Regering.nl

Ministerraad akkoord met nieuwe beloningsstructuur publieke sector

Persbericht | 21-09-2007

De ministerraad heeft op voorstel van minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingestemd met de nadere uitwerking van het Coalitieakkoord inzake de beloningsstructuur in de publieke sector.

In de publieke sector moet een samenhangend loongebouw komen, waarin de minister-president het hoogste inkomen verdient en de onderlinge beloningsverhoudingen helder gestructureerd zijn. Het ministerssalaris geldt als de maximumnorm voor de overige inkomens in de publieke sector. Dit is in overeenstemming met de adviezen van de Adviescommissie Rechtspositie Politieke Ambtsdragers (de commissie Dijkstal) waarmee het vorige kabinet heeft ingestemd. Het kabinet heeft besloten stapsgewijs over te gaan tot dit nieuwe loongebouw en als eerste stap het ministerssalaris met 10 procent te verhogen. Ook voor de overige (politieke) ambtsdragers bedraagt de nu voorgestelde verhoging maximaal 10 procent. Een in te stellen commissie van wijzen moet besluiten over de fasering van de door de commissie Dijkstal voorgestelde verdere verhoging tot maximaal 130 procent van het huidige ministerssalaris.

De voorstellen die uit het Dijkstaladvies voortvloeien, vormen een samenhangend geheel en voorzien ook in versoberingen van de rechtspositieregelingen (o.a. beperking uitkeringsduur, invoering sollicitatieplicht onder 57,5 jaar en aanpassing onkostenvergoeding). De bijgevoegde tabel bevat een overzicht van de oude en nieuwe inkomens van de politieke ambtsdragers.

De uitwerking die nu is afgesproken, betekent een aanpassing van de wetsvoorstellen die in 2006 bij de Tweede Kamer zijn ingediend (zie overzicht hieronder). De nota's van wijziging worden aan de Tweede Kamer gezonden. De uitwerking bevat de volgende elementen:
* Het huidige ministerssalaris wordt verhoogd met 10 procent.
* Het salaris van de minister-president wordt vastgesteld op 110 procent van het nieuwe ministerssalaris.

* Over de fasering van de door de commissie Dijkstal geadviseerde verdere verhoging tot 130 procent van het huidige ministerssalaris beslist een commissie van wijzen. Dit zoals afgesproken in het Coalitieakkoord.

* De salarisnorm in de publieke sector wordt 130 procent van het huidige ministerssalaris, zoals door de commissie Dijkstal is geadviseerd.

* De salarissen van de overige politieke ambtsdragers in het parlement en bij provincies en gemeenten worden aangepast op basis van de structuur die door de commissie Dijkstal is voorgesteld. De salarissen van deze groepen mogen maximaal 10 procent stijgen.
* De bestaande vaste kostenvergoedingen worden omgezet in een vast percentage van het salaris. Dit is conform het advies van de commissie Dijkstal.

* Het nieuwe salaris (nieuwe salaris plus nieuwe kostenvergoeding ) is niet lager dan het huidige inkomen.

* De uitwerking geldt ook voor de salarissen van de leden van de Hoge Colleges van Staat. De topfuncties bij de Rechterlijke Macht zullen later volgen.

Hieronder volgt een korte weergave van de ingediende wetsvoorstellen, waarin de nota's van wijziging zijn verwerkt.

Wijziging Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers (Appa)

Het wetsvoorstel tot wijziging van de Appa (TK 30424) houdt in dat de wachtgeldvoorziening voor politici meer in lijn wordt gebracht met de voor werknemers geldende werkloosheidsregelingen. Dit leidt tot een versobering van de uitkeringsaanspraken. De maatregelen houden in:
* Een beperking van de duur van de Appa-uitkering bij aftreden voor politici jonger dan 50 jaar tot maximaal vier jaar in plaats van zes jaar.

* Verhoging van de leeftijd van 50 naar 55 jaar waarop bij aftreden recht bestaat op een verlengde uitkering tot 65 jaar.
* Aanspraak op een outplacementvoorziening na aftreden.
* De introductie van een sollicitatieplicht voor politici jonger dan 57,5 jaar.

Openbaarmaking nevenfuncties

Politici die hun functie niet in deeltijd uitoefenen moeten alle inkomsten uit nevenfuncties openbaar maken, zowel publiek als privaat. Dit om het risico van belangenverstrengeling of de schijn van belangenverstrengeling te vermijden (TK 30425).

Wijziging ministerssalaris

Voorgesteld wordt om de norm te herstellen dat het ministerssalaris het hoogste salaris is in de publieke en semipublieke sector. Daartoe moet op termijn het ministerssalaris met 30% worden verhoogd. Daarnaast wordt voor de minister-president een toeslag van 10% voorgesteld (TK 30426).

Permanente adviescommissie

Er wordt voorzien in een permanente onafhankelijke commissie die adviseert over het salarisniveau en de rechtspositie van politici, de Hoge Colleges van Staat en topambtenaren (TK 30427).

Beloningsstructuur voor politieke ambtsdragers

Overeenkomstig het advies van de Commissie Dijkstal wordt voorgesteld de onderlinge salarisverhoudingen aan elkaar te koppelen. De bezoldigingstabel ziet er volgt uit:
110% minister-president
100% minister
90% staatssecretaris
85% commissaris van de Koningin, burgemeester grote steden 70% voorzitter waterschap, wethouder grote steden 60% gedeputeerden
55% leden Tweede Kamer (vergoeding eerste Kamerleden 25% daarvan) 20% raadsleden grote steden
10% statenleden
Daarnaast wordt voorgesteld de vaste kostenvergoedingen uit te drukken in een vast percentage van het bruto salaris. Conform het advies van de Commissie Dijkstal wordt 6% voorgesteld. Voor gemeenteraadsleden en leden van provinciale staten wordt dit 10% vanwege de beperktere mogelijkheden om van faciliteiten van de organisatie gebruik te maken. Voor alle neveninkomsten komt er een verrekeningsregeling. Inkomsten uit nevenfuncties met een vergoeding uit de publieke kas moeten geheel worden teruggestort. Dit geldt voor politici met een volledig inkomen. Uitzondering hierop zijn de volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer en het Europese Parlement. Zij kennen nu al een verrekeningsregeling (TK 30693).