Raad van State
Uitspraak
Zaaknummer: 200705633/1
Publicatie datum: vrijdag 21 september 2007
Tegen: het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland
Proceduresoort: Voorlopige voorziening
Rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Afval
---
200705633/1.
Datum uitspraak: 21 september 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige
voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het
geding tussen:
, wonend te ,
en
het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 23 juli 2007 heeft verweerder aan de besloten
vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Delfluent Services B.V."
(hierna: vergunninghoudster) een gedoogbeschikking onder voorwaarden
verleend om in de periode tot 31 augustus 2007 tijdelijke maatregelen
te treffen aan de afvalwaterzuiveringsinstallatie Harnaschpolder.
Tegen dit besluit hebben verzoekers bezwaar gemaakt.
Bij brief van 6 augustus 2007, bij de Raad van State ingekomen op 7
augustus 2007, hebben verzoekers de Voorzitter verzocht een voorlopige
voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 september
2007, waar verzoekers, in persoon en bijgestaan door ir. M. Bertrams,
en verweerder, vertegenwoordigd door mr. M.F.C. Kisters, Dr. Th.S.V.
Buijs en ing. R.A.J. Bontje, ambtenaren van de provincie, zijn
verschenen. Voorts is gehoord vergunninghoudster, vertegenwoordigd
door mr. W.G.B. van de Ven, advocaat te Den Bosch, en drs. F.J.H
Vossen.
2. Overwegingen
2.1. Het gedoogbesluit waartegen verzoekers opkomen is op 31 augustus
2007 geëxpireerd en heeft derhalve geen werking meer.
2.2. Gelet hierop is de Voorzitter van oordeel dat geen sprake is van
een spoedeisend belang voor verzoekers bij schorsing van dit besluit,
zodat aanleiding bestaat het verzoek om het treffen van een voorlopige
voorziening af te wijzen.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd, als
Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.A.G. Stolker, ambtenaar van
Staat.
w.g. Hammerstein-Schoonderwoerd w.g. Stolker
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 21 september 2007
157-495.