Gemeente Leiden
Datum | |18 september 2007 |
Bezoekadres
Locatie
Telefoon
| |Gemeente Leiden | |
|Nummer | |070918-c/fd | | |Bureau | | | | | | |Communicatie | | | | | | |Stadhuisplein 1 | | | | | | |(071) 516 5052 | | | | | | |bureaucommunicatie| | | | | | |@leiden.nl | |Onderwerp | |RijnGouwelijn (RGL) | | | | |Contactper| |Fons Delemarre | | | | |soon | | | | | | |Telefoonnu| |(071) 516 50 55 | | | | |mmer | | | | | | | | | | | | |
Leiden wil overleg in plaats van dwang
Met teleurstelling heeft het college van B&W van Leiden kennis genomen van het besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland om aan Provinciale Staten voor te stellen desnoods haar doorzettingsmacht te gebruiken om de RijnGouwelijn (RGL) door het centrum van Leiden te realiseren.
Het Leidse college hoopt Provinciale Staten ervan te overtuigen dat het van belang is recht te doen aan de bezwaren van de Leidse bevolking die in het referendum tegen het oorspronkelijke plan voor de RijnGouwelijn zijn geuit. Als de provincie oog houdt voor deze bezwaren kan Leiden meewerken aan hoogwaardig openbaar vervoer in de regio en ook rekening houden met wat de provincie wil.
Het college roept Provinciale Staten op niet het pad in te slaan van een juridische procedure waarin Leiden en provincie tegenover elkaar komen te staan. Het college benut de weken tot 17 oktober om met betrokkenen in stad en regio en met Provinciale Staten in gesprek te gaan.
Concrete voorstellen van de kant van de provincie om uit de moeilijke situatie te komen - behalve een andere datum voor het realiseren van de RijnGouwelijn - heeft het college nog niet vernomen. Met spijt herkent het college bij Gedeputeerde Staten een neiging tot tunnelvisie. De koers van machtsvertoon die Gedeputeerde Staten in de brief aan Provinciale Staten inslaat, draagt niet bij aan een klimaat om er samen uit te komen.
Ondanks dit teleurstellende besluit constateert het college van B&W dat Gedeputeerde Staten bereid lijkt essentiële elementen over te nemen van de door Leiden ontwikkelde alternatieve plannen:
. Het denken in een HOV-net in plaats van een enkele lijn.
. De Hooigracht-Langegracht als HOV-route die op termijn vertramd kan worden.
. Daaraan gekoppeld de ringweg-oost als voorwaarde om deze route gerealiseerd te krijgen.
. De erkenning - met enkele nuanceringen - dat het plan om eerst te werken met HOV-banen in eerste instantie goedkoper is dan trambanen, ook in de exploitatie. Bovendien bevestigt GS dat de latere meerkosten van vertrammen beperkt zijn.
De provincie meent daarnaast echter dat het Leidse plan zou leiden tot 30% minder reizigers dan in het geval van de RGL. De provincie lijkt daarbij echter uit te gaan van een overstap bij zowel de Lammenschansweg als bij Leiden Centraal. Dat GS veel waardevolle elementen in de Leidse plannen benoemt, ziet het college als een erkenning van de innovatieve inzet van Leiden.
Belangrijk is dat het college ruimte ziet om te blijven hameren op het bereiken van overeenstemming. Waar het op vast lijkt te zitten is dat de provincie een absolute zekerheid wenst over een light rail langs een tracé door de Leidse binnenstad en dat de gemeente Leiden die vertramming afhankelijk maakt van het succes van hoogwaardige busverbindingen.
Het college blijft inzetten op het bereiken van overeenstemming met de provincie vanuit de kwaliteit van door Leiden ontwikkelende alternatieve plannen.