ChristenUnie
Tekst Bijdrage Arie Slob Algemene Politieke Beschouwingen 2007
Tekst Bijdrage Arie Slob Algemene Politieke Beschouwingen 2007
woensdag 19 september 2007 19:05 Mevrouw de voorzitter,
Begin deze maand kregen we het boekje Zicht op eenzaamheid van De
Zonnebloem. Nationale Vereniging de Zonnebloem kennen we als één van
de grootste vrijwilligersorganisaties van Nederland, die zich inzet
voor mensen met lichamelijke beperkingen door ziekte, leeftijd of
handicap. Hun boekje bevatte de uitkomsten van een uitgebreid
wetenschappelijke onderzoek naar eenzaamheid. En wat blijkt: circa 3,5
miljoen Nederlanders voelen zich eenzaam. Een derde van hen is zelfs
héél eenzaam.
Zulke cijfers, en alle informatie die er achter zat, maken indruk op
mij. Meer dan 3 miljoen landgenoten missen betekenisvolle relaties. Ze
lijden onder de teleurstelling en het verdriet die daaruit
voortvloeit. Dit is een leed dat dwars door alle lagen van de
bevolking z'n sporen trekt.
Ik moest aan dat onderzoek denken toen ik me op deze algemene
politieke beschouwingen voorbereidde. Niet met de illusie dat de
politiek dit grote maatschappelijke probleem wel even kan oplossen.
Dat overstijgt voor het overgrote deel de mogelijkheden en
competenties van de politiek. Daarom juist ben ik zo blij met
organisaties als de Zonnebloem en al hun vrijwilligers. Wat moeten we
in dit land zonder burgers die zo op hun medemens betrokken zijn.
Samen werken, samen leven
Maar die burgers mogen wel wat van ons verwachten. Dit kabinet heeft
met z'n motto `Samen werken, samen leven' aangekondigd te willen
werken aan een samenleving waarin mensen oog voor elkaar hebben. Een
samenleving waarin recht gedaan wordt aan mogelijkheden en talenten
van iedere landgenoot. Dit kabinet wilde werken aan een samenleving
waarin mensen zich duurzaam met elkaar verbonden weten. En dit kabinet
heeft zich voorgenomen mensen daarvoor het benodigde vertrouwen in
elkaar en in de toekomst te geven. Door in mensen te investeren en
door mensen als bondgenoot tegemoet te treden, vanuit het besef dat we
samen sterker staan. Dat is een prachtige boodschap geweest aan alle
burgers van dit land. Inclusief de drie miljoen die ik zojuist noemde.
Zo'n boodschap mag niet gaan verdampen.
Het kabinet heeft in de afgelopen maanden een aanloop genomen om aan
het werk te gaan. Prima. Er zijn inmiddels al enkele
beleidsuitwerkingen de Tweede Kamer gepasseerd. Ook prima. Maar er
moet nog veel worden opgepakt.
Het beleidsprogramma van voor de zomer liet al een beetje zien hoe het
kabinet dat wilde gaan doen. Namens de ChristenUniefractie heb ik in
het debat daarover bemoedigende, kritische en aansporende dingen
gezegd. In de nu voorliggende begroting krijgen we nog meer zicht op
de koers van het kabinet.
Ik vraag het kabinet, en ik spreek daar met name de minister-president
als primus inter pares op aan, om z'n voornemens niet alleen
voortvarend te gaan uitwerken, maar om ook de dragende visie niet uit
het oog te verliezen waarmee deze coalitie begon. Dat vraagt
leiderschap van de minister-president, het vergt ook het nodige van
alle overige bewindspersonen. Niet alleen dat ze op hun eigen terrein
doen wat is afgesproken (en daarbij hoge kwaliteit leveren). Maar ook
dat ieder met overtuiging werkt vanuit de dragende visie van dit
kabinet. Dat vergt bijvoorbeeld enige discipline bij het agenderen van
onderwerpen voor het maatschappelijk debat. Dit kabinet moet niet
polariserend werken maar pacificerend - vredestichtend - en de
samenhang en harmonie in de samenleving bevorderen. Bouwen aan recht
en gerechtigheid. Juist in deze tijd. Dat vraagt om wijsheid en tact
van allen die bestuurlijke en politieke verantwoordelijkheid dragen,
in het kabinet of in de Kamer. Laten we ons richten op de zaken die er
echt toe doen.
Jeugd en gezin
Mevrouw de voorzitter, voor de ChristenUnie is het de eerste keer dat
we meedoen aan een regeringscoalitie. Dat is even wennen. Maar er zijn
slechtere dingen om aan te wennen. We herkennen veel van ons
gedachtegoed in de kabinetsplannen. Ik heb daar in de debatten over
zowel de regeringsverklaring als het beleidsprogramma al aandacht aan
besteed. Het blijft een coalitieakkoord en geen enkele partij, ook de
ChristenUnie niet, vindt onverkort zijn verkiezingsprogramma er in
terug. Maar we zien wel een duidelijke trendbreuk met vorige
kabinetten. En hoe ontstelder de VVD roept dat dit een vreselijk
kabinet is, hoe meer we versterkt worden in onze overtuiging dat de
koers echt verlegd is. De goede kant op, wat ons betreft.
