Nieuw-Vlaamse Alliantie


Nood aan betere integratie Waalse werklozen in West-Vlaanderen (25/09/07)

De vraag naar arbeidskrachten in verschillende (Zuid-)West-Vlaamse bedrijven blijft groot. Vooral in bepaalde sectoren raken de vacatures maar niet ingevuld. Zo zijn de West-Vlaamse metaalbedrijven dringend op zoek naar 150 technisch geschoolde werknemers. De economie in de metaalsector draait goed, er is veel werk maar er studeert te weinig technisch personeel af. Het Tewerkstellings- en Opleidingsfonds voor Arbeiders Metaal (TOFAM) levert grote inspanningen om via opleidingen en premies de metaalsector aantrekkelijker te maken maar door de grote vraag blijft een permanent tekort aan werknemers bestaan.

In schril contrast met die grote vraag naar arbeidskrachten is de hoge werkloosheid in de naburige provincie Henegouwen. Unizo bevestigt dat het moeilijk blijft om Waalse arbeiders in West-Vlaanderen aan de slag te krijgen. Onlangs werd aangekondigd dat de VDAB en Forem de handen in elkaar slaan voor de organisatie van een Banenmarkt waar men Waalse werklozen warm zal proberen maken voor een job in West-Vlaanderen. Belangrijker zijn de samenwerkingsakkoorden die werden afgesloten tussen de Vlaamse en Waalse diensten voor arbeidsbemiddeling. De uitvoering ervan is evenwel nog niet op kruissnelheid. Er zijn dus wel inspanningen maar het doel is nog lang niet bereikt.

De toeleiding van anderstalige arbeiders naar Vlaamse vacatures is echter niet alles. Naast het feit dat de vraag naar werknemers hoog blijft, blijkt dat er ook heel wat problemen op de werkvloer zelf zijn. Vooral het gebrek aan kennis van het Nederlands is een knelpunt. Contacten uit de West-Vlaamse bedrijfswereld bevestigen dat de gebrekkige kennis van het Nederlands een goede werking in de weg staat: de communicatie verloopt niet vlot, veiligheids- en uitvoeringsvoorschriften worden niet begrepen, de werksfeer is allesbehalve optimaal etc.

Dat de kennis van het Nederlands de efficiëntie, de veiligheid en het rendement in het bedrijf ten goede komen, bleek onlangs uit de reacties op het initiatief Klare taal rendeert van het Huis van het Nederlands dat bedrijven een stappenplan aanbiedt voor het uittekenen van een taalbeleid. Door de taalbarrière op de werkvloer weg te werken, slagen bedrijven erin de communicatie te verbeteren. Werknemers durven problemen melden en suggesties doen met een verhoging van de efficiëntie en de kwaliteit alsook een verbetering van de werksfeer tot gevolg.

Er is nog heel wat werk aan de winkel. Al te vaak blijft het bij die ene cursus Nederlands waardoor de geleverde inspanningen verloren gaan. Om goede en blijvende resultaten te boeken is het daarentegen nodig een structureel en permanent taalbeleid te voeren. Daarnaast blijkt dat dit van het bedrijf grote inspanningen vraagt wat de drempel uiteraard verhoogt. Bedrijven kunnen weliswaar subsidies krijgen voor Nederlands op de werkvloer maar daarvoor moeten ze bij diverse instanties langsgaan en dat is zeer arbeidsintensief. Dit wordt echt als een groot nadeel ervaren.
Verder vraagt het ook heel wat inspanningen van de arbeiders. Het volgen van taallessen na het werk is vaak vermoeiend en levert soms problemen met kinderopvang. De lessen zijn vaak te schools en om de productie te kunnen garanderen, moet er soms geschoven worden en zelfs interims worden ingezet.

Vlaams volksvertegenwoordiger Gino De Craemer stelt dan ook het volgende voor:


1. Inzake de samenwerking tussen de VDAB en Forem. Er zijn al heel wat inspanningen geleverd maar toch blijft de Vlaamse vraag naar werknemers alsook de Waalse werkloosheid hoog. De N-VA pleit dan ook voor een geoptimaliseerde samenwerking door het versterken van bestaande initiatieven of het ontwikkelen van nieuwe maatregelen. Hierbij dient specifieke aandacht besteed te worden aan de knelpuntvacatures. Acties als banenmarkten kunnen een concrete oplossing bieden maar er moet nagedacht worden over meer structurele maatregelen.


2. Inzake de taalproblematiek.
Een gebrekkige kennis van het Nederlands blijft een struikelblok. Niet alleen bij het zoeken naar werk maar evenzeer op de werkvloer. Een éénmalige cursus blijkt niet voldoende. Er is met andere woorden nood aan een structureel taalbeleid in het bedrijf. Dit is niet evident voor zowel het bedrijf als de werknemer. Bedrijven zijn ook niet altijd overtuigd van het nut van een taalbeleid. De productie gaat voor. Hieraan dient de Vlaamse overheid de nodige aandacht te besteden. De N-VA pleit voor een vereenvoudiging van het momenteel té omslachtig subsidiesysteem. Dit zou de drempel voor bedrijven ongetwijfeld verlagen.

Auteur:
Vlaams volksvertegenwoordiger
Gino De Craemer

Meer informatie:
Contactpersoon: Piet De Bruyn, woordvoerder
Telefoon: 02 219 49 30
Fax: 02 217 35 10
E-post: piet.debruyn@n-va.be
Url: www.n-va.be