Bodemdiertjes ingezet om bodemvervuiling te onderzoeken
Genoom van bodemdier bruikaar voor opsporing bodemvervuiling
Op ongeveer 400.000 locaties in Nederland is de grond vervuild. Geschat wordt dat het in 40.000 gevallen gaat om ernstig vervuilde gronden die dringend gesaneerd moeten worden. Om de vervuilde gronden sneller en efficienter in kaart te brengen, hebben onderzoekers van de Vrije Universiteit een nieuwe onderzoeksmethode ontwikkeld.
Om betere uitspraken te kunnen doen over de mate van grondvervuiling hebben de onderzoekers het genoom van de springstaart in kaart gebracht. Een springstaart is een bodemdiertje van circa 2 mm groot en is zeer gevoelig voor verschillende soorten vervuiling. Door een gedeelte van het genoom van de springstaart te onderzoeken, nadat deze enkele dagen in de vervuilde grond heeft gebivakkeerd, wordt het mogelijk om de mate van bodemvervuiling vast te stellen.
Door middel van een vrij toegankelijke database, waarin de DNA-sequenties van ongeveer 6000 Folsomia-genen opgeslagen zijn, kunnen ook andere onderzoekers nu speuren naar bijzondere genen die karakteristiek zijn voor schimmeletende bodemdieren in vervuilde grond.
Het onderzoek naar de moleculaire reactie van het springstaart op milieuvervuiling zal bijdragen aan een snellere, goedkopere en meer specifieke risicobeoordeling van verdachte bodems.
Vrije Universiteit Amsterdam