Zo zijn we blij met de grote aandacht voor jeugd en gezin in het
kabinetsbeleid. Ik kom daar later nog op terug. Maar ook met het
generaal pardon dat nu in werking is getreden, met de
ouderschapsplannen die zijn afgesproken, het verbod op het kweken van
embryo's voor wetenschappelijk gebruik. We zijn blij met het gewicht
dat in het medisch-ethische beleid gegeven wordt aan de
beschermwaardigheid van het leven. We zien uit naar het kindgebonden
budget dat er aan zit te komen, met de grote aandacht voor
milieubeleid, de zorg voor de zwakken, een beter inburgeringsbeleid en
zo kan ik nog wel even doorgaan.
Betutteling
Er zijn mensen die dit kabinet `het kabinet van de betutteling'
noemen. Dat klinkt negatief en zo is het ook bedoeld, geloof ik. Het
komt uit de mond van mensen die hun eigen gelederen tot eenheid
oproepen om `dit verschrikkelijke kabinet te bestrijden'. Wee het land
als dat je politici zijn! Maar als je kijkt waar dit zogenaamd
`betuttelende' kabinet zich op richt, blijkt het een wel heel platte
kwalificatie te zijn. Misstanden in de samenleving, onrecht,
criminaliteit, verslavingen, uitbuitingssituaties en gebrek aan
burgerschap leiden niet tot een vrije samenleving, maar juist tot
onvrijheid. Of het gaat om onveilige buurten, pleinen waar mensen niet
durven te komen, synagogen die slechts onder bewaking brandvrij
blijven, schuldsituaties door verslavingen, bevolkingsgroepen die
tegenover elkaar staan, dreigingen van binnenuit of van buitenaf,
minder kansen op de arbeidsmarkt door zwakke opleidingen, een vervuild
milieu, verkeersoverlast, enzovoorts - ze beperken de mens in zijn
mogelijkheden en dus zijn vrijheden. De overheid is er om het goede te
zoeken voor de samenleving. Om daarin leiderschap te tonen - en dat
mag waar het erop aankomt ook moreel leiderschap zijn. De ChristenUnie
is daarom niet zo bang voor een overheid die hier wat remt, daar wat
stimuleert, soms met harde hand ingrijpt en soms, in dialoog met de
samenleving, ontwikkelingen probeert bij te sturen.
Op de toekomst berekend
De ChristenUnie wil bouwen aan een beleid dat op de toekomst berekend
is. Je kunt dat ook versimpelen tot `houdbaar', maar dat klinkt ons
wat te conserverend en conservatief, en de term houdbaarheid wordt
tegenwoordig vooral in financiële zin gebruikt. Het gaat bij
`houdbaarheid' vooral over het opvangen van de vergrijzing, en dat
vinden we een veel te smalle visie op de toekomst. Sterker nog: als we
ons te veel enkel en alleen door angst voor de vergrijzing laten
leiden, lopen we des te meer risico op bijziendheid en eenzijdigheid.
Wij willen een bereid dat op alle beleidsterreinen op de toekomst
berekend is: dat is de rode draad van de bijdrage van de ChristenUnie
aan deze algemene beschouwingen.
Als het om op de toekomst berekend gaat, wil ik wel beginnen met een
opmerking over het financiële beleid van dit kabinet. Over de
lastenverzwaringen die de laatste tijd zo'n ophef hebben veroorzaakt.
De ChristenUnie hecht eraan dat we over de totale regeerperiode de
lastenverzwaringen en de lastenverlichtingen elkaar in evenwicht
houden. Het coalitieakkoord gaat er vanuit dat volgend jaar, dus juist
aan het begin van de regeerperiode, de balans nog doorslaat naar
verzwaring van de lasten. Dat is een verantwoorde keuze gezien de
economische conjunctuur waarin we zitten. Bovendien zijn de nu
voorgestelde maatregelen niet alleen bedoeld om geld op te leveren,
maar ook om de samenleving te sturen. Hogere lasten voor de
veelrijder, de viesrijder en de leaserijder, hogere lasten voor de
roker, de drinker en de gokker, vinden wij niet zo erg. Zeker niet als
daarmee geld kan worden vrijgemaakt om met een kindgebonden budget
gezinnen extra te ondersteunen, schoolboeken te financieren, en om de
maatschappelijke stages en de forse extra investeringen in zorg en
onderwijs mogelijk te maken, om maar een paar van de doelen te
benoemen waarop dit kabinet afkoerst.
Overheidsfinanciën moeten op de toekomst berekend zijn. Het
coalitieakkoord bevat daarover afspraken. De CPB-berekeningen vertonen
nu een groter `houdbaarheidsgat' dan waar bij opstellen van het
akkoord gedacht werd. Daarom kunnen we ons voorstellen dat het kabinet
een nadere poging doet om dat gat te dichten. Maar we vragen ons wel
af hoe het kan dat in zo korte tijd de profetieën van het CPB zo
veranderen. Hoe hard zijn die berekeningen over `houdbaarheid'? Staan
er over een half jaar weer andere cijfers op de verpakking van het
CPB?
Over de extra maatregelen die u voorstelt om heb ik wel een vraag. U
wilt de afbouw van de algemene heffingskorting versnellen. Misschien
helpt dat om de houdbaarheid te verbeteren. Maar voor we daar mee
instemmen willen we dit voorstel in samenhang kunnen bezien met de
voorstellen rond de AOW, die ook een bijdrage aan de houdbaarheid
moeten leveren. Wat daarover in de stukken staat vinden wij nogal
vaag. Ik reken erop dat we die verduidelijking snel krijgen.
MdvZ! Duurzaamheid, berekend zijn op de toekomst: daar draait het voor
de ChristenUnie ook om als we naar het buitenlands beleid kijken.
Volgens ons is dat ook waar de millenniumdoelen over gaan.
Onrechtvaardige verhoudingen in de wereld kunnen niet duurzaam, niet
houdbaar zijn.
Defensie
In dit verband eerst een paar opmerkingen over Defensie. In de wereld
van na 2001 is het vredesdividend van 1989, de val van de muur,
verteerd. Wij willen onze krijgsmacht inzetten om wereldwijd
veiligheid, vrede en recht te verdedigen. Dat is een hooggestemd
ideaal. We zijn blij met het extra geld dat in deze kabinetsperiode
voor Defensie wordt uitgetrokken. Dit kabinet is het eerste in jaren
dat meer geld uittrekt voor Defensie. Naast de voorgenomen
investeringen in personeel is het ook goed om naar materieel te
kijken. Zeker vanwege de versnelde afschrijving daarvan. We dringen er
op aan daarvoor extra geld beschikbaar te stellen. Mede in het licht
van de geleidelijke relatieve daling van het defensiebudget in
verhouding tot ons BBP. Dat gaat op de langere termijn knellen. Mijn
fractie waardeert het bijzonder dat de minister van Defensie dit
probleem heeft onderkend en met de aangekondigde Verkenning naar het
niveau van de defensiebestedingen op de politieke agenda heeft gezet.
Ontwikkelingsbeleid
Om op de toekomst berekend te zijn, wil de ChristenUnie in het
ontwikkelingsbeleid bijzondere aandacht besteden aan de kinderen. Zorg
voor de toekomst begint met zorg voor kinderen, speciaal bijvoorbeeld
voor die kinderen die direct en indirect, slachtoffer zijn van de
ziekte HIV/Aids. Er zijn schattingen van 12 tot 15 miljoen kinderen
die één of meer ouders verloren hebben aan HIV/Aids. Schokkend
aantallen, met verwoestend effect op de samenlevingen waarin deze
kinderen opgroeien. Afrikaanse landen stellen zelf dat het behalen van
de millenniumdoelen, waaraan ook de regering voorrang wil geven, niet
mogelijk is als de zorg voor de zwakkere groepen in de samenleving
niet bevorderd wordt. Een manier om deze kinderen te helpen is een
speciale `aidswezen-uitkering', onderdeel van het bredere Social
Protection programma. Ik wil het kabinet vragen dit te ondersteunen.
Maar niet alleen deze groep kinderen verdient aandacht. Een veel
groter aantal kinderen wereldwijd kan geen onderwijs volgen, terwijl
onderwijs de basis vormt voor de ontwikkeling van kinderen, en
indirect ook voor het land waarin zij leven. Hoe geeft het kabinet
invulling aan de ILO-bepalingen om kinderarbeid en excessen zoals
kindslavernij uit te bannen? De ChristenUnie vraagt (samen met een
groot aantal betrokken organisaties zoals CNV, FNV, HIVOS, LIW,
FairFood, Stop the Traffik) om een integrale aanpak van kinderarbeid.
Onderwijsprogramma's en ondersteuning van vakbonden in
ontwikkelingslanden, maar ook druk op producenten en consumenten,
waarbij we lessen trekken uit het verleden waar bleek dat vrijwillige
aanpak zelden tot bevredigende vooruitgang heeft geleid. Hier ligt ook
een taak voor de overheid zelf. In 2010 zal de overheid 100 procent
duurzaam moeten inkopen. Maar wordt hierbij ook gedacht aan sociale
duurzaamheid? Wat ons betreft koopt de overheid evenmin producten waar
kinderarbeid aan te pas is gekomen. Graag een reactie.
Innovatie
Mevrouw de voorzitter, ook de tweede pijler van het regeringsbeleid
benaderen wij vanuit de vraag: is dit op de toekomst berekend. Zonder
een voortdurend vernieuwende en ondernemende economie, zijn de
overheidsfinanciën niet tegen de tijd opgewassen. In het
coalitieakkoord is daarvoor geld uitgetrokken, maar de begroting voor
volgend jaar is nogal karig.
Innovatie betekent voor Nederland vooral: onze sterke punten
versterken, en dan kun je niet om het thema water heen. Met de
publicatie van de Watervisie heeft dit kabinet een ambitieuze agenda
neergezet, waarin ook innovatie en het exporteren van onze waterkennis
een belangrijke plaats hebben. De beloofde aanpak van de Afsluitdijk
biedt naast de dijkversterking ook perspectief voor de opwekking van
duurzame energie. Ook elders in het IJsselmeergebied zijn innovatieve
combinaties van windenergie en energie uit water mogelijk. Nederland
zou op dit gebied (opnieuw) een koploper kunnen worden, zoals we dat
al zijn op het gebied van baggeren. Kan het kabinet toezeggen dat
energie uit wind en water ook bij de planvorming rond het IJsselmeer
wordt meegenomen?
Er is een Deltacommissie ingesteld die begin 2008 met een gezaghebbend
advies moet komen over een kustverdediging die op de toekomst berekend
is. Mijn fractie ziet dit ook als een kans om tegelijk te investeren
in ruimtelijke ordening en ecologie. Kan het kabinet toezeggen dat de
resultaten zullen worden verwerkt in het MIRT van volgend jaar?
Dit kabinet zet in op het versterken van de Randstad en vanuit de Nota
Ruimte op enkele projecten in andere regio's, zoals brainport
Eindhoven. Er liggen echter ook opgaven om de regionale economie van
het Noorden, Twente, Limburg en Zeeland op de toekomst berekend te
laten zijn. Wat gaat het kabinet doen om de economie in deze regio's
te versterken?
Vervoer
In het coalitie-akkoord staat de doelstelling: 5 procent groei voor
het spoor. Dat is niet voor niets; alleen op deze manier kan de
mobiliteit in ons land duurzaam en op de toekomst berekend zijn. Het
kabinet trekt voor de korte termijn extra miljoenen uit voor het
spoor. Maar voor de lange termijn is nog veel meer geld nodig. Daar
moet bij de behandeling van het Meerjarenprogramma Infrastructuur in
december meer duidelijkheid over komen, vindt mijn fractie. Het
regionale openbaar vervoer kan overigens niet achterblijven bij de
ambities voor de landelijke spoorwegen. Overal in de Randstad zijn
goede initiatieven om te komen tot hoogwaardig streekvoer. Een grotere
coördinatie en samenhang in deze plannen is nodig. Mijn vraag aan het
kabinet is om een onderzoek toe te zeggen naar de mogelijkheden van
het geleidelijk uitbouwen van de bestaande metro- en overige
lightrailnetwerken. Kan hier één project van gemaakt worden.
Bij de behandeling van het beleidsprogramma ben ik duidelijk geweest
over de plannen voor de kilometerheffing. U heeft daaruit kunnen
opmaken dat wij willen dat de kilometerheffing nu echt voortvarend
wordt ingevoerd. Nu lees in `Schoon & Zuinig' dat Verkeer en
Waterstaat uitgaat van een planning in fases tot 2020. Dat noem ik nu
niet bepaald snel. Hopelijk is dit een typefout, graag een reactie.
Duurzaamheid
Mevrouw de voorzitter, Misschien wel de belangrijkste voorwaarde om op
de toekomst berekend te zijn is een duurzame leefomgeving; nationaal
en tegenwoordig vooral internationaal. De toekomst van onze kinderen
hangt samen met de duurzaamheid van de poolkappen en het voortbestaan
van de oerwouden.
Het kabinet heeft ook op dit gebied een ambitieus programma
gepresenteerd: Schoon & Zuinig. Als de doelstellingen die daarin staan
gehaald worden, betekent dat werkelijk een trendbreuk. Zo wordt er
eindelijk een begin gemaakt met de vergroening van het
belastingstelstel. Niet zomaar iedere burger betaalt, maar de burger
in zijn gedaante van consument en vervuiler. Daardoor wordt de burger
uitgedaagd en financieel geprikkeld om duurzame keuzes te maken, en
daardoor worden bedrijven uitgedaagd om uit te blinken in duurzame
innovaties en technologieën. Dat kunnen wij als fractie onmogelijk
zien als een bedreiging voor de economie - het is juist een geweldige
uitdaging, een groeimarkt.
Wat onze fractie wel opvalt, is dat er zwaar geleund wordt op hoge
ambities en doelstellingen van de EU. Terwijl het de vraag is of het
wel reëel is om veel van Europea te verwachten. Daarom is belangrijk
om voorbereid te zijn op een ander scenario: hoe halen we onze
doelstellingen als we het met de EU niet redden? Het zou ook goed zijn
als het kabinet zich afrekenbaar maakt op doelstellingen voor het
einde van z'n termijn, het jaar 2011. En daarnaast moeten we erop
bedacht zijn dat milieubewustzijn momenteel niet zo diep in de
samenleving lijkt te wortelen.
Hoe is onze landbouw op de toekomst berekend? De ontwikkelingen in
staan niet stil. Twee opmerkingen vandaag.
De premier heeft in het debat over de regeringsverklaring gezegd dat
het Deltaplan voor het Nederlandse Landschap uitgangspunt kan zijn
voor verdere uitwerking. In de LNV-begroting zien we daarvan slechts
een voorzichtige aanzet in de vorm van pilotprojecten. Maar er zal
meer moeten gebeuren om een succes te maken van dit ambitieuze
project. Samenwerking tussen overheden en de private sector zal nodig
zijn om voldoende geld bij elkaar te krijgen. Is het kabinet bereid
bereid een belangrijke eerste bijdrage voor zo'n fonds (een revolving
fund) te leveren.
De visserijsector heeft het moeilijk. Verdere vangstbeperkingen lijken
onvermijdelijk. Maar dan is, om de sector gezond te houden, een warme
sanering even onvermijdelijk. Hierover zijn in het coalitieakkoord
afspraken gemaakt die ik niet terugzie in de begrotingen. Ik vraag het
kabinet de daad bij het woord te voegen, en middelen beschikbaar te
stellen.
Arbeidsparticipatie
Het kabinet wil zoveel mogelijk mensen aan het werk. Dat is nodig voor
de economie. Maar eenzijdigheid ligt op de loer als het kabinet alleen
maar hamert op verhoging van de arbeidsparticipatie. De keuze voor het
ene betekent een beperking voor het andere. Meer mensen naar de
arbeidsmarkt betekent bijvoorbeeld dat meer kinderen opgevangen moeten
worden, en dat meer ouderen verzorgd moeten worden in een tehuis. Als
daarvoor geen arbeidskrachten te vinden zijn, ontstaat er een
probleem.
Deze samenleving snakt naar balans. Hoeveel mensen willen niet zelf
(gedeeltelijk) voor hun eigen kinderen of ouders zorgen? Hoeveel tijd
en gelegenheid hebben we nog om om te zien naar mensen die niemand
hebben? Hoeveel mensen zouden zelf ook nog graag vrijwilliger zijn op
school of op de sportclub? Er zit op dit punt spanning in het
coalitieakkoord en zeker ook in het beleidsprogramma. Om maar iets te
noemen: de doelstelling `vergroting van het aantal vrijwilligers'.
Mooie woorden, maar wat doet het kabinet daar concreet aan? Erkent het
kabinet de spanning tussen betaalde en onbetaalde participatie? Ziet
het kabinet de druk die gelegd wordt op gezinnen met opgroeiende
kinderen? Wij dagen het kabinet uit een concrete doelstelling te
noemen over de vergroting van het aantal vrijwilligers. En zeg daar
dan ook bij hoe u het vrijwilligerswerk gaat faciliteren. Graag een
reactie.
Volgens de ChristenUnie-fractie is de tijd rijp om met innovatieve
ideeën te komen die mensen in staat stellen een balans aan te brengen
in hun keuzes tussen arbeid en zorg. Om het kabinet alvast een eindje
op weg te helpen, wil ik de schooltijdbanen onder uw aandacht brengen.
Ouders kunnen tijdens schooltijd werken en thuis zijn als de kinderen
vrij zijn. In beroepen die goed te combineren zijn met het
gezinsleven, zoals het basisonderwijs, zie je nu al een
vervrouwelijking optreden: juffen verdringen de meesters. Door
schooltijdbanen mogelijk te maken in meer sectoren, worden ook die
toegankelijker voor vaders en moeders die af en toe om drie uur de
kinderen thuis willen opvangen met een kop thee en een luisterend oor.
Concreet: te overwegen valt voor mensen met kinderen in de leeftijd
van 4 tot 12 jaar, die een baan hebben van 32 uur of meer, een
wettelijk recht te creëren op twee werkdagen die eindigen om 15.00
uur. Dit recht zou dan moeten worden opgenomen in de Wet aanpassing
arbeidsduur (WAA). Ook kunnen er speciale vacaturebanken opgezet
worden voor schooltijdbanen. Dit is nou een soort regeling die volgens
ons goed uitpakt voor de arbeidsparticipatie, zonder dat de keuze om
de schoolkinderen thuis op te vangen onmogelijk wordt. Graag een
reactie.
Gezinsbeleid heeft altijd veel aandacht van onze fractie gekregen. Wat
dat betreft gaan de zaken erop vooruit. In 2004 hebben wij op deze
plaats nog een internationaal onderzoek geciteerd waaruit bleek dat
van de 22 onderzochte welvarende landen alleen Griekenland - als het
om gezinsbeleid gaat - het slechter deed dan ons land. Gelukkig is er
inmiddels veel veranderd; gezinsbeleid staat hoog op de politieke
agenda en zonder valse bescheidenheid mag ik toch wel zeggen dat de
ChristenUnie daarvoor in belangrijke mate verantwoordelijk is.
Koopkracht
Mevrouw de voorzitter, mijn fractie is blij met de ontwikkeling van de
koopkracht van gezinnen in de komende jaren. Daar hoeft dit kabinet
zich niet voor te schamen. De combinatie van de kinderbijslag en het
kindgebonden budget betekent voor veel gezinnen een flinke
vooruitgang. Prima. Ik heb daarbij één kanttekening. De
meerjarencijfers bevatten, als ik het goed zie, een beperkte
bezuiniging op de kinderbijslag. Dat vinden wij niet gewenst. Wat ons
betreft is de kinderbijslag inkomensonafhankelijk. Het kindgebonden
budget is er om voor wie het nodig heeft, een inkomensafhankelijke
element aan de ondersteuning van gezinnen toe te voegen.
Als het om gezinsbeleid gaat, weet de regering hoe belangrijk wij het
vinden dat de schoolboeken in het voortgezet onderwijs gratis worden.
Al bij het debat over het beleidsprogramma zei ik dat we dat we het
liefst al in augustus volgend jaar de boeken voor alle klassen gratis
maken. Het kabinet houdt, zo blijkt uit de begroting, vast aan
gefaseerde invoering: de bovenbouw eerst, de onderbouw een jaar later.
Blijft u daarbij, dan kom ik in tweede termijn met een voorstel om
onze zin door te zetten: volledige invoering van gratis schoolboeken
in 2008.
Jeugdbeleid
Ook het jeugdbeleid heeft onze warme aandacht. We constateren dat de
minister van Jeugd en Gezin voortvarend van start is gegaan. Er ligt
inmiddels al een prima beleidsprogramma. Maar het beleid moet nog gaan
werken. Vooral als het gaat om de effecten van
opvoedingsondersteuning, gedragsbeïnvloedende maatregelen, de centra
voor Jeugd en Gezin, allerlei andere preventieve maatregelen die er
toe moeten leiden dat vooral minder mensen gebruik hoeven te maken van
de jeugdzorg. En al moet de jeugdzorg beter georganiseerd en vooral
meer op de hulpverlening georiënteerd, zover ben je niet meteen. Het
invoeren van nieuwe financieringssystematieken, minder bureaucratie en
betere zorg: het kost tijd. Ondertussen willen we niet dat al werkende
weg de komende tijd opnieuw wachtlijsten ontstaan. Is de incidentele
toevoeging voor volgend jaar voldoende, zo vraag ik het kabinet, en is
het niet verstandig hier nog wat extra geld bij te doen?
Onderwijs
Mevrouw de voorzitter, ik zit eigenlijk wat in m'n maag met de status
van de onderwijsbegroting die we gisteren kregen. Want al voordat de
commissie Rinnooy Kan met haar eindrapport kwam, liet minister
Plasterk doorschemeren dat de onderwijsbegroting misschien
opengebroken moet worden. Hij heeft dat vorige week bij de presentatie
van het rapport weer herhaald. Ik vraag me af of dit eerder vertoond
is: een minister die nog voordat zijn begroting bij het parlement is
ingediend, al aangeeft dat hij die te zijner tijd op belangrijke
punten wil herschrijven. We weten inmiddels dat de plannen van Rinnooy
Kan naar schatting 1,1 miljard euro gaan kosten. Los van de vraag of
deze plannen zo uitgevoerd moeten worden, is dit niet een bedrag dat
eventjes via wat verschuivingen in de OCW-begroting bij elkaar te
krijgen is, dat kan ik minister Plasterk nu al vertellen. Graag horen
we wat het kabinet op dit punt van plan is.
Nu we het toch over onderwijs hebben, stel ik namens mijn fractie voor
een weeffout in het coalitieakkoord te herstellen. Ons is gebleken dat
het schrappen van de fusieprikkel in het Voortgezet Onderwijs het
tegengestelde effect heeft van wat we willen. We wilden spreiding en
kleinschaligheid bevorderen, maar door het schrappen van de
fusieprikkel blijken grote scholen met kleine nevenvestigingen in de
problemen te komen. Dat was niet de bedoeling, dus dat moeten we niet
doen. Indien nodig zullen we daarvoor morgen de Kamer een voorstel
voorleggen.
Media
In het coalitieakkoord hebben we overigens ook afgesproken te gaan
investeren in media-educatie. Een deel van de extra 100 miljoen voor
mediabeleid zou daarvoor gebruikt moeten worden. Afgesproken is dat er
in ieder geval een media-educatiecentrum moet komen. In de begroting
die minister Plasterk naar de Kamer heeft gestuurd blijkt dat hij
volhardt in de voorstellen voor een netwerk, in plaats van een
expertisecentrum. Wilt u dat uitleggen? En laat ik u nu maar vast
meIden dat mijn fractie deze afspraak graag uitgevoerd ziet:
media-educatie nog in dit begrotingsjaar!
Berekend zijn op de toekomst: ook voor de zorg heeft dat veel te
betekenen. In de afgelopen weken ontstond in de media het beeld dat er
flink bezuinigd zou worden in de zorg. Uit de begroting komt gelukkig
echter een heel ander beeld naar voren. We zijn blij met de extra
middelen voor zorghuizen, met de extra impuls bevordering
kleinschalige voorzieningen, met de extra middelen voor palliatieve
zorg, voor dagbesteding gehandicapten, voor opvoedkundige hulp bij
gehandicapte kinderen en voor de ondersteuning van cliënten. We zijn
blij met de uitbreiding van het pakket onder andere voor de kraamzorg.
Goede kraamzorg is een heel belangrijke factor in het gezinsbeleid dat
wij voorstaan: iedere ouder weet hoe belangrijk die eerste tien dagen
zijn.
AWBZ
We maken ons zorgen over de houdbaarheid van de AWBZ. Het recht op
zorg moet verzekerd zijn voor iedereen die AWBZ-zorg nodig heeft. We
willen in dit verband wijzen op de afspraak in het coalitieakkoord dat
er geen onderdelen uit de AWBZ naar de WMO overgeheveld zullen worden.
Tegelijk vragen we ons wel af of alles wat op dit moment vanuit de
AWBZ gefinancierd wordt ook werkelijk past bij de bedoeling van deze
wet. Die discussie willen wij in alle eerlijkheid aangaan. De weg van
best practices, het verlagen van tarieven en het op termijn verhogen
van een eigen bijdrage van draagkrachtige cliënten, die weg spreekt
ons aan. Een behoorlijke overgangstermijn is van cruciaal belang zodat
zorgverlenende organisaties voldoende ruimte hebben om het aanbod van
zorg meer te laten aansluiten bij de zorgvraag. We zijn blij met de
aandacht en het extra geld voor palliatieve zorg. We vinden het
belangrijk dat de financiering beter toegespitst wordt op de
verschillende vormen van palliatieve zorg. In het bijzonder denken we
hierbij aan de financiering van kinderhospices.
Verder vragen aandacht voor de opvang van tienermoeders. Zwangere
meisjes moeten in vrijheid kunnen kiezen voor het leven van het kind
dat zij dragen. Daarom moet er opvang zijn voor jonge moeders die geen
steun krijgen van hun familie of van de verwekker van hun kind, of die
door andere omstandigheden in de problemen zitten.
Mevrouw de voorzitter, alleen een veilige samenleving, waarin
stabiliteit en respect heerst, is op de toekomst berekend. Dat vraagt
om betrokkenheid en deelname van allen. Veiligheid begint echter heel
gewoon met tegengaan van criminaliteit. En dan is de vraag: doen we
wel genoeg aan de aanpak van crimineel verworven vermogens? Misdaad
mag niet lonen!
Gelukkig bestaat er een steeds breder draagvlak om de misstanden rond
prostitutie aan te pakken. En volgens mij groeit ook wel het besef dat
die misstanden eerder regel zijn dan de uitzondering: prostitutie is
haast uit de aard der zaak verweven met misstanden en criminaliteit.
Ook hier kunnen maatregelen ter waarborging van integriteit,
maatregelen tegen witwassen, ontneming van criminele vermogens, etc
heel dienstig zijn: zie het Wallenproject Amsterdam. Wij kunnen het
niet laten gebeuren dat onder onze ogen gewetenloze mensen voordeel
halen uit exploitatie - in de meest negatieve zin van het woord, in
rond Hollands: uitbuiting - van mensen. Mensen, die worden verhandeld
en die dikwijls onder dwang, illegaal, tegen hun wil in de prostitutie
zijn beland. Ik wil woorden als `verschrikkelijk' en `schandelijk'
niet teveel laten devalueren, maar als ze ergens van toepassing zijn,
dan wel op de gedwongen prostitutie. Slavernij waarvan haast
schaamteloos misbruik wordt gemaakt. Daarom dringen we erop aan dat
het kabinet ernst maakt met het onderzoek naar de mogelijkheid om
prostituanten (hoerenlopers) strafbaar te stellen die gebruik maken
van vrouwen of mannen die onder dwang hun `werk' doen. De
bewijsbaarheid zal misschien moeilijk zijn, maar laten we als wetgever
tenminste de duidelijke morele boodschap uitdragen dat slavernij niet
mag in dit land.
Vorige week sprak minister van Middelkoop in de Verenigde Staten over
de noodzaak van maatschappelijke waardering voor de militairen. Ik
denk dat hij daar een punt heeft. Maar ik denk dat we dat punt wel
veel breder moeten uitstrekken: de gehele publieke sector heeft recht
op maatschappelijke waardering, misschien zelfs herwaardering. Werken
voor de publieke zaak is een eervolle taak. Je bent echt
dienstverlenend bezig, of je nu politieagent, militair, onderwijzer,
verplegende of verzorgende, of ambtenaar bij rijk, provincie of
gemeente bent. Juist daarom overigens is het zo belangrijk dat de
topinkomens in die publieke sector genormeerd worden. Je verdienste
zit hem mede in wat je doet en waarom je het doet. Als mensen aan de
top die intrinsieke motivatie kennelijk niet belangrijk vinden maar
alleen voor een zogenaamd `marktconform' salaris aan de slag willen,
hoe zullen dan medewerkers in rest van de sector wél eer en
arbeidsvreugde ontlenen aan het feit dat ze het publieke belang
dienen?
Ambtenaren
Mevrouw de voorzitter, onze waardering voor het ambt van de ambtenaar
neemt niet weg dat van de rijksdienst veel gevraagd gaat worden. De
begroting kent, zo is ons opgevallen, op dit punt extra inspanningen
richting het openbaar bestuur. `Daarbij wordt ook gedacht aan de
inkrimping van gemeenteraden' zo staat er. Ik neem aan dat dit een
misverstand is. Het coalitieakkoord is hier toch glashelder over. Ik
kan u niet tegenhouden om hier aan te denken, maar wat mijn fractie
betreft is er geen denken aan dat deze afspraak uit het
coalitieakkoord geschonden wordt. De taakstellende bezuiniging van 90
miljoen vanaf 2011 mag wat ons betreft blijven staan, en u kunt op ons
rekenen als het gaat om het zoeken van een alternatieve dekking. Al
vast voor de vuist weg kan gedacht worden aan versobering van de
wachtgelden voor bestuurders, inperking van de gemeenschappelijke
regelingen en het omzetten van doeluitkeringen in specifieke
uitkeringen. Dat zijn gedachten die wél binnen het coalitieakkoord
blijven, en die ook geld kunnen opleveren.
CPB
Mevrouw de voorzitter, we vinden het belangrijk dat als er bezuinigd
wordt op het openbaar bestuur, de tegenmacht niet in onredelijke mate
getroffen wordt. Ik denk hier met name aan het College Bescherming
Persoonsgegevens (CBP). Zeker nu het CBP in de afgelopen tijd weer
extra taken naar zich toe geschoven heeft gekregen. Zoals bijvoorbeeld
het elektronisch kinddossier en de OV-Chip. Een instantie als het CBP
moet juist daarom niet als waakhond worden gecoupeerd totdat er een
schoothondje overblijft. We vragen of u uw plannen voor dit college
wilt herzien, en zijn ook bereid zelf met voorstellen te komen.
Voorzitter, dit kabinet staat en stond voor de taak opnieuw te werken
aan het samenleven in Nederland, met oog voor onze
verantwoordelijkheden in ons land en daar buiten. Dat gebeurt niet
onder gemakkelijke omstandigheden. De economie draait naar behoren,
maar vraagt altijd aandacht. Nederland is gelukkiger, zo stelt het
SCP, maar maatschappelijke onvrede ligt dicht onder de oppervlakte. En
uit het onderzoek van de Zonnebloem weten we dat er in onze
samenleving ook veel eenzaamheid is.
Het kabinet maakte een mooie start met zijn beleidsprogramma. Het
heeft nu een moedige begroting neergelegd. Op onderdelen kan het nog
beter. Daar willen we het kabinet graag toe aanmoedigen vanuit een
kritische, maar constructieve houding. De ChristenUnie-fractie vaart
daarbij niet op het wiebelige kompas van de opiniepeilingen, maar
werkt vanuit vaste beginselen die iedereen binnen en buiten de partij
kan nalezen. We weten wat we willen, maar beseffen dat we bij alles
moeten zoeken naar en werken aan draagvlak. Boven alles beseffen we -
en dat wil ik hier ook uitspreken - dat we in al ons werk afhankelijk
zijn van de zegen van onze God. In de bijbel lezen we dat als de Heer
het huis niet bouwt, de bouwlieden tevergeefs zwoegen. Dat besef en
Gods onmisbare zegen wens ik ook vanaf deze plaats het kabinet toe.
---
Deze tekst wijkt af van de bijdrage die Arie Slob heeft uitgesproken
in de Tweede Kamer; alleen gesproken tekst geldt