College ter Beoordeling van Geneesmiddelen

Nieuws en publicaties

---

Actueel

21 september 2007
Aandacht voor Yasmin in radioprogramma

Vanochtend (21 September) heeft het radioprogramma VPRO-Argos aandacht besteed aan de anticonceptiepil Yasmin. Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) vindt het belangrijk dat mogelijke problemen met een geneesmiddel afgewogen besproken worden. Initiatieven zoals het programma Argos zijn daarbij belangrijk. Overigens werd er tijdens de uitzending ten onrechte op gewezen dat volgens het CBG de anticonceptiepil verkocht onder de naam Yasmin 'gegarandeerd veilig' zou zijn. Het College volgt en weegt voortdurend de mogelijke risico's van geneesmiddelen die in Nederland beschikbaar zijn. Als het nodig is grijpt het College in. Absolute garanties kunnen daarbij niet gegeven worden.

Overzicht van de meest recente onderzoeksgegevens

De gecombineerde anticonceptiepil (inclusief Yasmin) en het risico van veneuze trombose

Veneuze trombose (stolsel in een ader) is een zeldzame bijwerking die kan optreden bij gebruik van alle gecombineerde anticonceptiepillen (combinatie van oestrogeen + progestageen), inclusief Yasmin. Veneuze trombose treedt meestal op in een ader van het been ('trombosebeen'). Wanneer de diagnose niet wordt gesteld en geen behandeling wordt gestart, kan het stolsel zich verplaatsen naar de long (longembolie). In zeer zeldzame gevallen (1-2%) kan men overlijden aan deze complicatie, ook als men trombose krijgt zonder de pil te hebben gebruikt. Een dergelijke dramatische afloop van deze bijwerking kan optreden bij elk type anticonceptiepil. Het is niet zo dat de ene anticonceptiepil meer kans geeft op een dodelijke afloop van de opgetreden trombose dan een andere.

Het vóórkomen van trombose bij gezonde jonge vrouwen (15 - 44 jaar) zonder pilgebruik is heel laag: 5 - 10 gevallen per 100.000 vrouwjaren. Als gevolg van dit lage risico zal een 2- tot 4-voudig verhoogd risico als gevolg pilgebruik niet leiden tot een grote toename in het aantal extra gevallen van trombose. Bij gebruik van 2e generatiepillen (pillen met levonorgestrel) stijgt de incidentie naar 20 gevallen van trombose. Bij gebruik van 3e generatiepillen (pillen met desogestrel of gestodeen) naar 30-40 gevallen per 100.000 vrouwjaren van gebruik.

De oorzaak van deze bijwerking is nog steeds niet volledig bekend. Gebruik van gecombineerde anticonceptiepillen heeft invloed op de stolling in het bloed. Deze effecten lijken op de veranderingen in stolling die optreden tijdens de zwangerschap. Tijdens de zwangerschap en de eerste maanden na de bevalling bestaat er ook een verhoogd risico op trombose (60 gevallen per 100.000 zwangerschappen). Bij vrouwen lijken hormonen daarom een belangrijke rol te spelen bij het optreden van trombose. De reden waarom de ene vrouw wél en de andere vrouw geen trombose krijgt tijdens pilgebruik of zwangerschap is niet bekend.

Het is wel gebleken dat als de gebruikster al een verhoogd risico heeft op veneuze trombose, bijvoorbeeld door een erfelijke afwijking in de bloedstolling, dit risico door gebruik van de pil (of tijdens de zwangerschap) verder kan toenemen. Er is een aantal zeldzame erfelijke stollingsafwijkingen (proteïne C deficiëntie, proteïne S deficiëntie en antitrombine deficiëntie) die een sterk verhoogd risico (méér dan 40-voudig) op trombose geven. Bij deze vrouwen bestaat de kans dat binnen een aantal maanden na de start van het pilgebruik een trombose optreedt. In de praktijk gaat het vaak om jonge vrouwen die nog nooit eerder de pil hebben gehad.

Voordat de 'Pil' wordt voorgeschreven moet daarom altijd gevraagd worden of in de familie trombose op jonge leeftijd voorkomt b.v. bij pilgebruik, bij zwangerschap of spontaan. Zo ja, dan wordt het gebruik van de pil afgeraden. In dat geval dient de vrouw te worden onderzocht of bij haar ook sprake is van erfelijke stollingsproblemen en/of in haar familie. Maar ook wanneer er geen trombose op jonge leeftijd voorkomt in de familie, is dit geen garantie dat de vrouw zelf geen afwijkingen heeft. Ook zijn nog niet alle stollingsafwijkingen in kaart gebracht, want er zijn families waarin trombose op jonge leeftijd voorkomt, maar waarin geen enkele bekende afwijking in het stollingsysteem is aangetoond. Een tijdelijk verhoogd risico voor trombose treedt op bij zwangerschap en kraambed zoals hierboven genoemd, grote operaties, ernstige verwondingen en bij langdurige bedrust.

Yasmin
Deze anticonceptiepil is 1999 in Nederland geregistreerd en in 2000 in de overige EU-lidstaten. Het openbare beoordelingsrapport dat is gemaakt op basis van de toen ingediende onderzoeksgegevens (registratiedossier) staat op de website van het CBG onder 'Informatie over Geneesmiddelen - Openbare beoordelingsrapporten'.

Op basis van het registratiedossier alleen is het niet mogelijk een goede schatting te geven van het risico van trombose bij het gebruik van Yasmin t.o.v. het risico van al geregistreerde anticonceptiepillen vanwege de zeldzaamheid van deze bijwerking. Ook spontane meldingen van bijwerkingen zijn geen goede methode dit te kunnen beoordelen: aan de ene kant omdat het voor artsen geen verplichting is om bijwerkingen te melden, aan de andere kant omdat aandacht in de media een toename in het aantal meldingen van bijwerkingen kan geven.

De Europese autoriteiten hebben daarom bij de registratie de voorwaarde gesteld dat de fabrikant van Yasmin verder onderzoek moest laten uitvoeren, waarin het risico van trombose bij gebruik van Yasmin diende te worden vergeleken met het risico van trombose bij gebruik van andere gecombineerde anticonceptiepillen. Dit onderzoek (EURAS) is in 2001 gestart en eind 2006 afgerond en gepubliceerd. De firma heeft dit onderzoek uit laten voeren door het "Center for Epidemiology and Health Research" in Berlijn. Het ontwerp van het onderzoek is aan de Europese autoriteiten voorgelegd en goedgekeurd. Gedurende de looptijd van het onderzoek dienden tussenrapportages te worden ingediend.

Het EURAS onderzoek, waaraan 58.000 vrouwen hebben deelgenomen, is uitgevoerd in zeven Europese landen (Oostenrijk, België, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Nederland en Engeland). In dit onderzoek werden drie groepen pilgebruiksters met elkaar vergeleken: een groep alleen Yasmin (16.000 vrouwen), een groep anticonceptiepillen met het progestageen levonorgestrel 16.000) en een derde groep met verschillende andere anticonceptiepillen (26.000). Gecombineerde anticonceptiepillen die levonorgestrel bevatten (2e generatie anticonceptiepil), worden beschouwd als de anticonceptiepillen met het laagste risico op trombose. Om zo veel mogelijk de dagelijkse praktijk na te bootsen, hebben zowel vrouwen mèt als vrouwen zònder extra risico voor trombose deelgenomen aan deze studie. Dit onderzoek heeft opnieuw bevestigd dat het optreden van trombose een zeldzame bijwerking is die bij gebruik van alle gecombineerde anticonceptiepillen kan optreden. Daarnaast was het risico van trombose bij gebruik van Yasmin niet hoger dan bij gebruik van andere gecombineerde anticonceptiepillen, inclusief de anticonceptiepillen die levonorgestrel bevatten.

Ook op verzoek van de Amerikaanse registratieautoriteiten, de FDA, is extra onderzoek uitgevoerd: de INGENIX-studie naar het risico van trombose bij gebruik van Yasmin in vergelijking met andere 'gecombineerde' anticonceptiepillen. Dit onderzoek is recent afgerond, maar nog niet gepubliceerd. Deze studie geeft vergelijkbare uitkomsten als het EURAS onderzoek.

Op grond van de resultaten van deze beide onderzoeken is er geen reden aan te nemen dat het risico op trombose bij het gebruik van Yasmin verschilt van het risico bij het gebruik van andere anticonceptie pillen.