19-09-2007
ANVR kaart vliegbelasting aan bij EU
Reisbrancheorganisatie ANVR zet haar actie tegen de invoering van de
zgn. vakantiebelasting onverminderd voort. Dit ondanks het voornemen
van het Kabinet de consument te belasten met een vliegtax, die in het
geheel niet aan het milieu ten goede gaat komen, maar volgens minister
Bos gebruikt wordt voor werkgelegenheid, kinderopvang, etc.
De ANVR spreekt op korte termijn met Kamerleden over het wetsvoorstel
en zal tevens onderzoeken welke juridische stappen kunnen worden
genomen.
Het Kabinet laat de vliegbelasting onderdeel zijn van de Wet
belastingen op milieugrondslag (Wbm), en transferpassagiers en vracht
worden vrij gesteld van deze belasting. De Raad van State is kritisch
over het wetsvoorstel. Een belangrijk kritiekpunt is dat het buiten de
heffing houden van transferpassagiers moet worden beschouwd als steun
aan de luchthaven Schiphol. De Raad adviseert het Kabinet dit aan te
melden bij de Europese Commissie. Echter, in het Nader Rapport weigert
het Kabinet dit en stelt dat er geen sprake is van staatssteun en
melding niet nodig is.
De ANVR zal de Europese Commissie informeren over het voornemen van
het Kabinet, aangezien het Kabinet niet van plan is dit te melden.
Tevens zal de EU worden gevraagd, gelijk Malta, of een procedure kan
worden gestart, omdat inmiddels diverse deskundigen de voorgestelde
heffing in strijd achten met het EG-verdrag.
Uit een onderzoek dat de ANVR heeft laten uitvoeren door
belastingadviesbureau Loyens Loeff blijkt dat het uitzonderen van
transferpassagiers van deze belasting-maatregel in strijd is met
artikel 49 van het EG-verdrag, omdat niet gediscrimineerd mag worden
naar het land van herkomst. Dat betekent dat als transferpassagiers
niet worden belast, niemand mag worden belast, dus ook niet de vanuit
Nederland vertrekkende passagier. Een vergelijkbare heffing op Malta
heeft in juni 2007 er al toe geleid dat de Europese Commissie een zgn.
inbreukprocedure is gestart.
De Raad van State is, net als in het genoemde advies van Loyens Loeff,
van mening dat het wetsvoorstel spanning oproept in relatie tot
artikel 15 van het Verdrag van Chicago dat zegt dat geen tarieven,
rechten of andere kosten mogen worden opgelegd voor het enkele recht
van vertrek per vliegtuig uit het grondgebied van een land. Ook dit
wordt door het Kabinet in een paar zinnen van tafel geveegd.
"Dat invoering van een vliegbelasting zou leiden tot een lagere groei
van het vlieg-verkeer en dáárdoor een positief effect heeft op het
milieu, volgens de Memorie van Toelichting, is niet waar", aldus
ANVR-directeur Frank Oostdam. "Zolang de ons omringende landen geen
vakantiebelasting heffen, zullen mensen de auto pakken en uitwijken
naar luchthavens vlak over de grens en vandaar alsnog naar hun
vakantiebestemming vliegen. Op die wijze wordt het milieu zelfs
zwaarder belast."
Ook de Raad van State geeft aan een nadere onderbouwing te missen van
de milieueffecten, terwijl het Milieu en Natuur Planbureau reeds
eerder heeft gesteld dat de milieueffecten op de CO2-uitstoot
marginaal zijn. Een nieuw onderzoeksrapport van de overheid wordt wel
aangekondigd, maar is nog niet bijgevoegd bij het wetsvoorstel.
Raad van State tenslotte is zeer kritisch in zijn advies aan het
Kabinet wat betreft het differentiëren op basis van een 2500 km grens
voor het hanteren van het tarief van EUR 11,25 binnen en EUR 45 buiten
de 2500 km. De ANVR deelt de kritiek van de Raad van State. De
reisbrancheorganisatie vreest voor toeristische bestemmingen als de
Canarische Eilanden, Egypte, Israël en Turkije als de 2500 km-grens
gehandhaafd blijft. Het niet-Europese land Turkije lijkt zelfs dan
opgesplitst te gaan worden in een laag-tarief/hoog-tarief toeristische
bestemming. Daarbij komt dat een bestemming aanvliegen vanaf
Maastricht wél en een bestemming aanvliegen vanaf Eelde op deze wijze
niet onder het lage tarief kan komen te vallen.
Als deze belastingmaatregel wél wordt doorgevoerd, betekent dit dus
voor vele Nederlandse vakantiegangers géén Middelllandse
Zee-bestemming of een extra aan-slag op hun vakantiebestedingen,
terwijl zij daarmee niet bijdragen aan het milieu. Naast deze voor de
reisbranche lastige problemen wijst ook de Raad van State op het
ontbreken van een goede milieugrondslag voor deze differentiatie.
De datum van invoering is inmiddels verder het jaar ingeschoven en
ligt nu op 1 juli 2008. De ANVR en de 2000 bij haar aangesloten
reisondernemingen zullen verdere actie ondernemen met als doel de
vakantiebelasting een halt toe te roepen.
Algemeen Nederlands Verbond van Reisondernemingen