Nederlandse Tafeltennisbond
Pim de Goede stapt uit Olympic Talent Team
25-09-2007
Drie jaar geleden koos Pim de Goede als eerste jonge speler van zijn
generatie voor een full-prof bestaan. Na het behalen van zijn HAVO
diploma verhuisde de Goede op 16-jarige leeftijd naar Virton, nabij de
Franse grens. Na enige tijd in de speelzaal te hebben geleefd, vond
hij er een mooi appartement waar hij twee jaar woonde. Er werd
dagelijks tweemaal getraind en in
de weekends speelde hij in zowel het eerste als het tweede team van
Citibank Virton.
Het hele leven stond in teken van het tafeltennis.
De prestaties in België en op de internationale toernooien waren
voldoende en de Goede werd door de bondscoaches toegevoegd aan het
OTT, het Olympic Talent Team. Ook dit jaar voldeed de Bosschenaar aan
alle criteria voor het OTT-lidmaatschap. Na Sigrid van Ulsen, Bob
Franssen en enkele anderen kiest ook de Goede nu voor zijn
maatschappelijke carrière. In overleg met de heer Sialino, hoofd
topsport NTTB, en bondscoach Danny Heister werd besloten dat de Goede
geen deel meer zal uitmaken van de selectie van het Olympic Talent
Team.
Achim Sialino: " Het was al enige tijd bij ons bekend dat Pim een
maatschappelijke carrière wil gaan opbouwen. Ook andere spelers moeten
een weg zien te vinden om de sport te combineren met werk of studie.
Het is een probleem waar we vaker tegenaan lopen. Pim gaf aan niet
meer twee maal per dag te willen trainen. Daarnaast verwachten we van
onze selectiespelers ook dat zij zich goed verzorgen, op gewicht
blijven en werken aan de fysieke gesteldheid.
Dat kan alleen als je er volledig achter staat. Die motivatie
ontbreekt op dit moment.
We respecteren zijn besluit en hij blijft uiteraard welkom op onze
trainingen. Zijn inzet op de trainingen is altijd in orde en mocht hij
van gedachten veranderen is hij weer welkom in de selectie."
Pim de Goede: "Ik heb het bijzonder naar mijn zin bij Bultman Smash,
het is een prachtclub, maar ik ben niet zeker over mijn
tafeltennistoekomst. Net als Bob Franssen en anderen zie ik in, dat ik
geen topper wordt en de motivatie om nog eens 5 jaar 30 uur in de week
te trainen om de nummer 300 van de wereld te worden is momenteel ver
te zoeken. Bovendien, zelfs als ik nummer 200- 300 zou worden, kan ik
nog niet leven van het tafeltennis."
"Ik heb er alles aan gedaan om zo ver mogelijk te komen. Als broekie,
in een volledig Franstalig gedeelte van België, was dat in het begin
zeker niet eenvoudig. Het Frans kreeg ik gelukkig aardig onder de knie
en ook het koken en andere huishoudelijke taken heb ik me allemaal
zelf moeten aanleren. Ik gaf trainingen in Virton en kon met mijn
tafeltenniswinkel en mijn contract bij de club, voor het eerste en
tweede team, aardig rondkomen."
"Het is goed geweest dat ik het geprobeerd heb. Ik heb er geen spijt
van, maar ik heb nu eenmaal niet het talent en het lichaam om zonder
al te veel inspanningen heel erg goed te worden. Ik blijf wel trainen
natuurlijk en wil heel graag promoveren met Smash, maar de
internationale toernooien ga ik niet meer spelen en ik ga er een
studie naast doen.
Net zoals Daan Sliepen en Bob Franssen kies ik voor een zelfstandig
bestaan en een maatschappelijke carrière."
"In België heb ik gezien dat het beter geregeld kan worden voor de
spelers. Jonge spelers zoals Maeck en Vostes zijn in dienst van de
bond en hebben inkomen, dat maakt het makkelijker, al is het ook daar
geen vetpot. De kosten zijn in Nederland voor spelers en ouders of
partners hoog en ik hecht te veel waarde aan mijn zelfstandigheid om
tot mijn 25-30 jaar afhankelijk te zijn van de bijdrage van anderen."