Foto
Publicaties over onderzoek i.s.m. RTL
18 september 2007
Troonrede volgens een op de vijf Nederlanders door Koningin geschreven
Prinsjesdag, de Troonrede, de algemene beschouwingen en het bespreken
van de miljoenennota: Nederlanders hebben de klok horen luiden maar
niet iedereen weet de klepel te hangen. Hoe goed kennen wij ons eigen
politieke systeem?
Bijna de helft van de Nederlanders (47%) weet dat de
minister-president verantwoordelijk is voor het opstellen van de
troonrede (40% van de jongeren en 57% van de 55-plussers). Volgens
ruim een op de vijf Nederlanders (22%) echter wordt de Troonrede
(mede) door de Koningin geschreven. Van de jongeren tot en met 34 jaar
denkt zelfs 31 procent dat. Nog eens achttien procent van Nederlanders
denkt dat de troonrede wordt opgesteld door de ministerraad/het
kabinet en twaalf procent noemt de minister van Financiën.
Overgrote meerderheid kent politieke betekenis derde dinsdag september
De meeste Nederlanders (96%) weten (naar eigen zeggen) welke politieke
betekenis de derde dinsdag van september heeft. De meeste mensen
noemen Prinsjesdag, maar ook de presentatie van de begroting, de
presentatie van de troonrede en de opening van een nieuw parlementair
jaar worden veel genoemd. Negen op de tien Nederlanders (90%) weten,
weer naar eigen zeggen, wat er tijdens de Troonrede wordt
gepresenteerd. De meesten van hen noemen de presentatie van de
(jaar)begroting of de miljoenennota. Veel mensen geven minder
specifiek aan dat de kabinetsplannen tijdens de Troonrede
gepresenteerd worden.
Orde van grootte miljoenennota onbekend
Hoeveel euro gemoeid is met de miljoenennota, daarvan hebben de meeste
Nederlanders geen idee. Een derde van de Nederlanders zegt niet te
weten hoeveel euro er besteed wordt door alle ministers tezamen. Een
kwart van alle Nederlanders (24%) denkt dat de Rijksbegroting minder
dan 1 miljard euro bedraagt. Slechts vier procent weet dat het totale
bedrag tussen de 150 en de 200 miljard ligt. Zes op de tien
Nederlanders (59%) denken dat de rijksbegroting (onder meer1) door de
minister van Financiën wordt opgesteld. Bijna drie op de tien
Nederlanders weten dat het kabinet hier over gaat.
Procedure rond goedkeuren rijksbegroting bij minderheid Nederlanders
bekend
Dat de rijksbegroting goedgekeurd moet worden door de Tweede Kamer is
bij ruim vier op de tien Nederlanders bekend (43%). Onder jongeren tot
en met 34 jaar weet ongeveer een derde (31%) dit, terwijl van de
55-plussers bijna zes op de tien (57%) hiervan op de hoogte is. Ruim
twee op de tien (22%) Nederlanders geven aan dat (ook) de Eerste Kamer
goedkeuring aan de rijksbegroting dient te geven. Een op de zes
Nederlanders (17%) meent dat het kabinet hiervoor verantwoordelijk is
en tien procent denkt dat de Koningin haar goedkeuring dient te
verlenen.
De weg van een wetsvoorstel niet bekend bij Nederlanders
Niet alleen over zaken omtrent Prinsjesdag bestaan onduidelijkheden
onder de Nederlanders. Zo denkt zestien procent van de Nederlanders
dat Eerste Kamerleden wetsvoorstellen mogen indienen. Vier op de tien
Nederlanders weten dat de ministerraad bevoegd is om wetsvoorstellen
in te dienen, maar zestig procent denkt dat dit gedaan wordt door de
Tweede Kamer.
Ruim de helft van de Nederlanders (55%) weet dat het aannemen (of
verwerpen) van een wetsvoorstel, de taak is van de Tweede Kamer.
Eenzelfde percentage (54%) denkt echter dat dit (mede) de
verantwoordelijkheid is van de Eerste Kamer. Van de 55-plussers weet
65 procent wie wetsvoorstellen aanneemt of verwerpt. Onder jongeren
(48%) en mensen van middelbare leeftijd (52%) is ongeveer de helft
hiervan op de hoogte.
De volgende halte voor een wetsvoorstel is de toetsing aan de wet.
Ruim vier op de tien (43%) weten dat de Eerste Kamer hiervoor
verantwoordelijk is. Onder jongeren tot en met 34 jaar weet een derde
(34%) dit, terwijl van de 55-plussers ongeveer de helft (55%) hiervan
op de hoogte is.
Klein deel Nederlanders kent jaar van invoering algemeen kiesrecht
Vier op de tien Nederlanders (41%) zeggen te weten wanneer het
algemeen kiesrecht (ongeveer) werd ingevoerd in Nederland, 59 procent
zegt geen idee te hebben. Van degenen die aan hebben gegeven te weten
wanneer het algemeen kiesrecht is ingevoerd, geven bijna vier op de
tien (38%) (ongeveer) het juiste antwoord, met een jaartal tussen 1917
en 1920. Slechts zeven procent weet dat het algemeen kiesrecht in 1919
werd ingevoerd.
1 Mensen konden meerdere antwoorden geven. Sommige van de taken en
bevoegdheden die we hebben voorgelegd, liggen bij meerdere mensen of
instellingen. Wanneer het totaal aan percentages optelt tot 120
procent, betekent dit dat de gemiddelde respondent 1,2 antwoorden
heeft gegeven.
C5878 | TNS NIPObase (CASI) | Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht
van RTL Nieuws. Het veldwerk vond plaats van 6 tot en met 9 september
2007. Hierbij werden 1.129 personen van 18 jaar en ouder ondervraagd
(n=1.129).
Bij publicatie of verspreiding graag de bron TNS NIPO/RTL Nieuws
vermelden. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met Tom van
der Horst (tel: 020 522 57 45) of Mattijs de Jongh (tel: 020 522 54
91).
TNS NIPO