ja, welke
maatregelen genomen moeten worden, zal de Tweede Kamer hierover worden geïnformeerd.
Vervolg
De opeenvolging van onderzoeken in het islamitisch onderwijs, waarbij vergelijkbare
onregelmatigheden worden geconstateerd, rechtvaardigt de vraag of deze onregelmatigheden breder
verspreid zijn. Wij zullen de Auditdienst en de inspectie de opdracht geven een thema-onderzoek te
starten naar mogelijke onregelmatigheden. Zo nodig kunnen in het onderzoek, afhankelijk van de opzet
en de bevindingen, ook andere schoolbesturen worden betrokken. De verwachting is dat het onderzoek
in het voorjaar van 2008 klaar is. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek wordt bekeken of en,
zo ja, welke verdere stappen nodig zijn.
Met vriendelijke groet,
De staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Sharon A.M. Dijksma Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart