Wet op het kindgebonden budget (30 912)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20017
2500 EA DEN HAAG
DBO/Adv - 2800357
25 september 2007
In de vergadering d.d. 7 september jl. van de vaste commissies voor
Volksgezondheid, Welzijn en Sport/Jeugd en Gezin en voor Financiën van
uw Kamer, is voorgesteld het voorbereidend onderzoek van het
wetsvoorstel Wet op het kindgebonden budget te houden op 2 oktober
2007. U zult de memorie van antwoord zo spoedig mogelijk ontvangen. De
plenaire behandeling van het wetsvoorstel is door uw Kamer inmiddels
voorzien voor 30 oktober aanstaande. Ik ben, mede namens de
staatssecretaris van Financiën, verheugd dat uw Kamer het wetsvoorstel
nog in oktober wilt afhandelen. Op deze wijze kan een tijdige en
adequate invoering van het wetsvoorstel worden gewaarborgd.
Het wetsvoorstel Wet op het kindgebonden budget regelt de omzetting
van de kinderkorting in een kindgebonden budget en wordt gefaseerd
ingevoerd (voor het jaar 2008 nog onder de naam `kindertoeslag').
Hiermee wordt de zogenoemde verzilveringsproblematiek als gevolg van
de kinderkorting al in 2008 opgelost. Vanuit koopkrachtoverwegingen
heeft het kabinet het bij de laatste begrotingsbesprekingen wenselijk
geacht om het bedrag dat in 2008 per huishouden wordt verstrekt, te
verhogen tot EUR 994 per jaar. Deze verhoging is vormgegeven door
middel van een voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het
kindgebonden budget (hierna: novelle). Die novelle heb ik voor
spoedadvies aan de Raad van State gezonden. Ik verwacht, dat de Tweede
Kamer deze novelle snel zal afhandelen. Ik verzoek u desalniettemin
met de afronding van de schriftelijke en mondelinge behandeling van
het wetsvoorstel Wet op het kindgebonden budget, indien de behandeling
van deze novelle enige vertraging zou oplopen, niet te wachten.
De uitvoering van het wetsvoorstel Wet op het kindgebonden budget is
gebaseerd op de Algemene Wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir).
Als gevolg van de in deze wet opgenomen betalingssystematiek dient het
kindgebonden budget voor de maand januari 2008 uitgekeerd te worden in
december van het voorafgaande jaar. Hiervoor is noodzakelijk dat
rechthebbenden in november 2007 een beschikking ontvangen, waarin
staat dat zij recht hebben op een kindgebonden budget.
De betaling vindt dan plaats door maandelijkse voorschotten. Om deze
reden zal in oktober ook begonnen worden met de voorlichting rond het
kindgebonden budget, waarin uiteraard het voorbehoud wordt aangegeven
dat uw Kamer nog moet instemmen met het wetsvoorstel.
De Minister voor Jeugd en Gezin,
mr. A. Rouvoet