Raad van State
Uitspraak
Zaaknummer: 200704470/2
Publicatie datum: maandag 24 september 2007
Tegen: het college van gedeputeerde staten van Gelderland
Proceduresoort: Voorlopige voorziening
Rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Grondwaterwet
---
200704470/2.
Datum uitspraak: 24 september 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige
voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het
geding tussen onder meer:
{verzoeker}, wonend te {woonplaats},
en
het college van gedeputeerde staten van Gelderland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 14 mei 2007 heeft verweerder de op 12 oktober 1995 aan
de Verenigde Coöperatieve Melkindustrie Coberco B.A. verleende
vergunning als bedoeld in artikel 14 van de Grondwaterwet, gewijzigd.
Tegen dit besluit heeft onder meer verzoeker bij brief van 11 juli
2007, bij de Raad van State ingekomen op 11 juli 2007, beroep
ingesteld.
Bij brief van 11 juli 2007, bij de Raad van State ingekomen op 11 juli
2007, heeft verzoeker de Voorzitter verzocht een voorlopige
voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 september 2007,
waar verzoeker, in persoon, en verweerder, vertegenwoordigd door A.
Hager-Hiemstra en ir. S.A. Buil-van den Bos, ambtenaren van de
provincie, zijn verschenen.
Voorts is als partij gehoord Friesland Foods Cheese, vertegenwoordigd
door ir. R.M.P.M.J. Gennip.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is
niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. De bij het besluit van 12 oktober 1995 verleende vergunning
betreft het onttrekken van 80.000 m3 grondwater per kwartaal met een
maximum van 286.000 m3 per jaar ten behoeve van proces- en
ketelvoedingswater bij de kaasproductie in het productiebedrijf van
Verenigde Coöperatieve Melkindustrie Coberco B.A. (thans Friesland
Foods Cheese) aan de Toldijkseweg 21 te Steenderen.
Bij het bestreden besluit is de vergunde hoeveelheid te onttrekken
grondwater gewijzigd in maximaal 110.000 m3 grondwater per kwartaal
met een maximum van 395.000 m3 grondwater per jaar.
2.3. Verzoeker vreest dat de uitbreiding van de hoeveelheid te
onttrekken grondwater zal leiden tot jaarlijks incidentele schade bij
de gewassen op zijn landgoed en tot blijvende schade bij de hierop
staande bomen. Voorts vreest hij dat zijn monumentale pand hierdoor
schade zal lijden. Hij stelt dat verweerder ten onrechte geen
onderzoek heeft gedaan naar het eventueel verdiepen van de
onttrekking, nu dit volgens hem minder nadelige gevolgen heeft voor de
huidige grondwaterstand ter plaatse van de betrokken percelen.
2.2.1. Blijkens de stukken en het verhandelde ter zitting wordt de
grondwaterstand ter plaatse van het landgoed als gevolg van de
onttrekking van Friesland Foods Cheese ongeveer 4 centimeter verlaagd.
Bij de beoogde nieuwe onttrekkingshoeveelheid wordt de grondwaterstand
in totaal 5 à 7 centimeter verlaagd. Uit twee peilbuizen in de
omgeving blijkt dat er in de periode januari 2005 tot en met april
2007 een grondwaterfluctuatie is geweest van 1,60 meter.
Voorts is in een effectenstudie naar de uitbreiding van de huidige
grondwateronttrekking aangegeven dat ten gevolge hiervan geen
negatieve effecten op de zetting zijn te verwachten.
2.2.2. Het voorgaande in aanmerking genomen, is de Voorzitter niet
gebleken dat onmiddellijke inwerkingtreding van het bestreden besluit
voor verzoeker onevenredig nadelige gevolgen zal hebben.
Hij is derhalve van oordeel dat, gelet op de betrokken belangen, voor
het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening de daartoe
ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht vereiste
onverwijlde spoed ontbreekt. De Voorzitter ziet daarom aanleiding het
verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd, als
Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J. Heijerman, ambtenaar van
Staat.
w.g. Hammerstein-Schoonderwoerd w.g. Heijerman
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 24 september 2007
255.