IP/07/1362
Brussel, 19 september 2007
Antitrust: Commissie legt meer dan 328 miljoen EUR geldboeten op aan kartel
in sector kledingsluitingen
De Europese Commissie heeft YKK, Prym en Coats en vier andere voor in totaal
328 644 000 EUR geldboeten opgelegd omdat zij betrokken waren bij Europese
en internationale kartels voor kledingsluitingen en bevestigingsmachines.
Kartels zijn immers een duidelijke inbreuk op de regels van het EG-Verdrag
die mededingingsbeperkende praktijken van ondernemingen verbieden (artikel
81). In de beschikking worden, naast vijf dochterondernemingen van deze
concerns, ook het Scovill-concern, A. Raymond, Berning & Söhne genoemd én de
Duitse brancheorganisatie Fachverband Verbindungs- und Befestigungstechnik
(VBT), die ook bij één van de inbreuken betrokken was. Sluitingen zoals
ritsluitingen worden bijvoorbeeld gebruikt in kleding en schoenen, maar ook
in de industrie. De Commissie kon vier afzonderlijke inbreuken vaststellen
waarbij deze ondernemingen afspraken maakten over gecoördineerde
prijsverhogingen, minimumprijzen vaststelden, klanten aan elkaar toewezen,
de markten verdeelden, en andere belangrijke zakelijke en vertrouwelijke
informatie uitwisselden. Het Prym-concern kreeg voor zijn aandeel in het
internationale kartel op de markten voor andere sluitingen en
bevestigingsmachines volledige boete-immuniteit in het kader van de
clementieregeling van de Commissie, omdat de onderneming als eerste met
informatie over dit kartel kwam. Daarnaast kreeg het Prym-concern een
boetevermindering voor de andere inbreuken die aan het licht kwamen, omdat
het meewerkte aan het onderzoek. Ook de YKK- en Coats-concerns kregen
kleinere boeteverminderingen, omdat zij medewerking verleenden in het kader
van de clementieregeling van de Commissie.
In een reactie verklaarde Neelie Kroes, Commissaris voor
concurrentiebeleid: "Het is onaanvaardbaar dat de belangrijkste
producenten van sluitingstechnologie zolang samenspanden om prijzen
kunstmatig hoog te houden en dat zij klanten en markten onder elkaar
verdeelden voor producten die vele consumenten dagelijks gebruiken.
Het topmanagement van deze ondernemingen wist heel goed dat deze
praktijken verboden waren, maar besloot om er toch mee door te gaan."
De Commissie begon zelf het onderzoek in deze zaak nadat zij bepaalde
informatie had ontvangen. Dit resulteerde in onaangekondigde
inspecties in november 2001 bij diverse EU-producenten van harde en
zachte fournituren. Deze inspecties zetten de Prym-, Coats- en
YKK-concerns er dan weer toe aan om in het kader van de
clementieregeling van Commissie verzoeken voor boete-immuniteit of
boetevermindering in te dienen.
De kartels
Tijdens de inspecties werd bewijsmateriaal aangetroffen waaruit bleek
dat de ondernemingen verboden kartels hadden opgezet op de markten
voor ritsluitingen, andere sluitingen (zoals drukknopen en rivets) en
machines om die te bevestigen. Deze bevinding werd nog bevestigd en
aangevuld door talrijke documenten en verklaringen van de
clementieverzoekers.
Het eerste kartel liep van 1991 tot minstens 2001, met als deelnemers
de YKK-, Prym- en Scovill-concerns, A. Raymond, Berning & Söhne, en de
brancheorganisatie VBT. In die periode maakten deze ondernemingen
onder meer afspraken over gecoördineerde prijsverhogingen voor "andere
sluitingen" en bevestigingsmachines. Dit gebeurde tijdens jaarlijkse
"prijsrondes" in het kader van de werkgroepen die door de
brancheorganisatie VBT werden georganiseerd.
Het tweede kartel liep van 1999 tot minstens 2003 en had als
deelnemers de Prym- en YKK-concerns. In deze periode legden de twee
grootste Europese producenten van sluitingen per product en per land
de prijzen vast en verdeelden zij mondiaal de klanten voor de "overige
sluitingen" en bevestigingsmachines.
Het derde kartel liep van april 1998 tot minstens november 1999, met
als deelnemers de YKK-, Coats- en Prym-concerns. In die periode kwamen
de drie grootste producenten van ritssluitingen een aantal malen
bijeen om prijsinformatie uit te wisselen en prijsverhogingen te
bespreken. De drie ondernemingen spraken ook een methodiek af om
minimumprijzen vast te stellen voor ritssluitingen in Europa.
Het vierde kartel, met als deelnemers de Prym- en de Coats-concerns,
was de langstlopende inbreuk die de Commissie tijdens dit onderzoek
aan het licht bracht: het duurde meer dan 21 jaar - van 1977 tot ten
minste 1998. In deze periode spraken de beide ondernemingen af om de
volledige markt voor fournituren onder elkaar te verdelen.
De Commissie beschikt over bewijzen dat bij deze vier kartels het
topmanagement (zoals directeuren, verkoopsdirecteuren en
bestuursleden) aan die regelmatige bijeenkomsten en discussies
deelnam. Ook zijn er bewijzen dat de ondernemingen wisten dat hun
praktijken verboden waren.
Geldboeten
Dit soort praktijken zijn zeer zware inbreuken op de antitrustregels
van het EG-Verdrag. Bij het bepalen van de geldboeten wordt rekening
gehouden met de omvang van de betrokken productmarkten, de duur van de
kartels en de grootte van de betrokken ondernemingen.
De Commissie richt haar beschikkingen steeds tot alle rechtspersonen
die voor de verboden gedragingen aansprakelijk zijn. Wanneer de
moedermaatschappij van een concern beslissende invloed uitoefent op
het zakelijke handelen van haar dochterondernemingen, dan behoren
beide, volgens vaste rechtspraak, tot dezelfde economische eenheid. De
aanname is dat een moedermaatschappij beslissende invloed uitoefent
over haar volle dochteronderneming. De juridische aansprakelijkheid
voor de inbreuk en de betrokken geldboete kunnen worden toegerekend
aan zowel de dochteronderneming die daadwerkelijk bij het kartel
betrokken was, als de moedermaatschappij(en) die in de bewuste periode
beslissende invloed uitoefende(n) op het zakelijke handelen van die
dochteronderneming.
Door de Commissie opgelegde geldboeten
Naam onderneming
Geldboete
(EUR)
Prym group
40 538 000
YKK group
150 250 000
Coats group
122 405 000
Scovill group
6 002 000
A. Raymond S.A.R.L.
8 325 000
Berning & Söhne GmbH & Co. KG
1 123 000
Fachverband Verbindungs- und Befestigungstechnik (VBT)
1 000
Totaal
328 644 000
Schadeclaims
Iedere persoon of onderneming die van de in deze zaak beschreven
concurrentiebeperkende praktijken te lijden heeft gehad, kan zijn zaak
voor de nationale rechter brengen en een schadeclaim indienen en delen
van de gepubliceerde beschikking aanvoeren als bewijs dat de
praktijken hebben plaatsgevonden en verboden waren. Ook al heeft de
Commissie de betrokken ondernemingen geldboeten opgelegd, toch kan
schadevergoeding worden toegewezen zonder dat de geldboete die de
Commissie heeft opgelegd, daarop in mindering moet worden gebracht.
Over particuliere handhaving is een groenboek gepubliceerd (zie
IP/05/1634 en MEMO/05/489).
Voor meer informatie over de strijd van de Commissie tegen kartels,
zie MEMO/07/364.
European Union