Juridische Zaken
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
23 augustus 2007 2060723600
TRCJZ/2007/2909
20 september 2007
Antwoord kamervragen over de procedure bij de voorbereiding van het wetsvoorstel Dieren
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van het lid Thieme (PvdD) over de
procedure bij de voorbereiding van het wetsvoorstel voor een Wet dieren.
1, 2, 4 en 9
Kunt u aangeven waarom u na een lange periode van stilte en onduidelijkheid over het
voortbestaan van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de voortgang en
invulling van het nieuwe Wetsvoorstel Dieren onaangekondigd op 2 augustus jl. in de
vakantietijd maatschappelijke organisaties 14 dagen hebt gegeven om te reageren op een
eerste ontwerp?
Kunt u aangeven waarom u niet eerder de maatschappelijke organisaties heeft ingelicht
en geraadpleegd? Waarom heeft u de verzend- en reactietermijn niet tevoren
aangekondigd?
Kunt u aangeven waarom u heeft gekozen voor een periode van 14 dagen waarin
maatschappelijke organisaties een inbreng kunnen leveren?
Kunt u aangeven hoe de behandeling van het wetsvoorstel Dieren zich verhoudt tot de in
het najaar te verschijnen Nota dierenwelzijn? Kunt u daarbij aangeven op welke wijze de
behandeling van de Nota dierenwelzijn en de daaruit voortvloeiende verzoeken van de
Kamer opgenomen zullen worden in het wetsvoorstel Dieren?
In de eerste helft van 2006 is een brede kring van belanghebbende organisaties op
hoofdlijnen geïnformeerd over de in voorbereiding zijnde Wet dieren. Daarnaast zijn met
een kleine groep van sleutel-organisaties, ambtelijk, gesprekken gevoerd. In verband met
de in 2006 gehouden verkiezingen en de aard van het onderwerp is vervolgens dit traject
stop gezet.
Over het in augustus jl. verzonden concept-wetsvoorstel is ambtelijk met de betrokken
organisaties vóór verzending contact gezocht. Daarbij is gevraagd om commentaar op
het wetsontwerp. Ook is gewezen op de relatief korte termijn van twee weken die voor
dat commentaar zou worden gegeven.
Deze termijn houdt verband met de versnelling van het wetstraject in verband met de
gewenste samenhang daarvan met de Nota dierenwelzijn en de Nationale agenda
diergezondheid. Het wetsvoorstel behoeft immers, anders dan genoemde nota's, advies
van de Raad van State alvorens dat kan worden ingediend bij de Tweede Kamer.
Het wetsvoorstel beoogt het voertuig te zijn waarmee ook nieuwe beleidsvoornemens die
wettelijke grondslag behoeven, kunnen worden gerealiseerd.
3
Kunt u aangeven hoe de selectie heeft plaatsgevonden van maatschappelijke organisaties
die inhoudelijk commentaar mogen leveren op het wetsvoorstel Dieren? Wat zijn hierbij de
selectiecriteria geweest?
De organisaties die een concept wetsvoorstel om commentaar hebben toegezonden
gekregen, behoren tot de reguliere gesprekspartners van mijn ministerie.
5, 6, 7 en 8
Acht u deze termijn van 14 dagen voldoende voor het leveren van een inbreng vanuit de
maatschappelijke organisaties? Zo ja, waarom? Zo neen, bent u bereid de inspraaktermijn
te verlengen?
Kunt u aangeven of u dit alles overziend, uw inspraakmethode een aanvaardbare
werkwijze vindt? Bent u bereid deze werkwijze alsnog te herzien? Zo ja, op welke wijze en
binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet?
Kunt u aangeven op welke wijze u de inbreng die nu is geleverd door maatschappelijke
organisaties zult gebruiken bij de verdere vormgeving van het wetsvoorstel Dieren?
Kunt u aangeven op welke wijze u zal verantwoorden dat er serieus is omgegaan met de
opmerkingen, suggesties en verbeteringen die zijn aangedragen door de maatschappelijke
organisaties? In hoeverre zullen uw afwegingen hierin openbaar worden gemaakt?
Alle ontvangen commentaren beschouw ik als waardevol. Ik stel de inspanning die
hiervoor door alle betrokken organisaties is getoond op prijs. Ik heb geen indicatie dat de
gegeven termijn belemmerend is geweest voor de kwaliteit van de reacties.
Het concept-wetsvoorstel is voor eenieder toegankelijk geplaatst op de LNV-internet-site.
Zo is iedereen in de gelegenheid daarop te reageren. Hiervan is echter nauwelijks gebruik
gemaakt.
Overigens is na afloop van de commentaartermijn het concept wetsvoorstel ook naar een
aantal andere betrokken organisaties gezonden. Tijdens de verschillende consultatie-
bijeenkomsten in verband met de Nota dierenwelzijn is voorts de gelegenheid geboden
tevens over het concept-wetsvoorstel te spreken met aanwezige ambtenaren. Met een
enkele organisatie is nadien nog apart een gesprek gevoerd.
De inbreng zal op de gebruikelijke wijze zorgvuldig worden gewogen en worden
betrokken bij de werkzaamheden aan het wetsvoorstel.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit