De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Uw brief 07-SZW-B-048
Ons kenmerk AV/PB/2007/30629
Datum 24 september 2007
Onderwerp Voortgang API-dossier
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft mij gevraagd de Kamer te
informeren over de voortgang in het dossier van de Algemene Pensioeninstelling (API). De
vaste commissie verzocht mij daarbij met name in te gaan op de vraag hoe aan de API verder
wordt richtinggegeven en of er wordt gekozen voor verzekeraars dan wel pensioenfondsen.
In mijn brief van 22 juni jl. (Kamerstukken II 2006/2007, 30 413, nr. 99) heb ik aangegeven
dat de introductie van de API tegemoet moet komen aan de beperking dat de Nederlandse
wetgeving momenteel (behalve het pensioenfonds) geen pensioeninstelling kent in de zin van
de Europese richtlijn voor pensioeninstellingen (richtlijn 2003/41/EG) die een geïntegreerd
pensioenproduct - dat wil zeggen het verzekeringstechnische product inclusief het
vermogensbeheer en de administratie - op de markt kan zetten.
Met de API wordt beoogd een vehikel te introduceren dat de ruimte die wordt geboden door de
Europese richtlijn betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor
bedrijfspensioenvoorzieningen (richtlijn 2003/41/EG; ook wel aangeduid als IORP-richtlijn)
volledig kan benutten. Het is dan ook de bedoeling om de API meer mogelijkheden te bieden
dan het pensioenfonds in de zin van de Pensioenwet. In tegenstelling tot het pensioenfonds zal
de API bijvoorbeeld gebruik kunnen maken van de ruimere productafbakening van de richtlijn.
Verder zal voor de API niet de eis van één financieel geheel, zoals die voor pensioenfondsen
van toepassing is, hoeven te gelden.
Om optimaal gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die de richtlijn biedt, zal de API
onder de reikwijdte van de IORP-richtlijn moeten vallen. Ook het pensioenfonds zoals wij dat
in Nederland kennen, valt onder deze richtlijn. Dat geldt evenwel niet voor verzekeraars. Het
gaat bij de verdere inrichting van de API met andere woorden niet om de keus tussen een
pensioenfonds of een verzekeraar. Beoogd wordt juist om de API als een nieuwe
pensioenuitvoerder naast deze reeds bestaande uitvoerders te plaatsen. Dit vereist een goede
afbakening tussen deze instituten.
Ons kenmerk
Deze afbakening is uiterst complex, ook in relatie tot de invulling van governance en
medezeggenschap. Verder hangt ook de invulling van het toezichtsregime nauw samen met de
bedoelde afbakening. Het toezichtsregime kan immers pas vastgesteld worden als duidelijk is
welke voorwaarden er wel en niet op de API van toepassing zullen zijn. Zoals ik in mijn eerder
genoemde brief aan de Kamer heb aangegeven, zullen in ieder geval de (minimum) bepalingen
uit de genoemde richtlijn van toepassing moeten zijn op de API teneinde onder de reikwijdte
van de IORP-richtlijn te vallen.
Het is mijn voornemen om nog voor het einde van dit jaar met een voorstel te komen, waarmee
ook de consultatie van de spelers in het veld ter hand kan worden genomen.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(J.P.H. Donner)
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid