ChristenUnie


Tekst Bijdrage Arie Slob Algemene Politieke Beschouwingen 2007

Tekst Bijdrage Arie Slob Algemene Politieke Beschouwingen 2007

woensdag 19 september 2007 19:05 Mevrouw de voorzitter,

Begin deze maand kregen we het boekje Zicht op eenzaamheid van De Zonnebloem. Nationale Vereniging de Zonnebloem kennen we als één van de grootste vrijwilligersorganisaties van Nederland, die zich inzet voor mensen met lichamelijke beperkingen door ziekte, leeftijd of handicap. Hun boekje bevatte de uitkomsten van een uitgebreid wetenschappelijke onderzoek naar eenzaamheid. En wat blijkt: circa 3,5 miljoen Nederlanders voelen zich eenzaam. Een derde van hen is zelfs héél eenzaam.

Zulke cijfers, en alle informatie die er achter zat, maken indruk op mij. Meer dan 3 miljoen landgenoten missen betekenisvolle relaties. Ze lijden onder de teleurstelling en het verdriet die daaruit voortvloeit. Dit is een leed dat dwars door alle lagen van de bevolking z'n sporen trekt.

Ik moest aan dat onderzoek denken toen ik me op deze algemene politieke beschouwingen voorbereidde. Niet met de illusie dat de politiek dit grote maatschappelijke probleem wel even kan oplossen. Dat overstijgt voor het overgrote deel de mogelijkheden en competenties van de politiek. Daarom juist ben ik zo blij met organisaties als de Zonnebloem en al hun vrijwilligers. Wat moeten we in dit land zonder burgers die zo op hun medemens betrokken zijn.

Samen werken, samen leven
Maar die burgers mogen wel wat van ons verwachten. Dit kabinet heeft met z'n motto `Samen werken, samen leven' aangekondigd te willen werken aan een samenleving waarin mensen oog voor elkaar hebben. Een samenleving waarin recht gedaan wordt aan mogelijkheden en talenten van iedere landgenoot. Dit kabinet wilde werken aan een samenleving waarin mensen zich duurzaam met elkaar verbonden weten. En dit kabinet heeft zich voorgenomen mensen daarvoor het benodigde vertrouwen in elkaar en in de toekomst te geven. Door in mensen te investeren en door mensen als bondgenoot tegemoet te treden, vanuit het besef dat we samen sterker staan. Dat is een prachtige boodschap geweest aan alle burgers van dit land. Inclusief de drie miljoen die ik zojuist noemde. Zo'n boodschap mag niet gaan verdampen.

Het kabinet heeft in de afgelopen maanden een aanloop genomen om aan het werk te gaan. Prima. Er zijn inmiddels al enkele beleidsuitwerkingen de Tweede Kamer gepasseerd. Ook prima. Maar er moet nog veel worden opgepakt.
Het beleidsprogramma van voor de zomer liet al een beetje zien hoe het kabinet dat wilde gaan doen. Namens de ChristenUniefractie heb ik in het debat daarover bemoedigende, kritische en aansporende dingen gezegd. In de nu voorliggende begroting krijgen we nog meer zicht op de koers van het kabinet.

Ik vraag het kabinet, en ik spreek daar met name de minister-president als primus inter pares op aan, om z'n voornemens niet alleen voortvarend te gaan uitwerken, maar om ook de dragende visie niet uit het oog te verliezen waarmee deze coalitie begon. Dat vraagt leiderschap van de minister-president, het vergt ook het nodige van alle overige bewindspersonen. Niet alleen dat ze op hun eigen terrein doen wat is afgesproken (en daarbij hoge kwaliteit leveren). Maar ook dat ieder met overtuiging werkt vanuit de dragende visie van dit kabinet. Dat vergt bijvoorbeeld enige discipline bij het agenderen van onderwerpen voor het maatschappelijk debat. Dit kabinet moet niet polariserend werken maar pacificerend - vredestichtend - en de samenhang en harmonie in de samenleving bevorderen. Bouwen aan recht en gerechtigheid. Juist in deze tijd. Dat vraagt om wijsheid en tact van allen die bestuurlijke en politieke verantwoordelijkheid dragen, in het kabinet of in de Kamer. Laten we ons richten op de zaken die er echt toe doen.

Jeugd en gezin
Mevrouw de voorzitter, voor de ChristenUnie is het de eerste keer dat we meedoen aan een regeringscoalitie. Dat is even wennen. Maar er zijn slechtere dingen om aan te wennen. We herkennen veel van ons gedachtegoed in de kabinetsplannen. Ik heb daar in de debatten over zowel de regeringsverklaring als het beleidsprogramma al aandacht aan besteed. Het blijft een coalitieakkoord en geen enkele partij, ook de ChristenUnie niet, vindt onverkort zijn verkiezingsprogramma er in terug. Maar we zien wel een duidelijke trendbreuk met vorige kabinetten. En hoe ontstelder de VVD roept dat dit een vreselijk kabinet is, hoe meer we versterkt worden in onze overtuiging dat de koers echt verlegd is. De goede kant op, wat ons betreft.

Zo zijn we blij met de grote aandacht voor jeugd en gezin in het kabinetsbeleid. Ik kom daar later nog op terug. Maar ook met het generaal pardon dat nu in werking is getreden, met de ouderschapsplannen die zijn afgesproken, het verbod op het kweken van embryo's voor wetenschappelijk gebruik. We zijn blij met het gewicht dat in het medisch-ethische beleid gegeven wordt aan de beschermwaardigheid van het leven. We zien uit naar het kindgebonden budget dat er aan zit te komen, met de grote aandacht voor milieubeleid, de zorg voor de zwakken, een beter inburgeringsbeleid en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Betutteling
Er zijn mensen die dit kabinet `het kabinet van de betutteling' noemen. Dat klinkt negatief en zo is het ook bedoeld, geloof ik. Het komt uit de mond van mensen die hun eigen gelederen tot eenheid oproepen om `dit verschrikkelijke kabinet te bestrijden'. Wee het land als dat je politici zijn! Maar als je kijkt waar dit zogenaamd `betuttelende' kabinet zich op richt, blijkt het een wel heel platte kwalificatie te zijn. Misstanden in de samenleving, onrecht, criminaliteit, verslavingen, uitbuitingssituaties en gebrek aan burgerschap leiden niet tot een vrije samenleving, maar juist tot onvrijheid. Of het gaat om onveilige buurten, pleinen waar mensen niet durven te komen, synagogen die slechts onder bewaking brandvrij blijven, schuldsituaties door verslavingen, bevolkingsgroepen die tegenover elkaar staan, dreigingen van binnenuit of van buitenaf, minder kansen op de arbeidsmarkt door zwakke opleidingen, een vervuild milieu, verkeersoverlast, enzovoorts - ze beperken de mens in zijn mogelijkheden en dus zijn vrijheden. De overheid is er om het goede te zoeken voor de samenleving. Om daarin leiderschap te tonen - en dat mag waar het erop aankomt ook moreel leiderschap zijn. De ChristenUnie is daarom niet zo bang voor een overheid die hier wat remt, daar wat stimuleert, soms met harde hand ingrijpt en soms, in dialoog met de samenleving, ontwikkelingen probeert bij te sturen.

Op de toekomst berekend
De ChristenUnie wil bouwen aan een beleid dat op de toekomst berekend is. Je kunt dat ook versimpelen tot `houdbaar', maar dat klinkt ons wat te conserverend en conservatief, en de term houdbaarheid wordt tegenwoordig vooral in financiële zin gebruikt. Het gaat bij `houdbaarheid' vooral over het opvangen van de vergrijzing, en dat vinden we een veel te smalle visie op de toekomst. Sterker nog: als we ons te veel enkel en alleen door angst voor de vergrijzing laten leiden, lopen we des te meer risico op bijziendheid en eenzijdigheid. Wij willen een bereid dat op alle beleidsterreinen op de toekomst berekend is: dat is de rode draad van de bijdrage van de ChristenUnie aan deze algemene beschouwingen.

Als het om op de toekomst berekend gaat, wil ik wel beginnen met een opmerking over het financiële beleid van dit kabinet. Over de lastenverzwaringen die de laatste tijd zo'n ophef hebben veroorzaakt. De ChristenUnie hecht eraan dat we over de totale regeerperiode de lastenverzwaringen en de lastenverlichtingen elkaar in evenwicht houden. Het coalitieakkoord gaat er vanuit dat volgend jaar, dus juist aan het begin van de regeerperiode, de balans nog doorslaat naar verzwaring van de lasten. Dat is een verantwoorde keuze gezien de economische conjunctuur waarin we zitten. Bovendien zijn de nu voorgestelde maatregelen niet alleen bedoeld om geld op te leveren, maar ook om de samenleving te sturen. Hogere lasten voor de veelrijder, de viesrijder en de leaserijder, hogere lasten voor de roker, de drinker en de gokker, vinden wij niet zo erg. Zeker niet als daarmee geld kan worden vrijgemaakt om met een kindgebonden budget gezinnen extra te ondersteunen, schoolboeken te financieren, en om de maatschappelijke stages en de forse extra investeringen in zorg en onderwijs mogelijk te maken, om maar een paar van de doelen te benoemen waarop dit kabinet afkoerst.

Overheidsfinanciën moeten op de toekomst berekend zijn. Het coalitieakkoord bevat daarover afspraken. De CPB-berekeningen vertonen nu een groter `houdbaarheidsgat' dan waar bij opstellen van het akkoord gedacht werd. Daarom kunnen we ons voorstellen dat het kabinet een nadere poging doet om dat gat te dichten. Maar we vragen ons wel af hoe het kan dat in zo korte tijd de profetieën van het CPB zo veranderen. Hoe hard zijn die berekeningen over `houdbaarheid'? Staan er over een half jaar weer andere cijfers op de verpakking van het CPB?

Over de extra maatregelen die u voorstelt om heb ik wel een vraag. U wilt de afbouw van de algemene heffingskorting versnellen. Misschien helpt dat om de houdbaarheid te verbeteren. Maar voor we daar mee instemmen willen we dit voorstel in samenhang kunnen bezien met de voorstellen rond de AOW, die ook een bijdrage aan de houdbaarheid moeten leveren. Wat daarover in de stukken staat vinden wij nogal vaag. Ik reken erop dat we die verduidelijking snel krijgen. MdvZ! Duurzaamheid, berekend zijn op de toekomst: daar draait het voor de ChristenUnie ook om als we naar het buitenlands beleid kijken. Volgens ons is dat ook waar de millenniumdoelen over gaan. Onrechtvaardige verhoudingen in de wereld kunnen niet duurzaam, niet houdbaar zijn.

Defensie
In dit verband eerst een paar opmerkingen over Defensie. In de wereld van na 2001 is het vredesdividend van 1989, de val van de muur, verteerd. Wij willen onze krijgsmacht inzetten om wereldwijd veiligheid, vrede en recht te verdedigen. Dat is een hooggestemd ideaal. We zijn blij met het extra geld dat in deze kabinetsperiode voor Defensie wordt uitgetrokken. Dit kabinet is het eerste in jaren dat meer geld uittrekt voor Defensie. Naast de voorgenomen investeringen in personeel is het ook goed om naar materieel te kijken. Zeker vanwege de versnelde afschrijving daarvan. We dringen er op aan daarvoor extra geld beschikbaar te stellen. Mede in het licht van de geleidelijke relatieve daling van het defensiebudget in verhouding tot ons BBP. Dat gaat op de langere termijn knellen. Mijn fractie waardeert het bijzonder dat de minister van Defensie dit probleem heeft onderkend en met de aangekondigde Verkenning naar het niveau van de defensiebestedingen op de politieke agenda heeft gezet.

Ontwikkelingsbeleid
Om op de toekomst berekend te zijn, wil de ChristenUnie in het ontwikkelingsbeleid bijzondere aandacht besteden aan de kinderen. Zorg voor de toekomst begint met zorg voor kinderen, speciaal bijvoorbeeld voor die kinderen die direct en indirect, slachtoffer zijn van de ziekte HIV/Aids. Er zijn schattingen van 12 tot 15 miljoen kinderen die één of meer ouders verloren hebben aan HIV/Aids. Schokkend aantallen, met verwoestend effect op de samenlevingen waarin deze kinderen opgroeien. Afrikaanse landen stellen zelf dat het behalen van de millenniumdoelen, waaraan ook de regering voorrang wil geven, niet mogelijk is als de zorg voor de zwakkere groepen in de samenleving niet bevorderd wordt. Een manier om deze kinderen te helpen is een speciale `aidswezen-uitkering', onderdeel van het bredere Social Protection programma. Ik wil het kabinet vragen dit te ondersteunen.

Maar niet alleen deze groep kinderen verdient aandacht. Een veel groter aantal kinderen wereldwijd kan geen onderwijs volgen, terwijl onderwijs de basis vormt voor de ontwikkeling van kinderen, en indirect ook voor het land waarin zij leven. Hoe geeft het kabinet invulling aan de ILO-bepalingen om kinderarbeid en excessen zoals kindslavernij uit te bannen? De ChristenUnie vraagt (samen met een groot aantal betrokken organisaties zoals CNV, FNV, HIVOS, LIW, FairFood, Stop the Traffik) om een integrale aanpak van kinderarbeid. Onderwijsprogramma's en ondersteuning van vakbonden in ontwikkelingslanden, maar ook druk op producenten en consumenten, waarbij we lessen trekken uit het verleden waar bleek dat vrijwillige aanpak zelden tot bevredigende vooruitgang heeft geleid. Hier ligt ook een taak voor de overheid zelf. In 2010 zal de overheid 100 procent duurzaam moeten inkopen. Maar wordt hierbij ook gedacht aan sociale duurzaamheid? Wat ons betreft koopt de overheid evenmin producten waar kinderarbeid aan te pas is gekomen. Graag een reactie.

Innovatie
Mevrouw de voorzitter, ook de tweede pijler van het regeringsbeleid benaderen wij vanuit de vraag: is dit op de toekomst berekend. Zonder een voortdurend vernieuwende en ondernemende economie, zijn de overheidsfinanciën niet tegen de tijd opgewassen. In het coalitieakkoord is daarvoor geld uitgetrokken, maar de begroting voor volgend jaar is nogal karig.

Innovatie betekent voor Nederland vooral: onze sterke punten versterken, en dan kun je niet om het thema water heen. Met de publicatie van de Watervisie heeft dit kabinet een ambitieuze agenda neergezet, waarin ook innovatie en het exporteren van onze waterkennis een belangrijke plaats hebben. De beloofde aanpak van de Afsluitdijk biedt naast de dijkversterking ook perspectief voor de opwekking van duurzame energie. Ook elders in het IJsselmeergebied zijn innovatieve combinaties van windenergie en energie uit water mogelijk. Nederland zou op dit gebied (opnieuw) een koploper kunnen worden, zoals we dat al zijn op het gebied van baggeren. Kan het kabinet toezeggen dat energie uit wind en water ook bij de planvorming rond het IJsselmeer wordt meegenomen?

Er is een Deltacommissie ingesteld die begin 2008 met een gezaghebbend advies moet komen over een kustverdediging die op de toekomst berekend is. Mijn fractie ziet dit ook als een kans om tegelijk te investeren in ruimtelijke ordening en ecologie. Kan het kabinet toezeggen dat de resultaten zullen worden verwerkt in het MIRT van volgend jaar? Dit kabinet zet in op het versterken van de Randstad en vanuit de Nota Ruimte op enkele projecten in andere regio's, zoals brainport Eindhoven. Er liggen echter ook opgaven om de regionale economie van het Noorden, Twente, Limburg en Zeeland op de toekomst berekend te laten zijn. Wat gaat het kabinet doen om de economie in deze regio's te versterken?

Vervoer
In het coalitie-akkoord staat de doelstelling: 5 procent groei voor het spoor. Dat is niet voor niets; alleen op deze manier kan de mobiliteit in ons land duurzaam en op de toekomst berekend zijn. Het kabinet trekt voor de korte termijn extra miljoenen uit voor het spoor. Maar voor de lange termijn is nog veel meer geld nodig. Daar moet bij de behandeling van het Meerjarenprogramma Infrastructuur in december meer duidelijkheid over komen, vindt mijn fractie. Het regionale openbaar vervoer kan overigens niet achterblijven bij de ambities voor de landelijke spoorwegen. Overal in de Randstad zijn goede initiatieven om te komen tot hoogwaardig streekvoer. Een grotere coördinatie en samenhang in deze plannen is nodig. Mijn vraag aan het kabinet is om een onderzoek toe te zeggen naar de mogelijkheden van het geleidelijk uitbouwen van de bestaande metro- en overige lightrailnetwerken. Kan hier één project van gemaakt worden.

Bij de behandeling van het beleidsprogramma ben ik duidelijk geweest over de plannen voor de kilometerheffing. U heeft daaruit kunnen opmaken dat wij willen dat de kilometerheffing nu echt voortvarend wordt ingevoerd. Nu lees in `Schoon & Zuinig' dat Verkeer en Waterstaat uitgaat van een planning in fases tot 2020. Dat noem ik nu niet bepaald snel. Hopelijk is dit een typefout, graag een reactie.

Duurzaamheid
Mevrouw de voorzitter, Misschien wel de belangrijkste voorwaarde om op de toekomst berekend te zijn is een duurzame leefomgeving; nationaal en tegenwoordig vooral internationaal. De toekomst van onze kinderen hangt samen met de duurzaamheid van de poolkappen en het voortbestaan van de oerwouden.

Het kabinet heeft ook op dit gebied een ambitieus programma gepresenteerd: Schoon & Zuinig. Als de doelstellingen die daarin staan gehaald worden, betekent dat werkelijk een trendbreuk. Zo wordt er eindelijk een begin gemaakt met de vergroening van het belastingstelstel. Niet zomaar iedere burger betaalt, maar de burger in zijn gedaante van consument en vervuiler. Daardoor wordt de burger uitgedaagd en financieel geprikkeld om duurzame keuzes te maken, en daardoor worden bedrijven uitgedaagd om uit te blinken in duurzame innovaties en technologieën. Dat kunnen wij als fractie onmogelijk zien als een bedreiging voor de economie - het is juist een geweldige uitdaging, een groeimarkt.

Wat onze fractie wel opvalt, is dat er zwaar geleund wordt op hoge ambities en doelstellingen van de EU. Terwijl het de vraag is of het wel reëel is om veel van Europea te verwachten. Daarom is belangrijk om voorbereid te zijn op een ander scenario: hoe halen we onze doelstellingen als we het met de EU niet redden? Het zou ook goed zijn als het kabinet zich afrekenbaar maakt op doelstellingen voor het einde van z'n termijn, het jaar 2011. En daarnaast moeten we erop bedacht zijn dat milieubewustzijn momenteel niet zo diep in de samenleving lijkt te wortelen.

Hoe is onze landbouw op de toekomst berekend? De ontwikkelingen in staan niet stil. Twee opmerkingen vandaag.
De premier heeft in het debat over de regeringsverklaring gezegd dat het Deltaplan voor het Nederlandse Landschap uitgangspunt kan zijn voor verdere uitwerking. In de LNV-begroting zien we daarvan slechts een voorzichtige aanzet in de vorm van pilotprojecten. Maar er zal meer moeten gebeuren om een succes te maken van dit ambitieuze project. Samenwerking tussen overheden en de private sector zal nodig zijn om voldoende geld bij elkaar te krijgen. Is het kabinet bereid bereid een belangrijke eerste bijdrage voor zo'n fonds (een revolving fund) te leveren.

De visserijsector heeft het moeilijk. Verdere vangstbeperkingen lijken onvermijdelijk. Maar dan is, om de sector gezond te houden, een warme sanering even onvermijdelijk. Hierover zijn in het coalitieakkoord afspraken gemaakt die ik niet terugzie in de begrotingen. Ik vraag het kabinet de daad bij het woord te voegen, en middelen beschikbaar te stellen.

Arbeidsparticipatie
Het kabinet wil zoveel mogelijk mensen aan het werk. Dat is nodig voor de economie. Maar eenzijdigheid ligt op de loer als het kabinet alleen maar hamert op verhoging van de arbeidsparticipatie. De keuze voor het ene betekent een beperking voor het andere. Meer mensen naar de arbeidsmarkt betekent bijvoorbeeld dat meer kinderen opgevangen moeten worden, en dat meer ouderen verzorgd moeten worden in een tehuis. Als daarvoor geen arbeidskrachten te vinden zijn, ontstaat er een probleem.

Deze samenleving snakt naar balans. Hoeveel mensen willen niet zelf (gedeeltelijk) voor hun eigen kinderen of ouders zorgen? Hoeveel tijd en gelegenheid hebben we nog om om te zien naar mensen die niemand hebben? Hoeveel mensen zouden zelf ook nog graag vrijwilliger zijn op school of op de sportclub? Er zit op dit punt spanning in het coalitieakkoord en zeker ook in het beleidsprogramma. Om maar iets te noemen: de doelstelling `vergroting van het aantal vrijwilligers'. Mooie woorden, maar wat doet het kabinet daar concreet aan? Erkent het kabinet de spanning tussen betaalde en onbetaalde participatie? Ziet het kabinet de druk die gelegd wordt op gezinnen met opgroeiende kinderen? Wij dagen het kabinet uit een concrete doelstelling te noemen over de vergroting van het aantal vrijwilligers. En zeg daar dan ook bij hoe u het vrijwilligerswerk gaat faciliteren. Graag een reactie.

Volgens de ChristenUnie-fractie is de tijd rijp om met innovatieve ideeën te komen die mensen in staat stellen een balans aan te brengen in hun keuzes tussen arbeid en zorg. Om het kabinet alvast een eindje op weg te helpen, wil ik de schooltijdbanen onder uw aandacht brengen. Ouders kunnen tijdens schooltijd werken en thuis zijn als de kinderen vrij zijn. In beroepen die goed te combineren zijn met het gezinsleven, zoals het basisonderwijs, zie je nu al een vervrouwelijking optreden: juffen verdringen de meesters. Door schooltijdbanen mogelijk te maken in meer sectoren, worden ook die toegankelijker voor vaders en moeders die af en toe om drie uur de kinderen thuis willen opvangen met een kop thee en een luisterend oor.

Concreet: te overwegen valt voor mensen met kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar, die een baan hebben van 32 uur of meer, een wettelijk recht te creëren op twee werkdagen die eindigen om 15.00 uur. Dit recht zou dan moeten worden opgenomen in de Wet aanpassing arbeidsduur (WAA). Ook kunnen er speciale vacaturebanken opgezet worden voor schooltijdbanen. Dit is nou een soort regeling die volgens ons goed uitpakt voor de arbeidsparticipatie, zonder dat de keuze om de schoolkinderen thuis op te vangen onmogelijk wordt. Graag een reactie.

Gezinsbeleid heeft altijd veel aandacht van onze fractie gekregen. Wat dat betreft gaan de zaken erop vooruit. In 2004 hebben wij op deze plaats nog een internationaal onderzoek geciteerd waaruit bleek dat van de 22 onderzochte welvarende landen alleen Griekenland - als het om gezinsbeleid gaat - het slechter deed dan ons land. Gelukkig is er inmiddels veel veranderd; gezinsbeleid staat hoog op de politieke agenda en zonder valse bescheidenheid mag ik toch wel zeggen dat de ChristenUnie daarvoor in belangrijke mate verantwoordelijk is.

Koopkracht
Mevrouw de voorzitter, mijn fractie is blij met de ontwikkeling van de koopkracht van gezinnen in de komende jaren. Daar hoeft dit kabinet zich niet voor te schamen. De combinatie van de kinderbijslag en het kindgebonden budget betekent voor veel gezinnen een flinke vooruitgang. Prima. Ik heb daarbij één kanttekening. De meerjarencijfers bevatten, als ik het goed zie, een beperkte bezuiniging op de kinderbijslag. Dat vinden wij niet gewenst. Wat ons betreft is de kinderbijslag inkomensonafhankelijk. Het kindgebonden budget is er om voor wie het nodig heeft, een inkomensafhankelijke element aan de ondersteuning van gezinnen toe te voegen.

Als het om gezinsbeleid gaat, weet de regering hoe belangrijk wij het vinden dat de schoolboeken in het voortgezet onderwijs gratis worden. Al bij het debat over het beleidsprogramma zei ik dat we dat we het liefst al in augustus volgend jaar de boeken voor alle klassen gratis maken. Het kabinet houdt, zo blijkt uit de begroting, vast aan gefaseerde invoering: de bovenbouw eerst, de onderbouw een jaar later. Blijft u daarbij, dan kom ik in tweede termijn met een voorstel om onze zin door te zetten: volledige invoering van gratis schoolboeken in 2008.

Jeugdbeleid
Ook het jeugdbeleid heeft onze warme aandacht. We constateren dat de minister van Jeugd en Gezin voortvarend van start is gegaan. Er ligt inmiddels al een prima beleidsprogramma. Maar het beleid moet nog gaan werken. Vooral als het gaat om de effecten van
opvoedingsondersteuning, gedragsbeïnvloedende maatregelen, de centra voor Jeugd en Gezin, allerlei andere preventieve maatregelen die er toe moeten leiden dat vooral minder mensen gebruik hoeven te maken van de jeugdzorg. En al moet de jeugdzorg beter georganiseerd en vooral meer op de hulpverlening georiënteerd, zover ben je niet meteen. Het invoeren van nieuwe financieringssystematieken, minder bureaucratie en betere zorg: het kost tijd. Ondertussen willen we niet dat al werkende weg de komende tijd opnieuw wachtlijsten ontstaan. Is de incidentele toevoeging voor volgend jaar voldoende, zo vraag ik het kabinet, en is het niet verstandig hier nog wat extra geld bij te doen?

Onderwijs
Mevrouw de voorzitter, ik zit eigenlijk wat in m'n maag met de status van de onderwijsbegroting die we gisteren kregen. Want al voordat de commissie Rinnooy Kan met haar eindrapport kwam, liet minister Plasterk doorschemeren dat de onderwijsbegroting misschien opengebroken moet worden. Hij heeft dat vorige week bij de presentatie van het rapport weer herhaald. Ik vraag me af of dit eerder vertoond is: een minister die nog voordat zijn begroting bij het parlement is ingediend, al aangeeft dat hij die te zijner tijd op belangrijke punten wil herschrijven. We weten inmiddels dat de plannen van Rinnooy Kan naar schatting 1,1 miljard euro gaan kosten. Los van de vraag of deze plannen zo uitgevoerd moeten worden, is dit niet een bedrag dat eventjes via wat verschuivingen in de OCW-begroting bij elkaar te krijgen is, dat kan ik minister Plasterk nu al vertellen. Graag horen we wat het kabinet op dit punt van plan is.

Nu we het toch over onderwijs hebben, stel ik namens mijn fractie voor een weeffout in het coalitieakkoord te herstellen. Ons is gebleken dat het schrappen van de fusieprikkel in het Voortgezet Onderwijs het tegengestelde effect heeft van wat we willen. We wilden spreiding en kleinschaligheid bevorderen, maar door het schrappen van de fusieprikkel blijken grote scholen met kleine nevenvestigingen in de problemen te komen. Dat was niet de bedoeling, dus dat moeten we niet doen. Indien nodig zullen we daarvoor morgen de Kamer een voorstel voorleggen.

Media
In het coalitieakkoord hebben we overigens ook afgesproken te gaan investeren in media-educatie. Een deel van de extra 100 miljoen voor mediabeleid zou daarvoor gebruikt moeten worden. Afgesproken is dat er in ieder geval een media-educatiecentrum moet komen. In de begroting die minister Plasterk naar de Kamer heeft gestuurd blijkt dat hij volhardt in de voorstellen voor een netwerk, in plaats van een expertisecentrum. Wilt u dat uitleggen? En laat ik u nu maar vast meIden dat mijn fractie deze afspraak graag uitgevoerd ziet: media-educatie nog in dit begrotingsjaar!

Berekend zijn op de toekomst: ook voor de zorg heeft dat veel te betekenen. In de afgelopen weken ontstond in de media het beeld dat er flink bezuinigd zou worden in de zorg. Uit de begroting komt gelukkig echter een heel ander beeld naar voren. We zijn blij met de extra middelen voor zorghuizen, met de extra impuls bevordering kleinschalige voorzieningen, met de extra middelen voor palliatieve zorg, voor dagbesteding gehandicapten, voor opvoedkundige hulp bij gehandicapte kinderen en voor de ondersteuning van cliënten. We zijn blij met de uitbreiding van het pakket onder andere voor de kraamzorg. Goede kraamzorg is een heel belangrijke factor in het gezinsbeleid dat wij voorstaan: iedere ouder weet hoe belangrijk die eerste tien dagen zijn.

AWBZ
We maken ons zorgen over de houdbaarheid van de AWBZ. Het recht op zorg moet verzekerd zijn voor iedereen die AWBZ-zorg nodig heeft. We willen in dit verband wijzen op de afspraak in het coalitieakkoord dat er geen onderdelen uit de AWBZ naar de WMO overgeheveld zullen worden. Tegelijk vragen we ons wel af of alles wat op dit moment vanuit de AWBZ gefinancierd wordt ook werkelijk past bij de bedoeling van deze wet. Die discussie willen wij in alle eerlijkheid aangaan. De weg van best practices, het verlagen van tarieven en het op termijn verhogen van een eigen bijdrage van draagkrachtige cliënten, die weg spreekt ons aan. Een behoorlijke overgangstermijn is van cruciaal belang zodat zorgverlenende organisaties voldoende ruimte hebben om het aanbod van zorg meer te laten aansluiten bij de zorgvraag. We zijn blij met de aandacht en het extra geld voor palliatieve zorg. We vinden het belangrijk dat de financiering beter toegespitst wordt op de verschillende vormen van palliatieve zorg. In het bijzonder denken we hierbij aan de financiering van kinderhospices.

Verder vragen aandacht voor de opvang van tienermoeders. Zwangere meisjes moeten in vrijheid kunnen kiezen voor het leven van het kind dat zij dragen. Daarom moet er opvang zijn voor jonge moeders die geen steun krijgen van hun familie of van de verwekker van hun kind, of die door andere omstandigheden in de problemen zitten.

Mevrouw de voorzitter, alleen een veilige samenleving, waarin stabiliteit en respect heerst, is op de toekomst berekend. Dat vraagt om betrokkenheid en deelname van allen. Veiligheid begint echter heel gewoon met tegengaan van criminaliteit. En dan is de vraag: doen we wel genoeg aan de aanpak van crimineel verworven vermogens? Misdaad mag niet lonen!

Gelukkig bestaat er een steeds breder draagvlak om de misstanden rond prostitutie aan te pakken. En volgens mij groeit ook wel het besef dat die misstanden eerder regel zijn dan de uitzondering: prostitutie is haast uit de aard der zaak verweven met misstanden en criminaliteit. Ook hier kunnen maatregelen ter waarborging van integriteit, maatregelen tegen witwassen, ontneming van criminele vermogens, etc heel dienstig zijn: zie het Wallenproject Amsterdam. Wij kunnen het niet laten gebeuren dat onder onze ogen gewetenloze mensen voordeel halen uit exploitatie - in de meest negatieve zin van het woord, in rond Hollands: uitbuiting - van mensen. Mensen, die worden verhandeld en die dikwijls onder dwang, illegaal, tegen hun wil in de prostitutie zijn beland. Ik wil woorden als `verschrikkelijk' en `schandelijk' niet teveel laten devalueren, maar als ze ergens van toepassing zijn, dan wel op de gedwongen prostitutie. Slavernij waarvan haast schaamteloos misbruik wordt gemaakt. Daarom dringen we erop aan dat het kabinet ernst maakt met het onderzoek naar de mogelijkheid om prostituanten (hoerenlopers) strafbaar te stellen die gebruik maken van vrouwen of mannen die onder dwang hun `werk' doen. De bewijsbaarheid zal misschien moeilijk zijn, maar laten we als wetgever tenminste de duidelijke morele boodschap uitdragen dat slavernij niet mag in dit land.

Vorige week sprak minister van Middelkoop in de Verenigde Staten over de noodzaak van maatschappelijke waardering voor de militairen. Ik denk dat hij daar een punt heeft. Maar ik denk dat we dat punt wel veel breder moeten uitstrekken: de gehele publieke sector heeft recht op maatschappelijke waardering, misschien zelfs herwaardering. Werken voor de publieke zaak is een eervolle taak. Je bent echt dienstverlenend bezig, of je nu politieagent, militair, onderwijzer, verplegende of verzorgende, of ambtenaar bij rijk, provincie of gemeente bent. Juist daarom overigens is het zo belangrijk dat de topinkomens in die publieke sector genormeerd worden. Je verdienste zit hem mede in wat je doet en waarom je het doet. Als mensen aan de top die intrinsieke motivatie kennelijk niet belangrijk vinden maar alleen voor een zogenaamd `marktconform' salaris aan de slag willen, hoe zullen dan medewerkers in rest van de sector wél eer en arbeidsvreugde ontlenen aan het feit dat ze het publieke belang dienen?

Ambtenaren
Mevrouw de voorzitter, onze waardering voor het ambt van de ambtenaar neemt niet weg dat van de rijksdienst veel gevraagd gaat worden. De begroting kent, zo is ons opgevallen, op dit punt extra inspanningen richting het openbaar bestuur. `Daarbij wordt ook gedacht aan de inkrimping van gemeenteraden' zo staat er. Ik neem aan dat dit een misverstand is. Het coalitieakkoord is hier toch glashelder over. Ik kan u niet tegenhouden om hier aan te denken, maar wat mijn fractie betreft is er geen denken aan dat deze afspraak uit het coalitieakkoord geschonden wordt. De taakstellende bezuiniging van 90 miljoen vanaf 2011 mag wat ons betreft blijven staan, en u kunt op ons rekenen als het gaat om het zoeken van een alternatieve dekking. Al vast voor de vuist weg kan gedacht worden aan versobering van de wachtgelden voor bestuurders, inperking van de gemeenschappelijke regelingen en het omzetten van doeluitkeringen in specifieke uitkeringen. Dat zijn gedachten die wél binnen het coalitieakkoord blijven, en die ook geld kunnen opleveren.

CPB
Mevrouw de voorzitter, we vinden het belangrijk dat als er bezuinigd wordt op het openbaar bestuur, de tegenmacht niet in onredelijke mate getroffen wordt. Ik denk hier met name aan het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). Zeker nu het CBP in de afgelopen tijd weer extra taken naar zich toe geschoven heeft gekregen. Zoals bijvoorbeeld het elektronisch kinddossier en de OV-Chip. Een instantie als het CBP moet juist daarom niet als waakhond worden gecoupeerd totdat er een schoothondje overblijft. We vragen of u uw plannen voor dit college wilt herzien, en zijn ook bereid zelf met voorstellen te komen.

Voorzitter, dit kabinet staat en stond voor de taak opnieuw te werken aan het samenleven in Nederland, met oog voor onze verantwoordelijkheden in ons land en daar buiten. Dat gebeurt niet onder gemakkelijke omstandigheden. De economie draait naar behoren, maar vraagt altijd aandacht. Nederland is gelukkiger, zo stelt het SCP, maar maatschappelijke onvrede ligt dicht onder de oppervlakte. En uit het onderzoek van de Zonnebloem weten we dat er in onze samenleving ook veel eenzaamheid is.

Het kabinet maakte een mooie start met zijn beleidsprogramma. Het heeft nu een moedige begroting neergelegd. Op onderdelen kan het nog beter. Daar willen we het kabinet graag toe aanmoedigen vanuit een kritische, maar constructieve houding. De ChristenUnie-fractie vaart daarbij niet op het wiebelige kompas van de opiniepeilingen, maar werkt vanuit vaste beginselen die iedereen binnen en buiten de partij kan nalezen. We weten wat we willen, maar beseffen dat we bij alles moeten zoeken naar en werken aan draagvlak. Boven alles beseffen we - en dat wil ik hier ook uitspreken - dat we in al ons werk afhankelijk zijn van de zegen van onze God. In de bijbel lezen we dat als de Heer het huis niet bouwt, de bouwlieden tevergeefs zwoegen. Dat besef en Gods onmisbare zegen wens ik ook vanaf deze plaats het kabinet toe.
---

Deze tekst wijkt af van de bijdrage die Arie Slob heeft uitgesproken in de Tweede Kamer; alleen gesproken tekst geldt