Het Koninklijk Huis
---
Toespraak van Prinses Máxima, 24 september 2007
bij de presentatie van het WRR-rapport Identificatie met Nederland,
Den Haag
Het thema identiteit houdt heel veel mensen in ons land sterk bezig.
Niet alleen in de wetenschap en in politieke kringen, maar overal. Het
raakt ons allemaal. Daarom is het goed dat de WRR dit onderwerp heeft
uitgediept. Een ingewikkelde klus, want er zitten zo veel dimensies
aan.
Zo'n zeven jaar geleden begon mijn zoektocht naar de Nederlandse
identiteit. Daarbij werd ik geholpen door tal van lieve en wijze
deskundigen. Ik had het voorrecht met veel mensen kennis te maken.
Heel veel te zien, te horen en te proeven van Nederland.
Het was een prachtige en rijke ervaring waarvoor ik enorm dankbaar
ben. Maar `de' Nederlandse identiteit? Nee, die heb ik niet gevonden.
Nederland is: grote ramen zonder gordijnen, zodat iedereen goed naar
binnen kan kijken. Maar ook: hechten aan privacy en gezelligheid.
Nederland is: één koekje bij de thee. Maar ook: enorme gastvrijheid en
warmte. Nederland is: nuchterheid en beheersing. Pragmatisme. Maar
ook: samen intense emoties beleven.
Nederland is veel te veelzijdig om in één cliché te vatten. `De'
Nederlander bestaat niet. Als troost kan ik u zeggen dat `de'
Argentijn ook niet bestaat. Ik vind het daarom heel interessant dat de
titel van het rapport van de WRR niet is `De Nederlandse Identiteit'.
Maar: `Identificatie met Nederland'. Dat laat ruimte voor
ontwikkeling. En voor diversiteit.
Bij het lezen van het rapport moest ik terugdenken aan 30 maart 2001.
De dag dat de verloving van mijn man en mij werd aangekondigd op de
Nederlandse televisie. U kunt zich dat misschien nog herinneren. Ik in
ieder geval heel goed.
Mijn schoonvader, Prins Claus, zei toen het volgende: "Eén vraag die
heel moeilijk te beantwoorden is en die mij herhaaldelijk gesteld
werd, is hoe het voelt Nederlander te zijn. Mijn antwoord is: ik weet
niet hoe het is Nederlander te zijn. Ik heb verschillende loyaliteiten
en ik ben wereldburger en Europeaan en Nederlander." Woorden die ik
nooit ben vergeten. Om de identiteit en loyaliteit van een mens zijn
geen hekken te plaatsen. Ik denk dat veel mensen het zo voelen.
Twee jaar geleden waren mijn man en ik op bezoek in Marokko. We hadden
een groepje jonge Nederlanders meegenomen. De helft van hen had een
Marokkaanse achtergrond. Zij waren onze gidsen en onze tolken. Ik
herinner me een bezoek aan een Koran-school in Marrakesh. Voor ons een
onbekend terrein. Maar zij maakten ons wegwijs in de ideeën en
gebruiken. Moeiteloos vertaalden ze heen en weer tussen Marokkaans en
Nederlands. Wat geweldig, om thuis te zijn in twee culturen en
moeiteloos van de een naar de nader te kunnen springen. Bruggenbouwer
te kunnen zijn. Ik was enorm trots op hen.
Een ander voorbeeld. Vorig jaar was ik vanuit mijn interesse te gast
bij een aantal gesprekken van Pauline Meurs met studenten. Het ging
over de ontwikkeling van hun eigen identiteit en wat het voor hen
betekent Nederlander te zijn. Een van de studenten was Semra, een
studente Rechten. Zij vertelde dat ze bij het slagen voor haar
eindexamen haar schooltas had gehangen aan een mast met twee vlaggen:
een Turkse en een Nederlandse. Een mooi beeld. Een bungelende
schooltas. Twee feestelijk wapperende vlaggen. Wel één mast.
Het rapport van de WRR geeft veel aandacht aan functionele
identificatie. Dat betekent heel simpel: elkaar leren begrijpen omdat
je samen een belang deelt. Denk aan een sportclub. Of een bedrijf. Of
een school. Of een buurt. Het goede daarvan is dat de nadruk niet ligt
op de zichtbare verschillen tussen mensen. Maar op het gezamenlijke
doel. En op ieders persoonlijke kwaliteiten. Zo kunnen vooroordelen
wegsmelten. Samen spelen. Samen studeren. Samen werken. Dat geeft
jonge mensen met verschillende achtergronden een gezamenlijk
perspectief. Dat is enorm belangrijk in een wereld van open grenzen.
We denken nog teveel in scheidslijnen. Ook nieuwkomers doen dat. Soort
bij soort. Maar Nederland is geen Artis. Juist verscheidenheid en
vermenging geven ons kracht. Eerder heb ik eens het volgende voorbeeld
gegeven. Ik was een tijdje geleden op werkbezoek in een supermarkt. De
manager vertelde dat hij had geprobeerd de omzet te verhogen met een
nieuw assortiment Marokkaanse producten. Dat lukte van geen kant. Tot
een kassamedewerkster met een Marokkaanse achtergrond zich ermee
bemoeide. Zij gaf het advies de producten veel lager in het schap te
zetten. Toen vlogen ze de winkel uit. Wat was het probleem geweest?
Heel eenvoudig. De Marokkaanse huivrouwen hadden de spullen wel willen
kopen, maar ze konden er gewoon niet bij.
Daarom zeg ik ook als econoom: het is goed als je organisatie mensen
in huis heeft die van elkaar verschillen. Diversiteit loont.
Dames en heren, volgens cijfers van de Verenigde Naties leven er op de
wereld 175 miljoen mensen in een land waar ze niet zijn geboren. Ik
ben een van die 175 miljoen.
Voor ons huis staat een paddestoel. Zo'n echte Hollandse
ANWB-paddestoel. Die paddestoel geeft de coördinaten van mijn leven.
Buenos Aires.
New York.
Brussel.
Den Haag.
Wassenaar.
Ze staan er allemaal op. Met de juiste richting en de afstand in
kilometers. Elke keer als ik weg ga of thuiskom, kom ik erlangs. Al
die plaatsen en de mensen die erbij horen, maken deel uit van mijn
leven. Ze horen bij mijn identiteit als Nederlandse. Ze zijn me
dierbaar.
Ik hoop dat het rapport van de WRR aanleiding zal zijn tot een open
discussie zonder generalisaties over het thema `identificatie met
Nederland'.
Dat zal niet meevallen. We vervallen gemakkelijk in zwart-wit denken.
Maar daarmee doen we onszelf en anderen te kort. Mensen hebben altijd
méér dimensies. Mensen veranderen ook. Dat is wat mensen zo bijzonder
maakt: het vermogen zich te ontwikkelen. Het is niet `of, of'. Maar
`en, en'. Dat maakt de discussie over identiteit niet gemakkelijker.
Maar wel veel interessanter.
© RVD