Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
ADVIESPROGRAMMA RAAD VOOR CULTUUR 2008
Inleiding
De Raad voor Cultuur kent sinds 1 januari 2006 een nieuwe structuur, samenstelling en
werkwijze met als doel regering en parlement van meer strategische beleidsadviezen te
voorzien dan in het verleden om verschillende redenen mogelijk was. Tegen deze achtergrond
heeft de raad op 12 oktober 2006 een meerjarig werk- en adviesprogramma 2007 e.v.
gepubliceerd. Daarin heeft de Raad zijn eerste opvattingen gegeven over de positie van kunst,
cultuur en (nieuwe) media in de samenleving. Deze opvattingen vormen het kader
waarbinnen de Raad de komende jaren verkenningen, adviezen, debatten en publicaties wil
opzetten. Tot de belangrijke thema's van de Raad behoren: intercultureel, internationaal en
regionaal cultuurbeleid, eCultuur/medialisering, culturele vorming, cultuur en economie, en
instrumentarium cultuurbeleid. Deze thema's hebben een vervolg gekregen in het advies van
de Raad over de agenda voor het cultuurbeleid, Innoveren, participeren! dat 6 maart 2007 is
verschenen.
Naar aanleiding van het raadsadvies heeft de minister van OCW op 22 juni 2007 zijn
hoofdlijnen voor het cultuurbeleid in deze kabinetsperiode bekend gemaakt. In deze notitie
Kunst van Leven worden ook onderwerpen aangekondigd waarover de Raad nader om advies
zal worden gevraagd, soms al dit jaar.
De inhoudelijke perspectieven uit Innoveren, Participeren!, het kabinetsprogramma
Samenwerken, samen leven en de beleidsnotitie cultuurbeleid Kunst van Leven zullen het
kader zijn voor het adviesprogramma van de Raad in 2008. Daarnaast zal zeker de eerste
helft van 2008 sterk in het teken staan van de advisering over meerjarige cultuursubsidies.
Dit omvangrijke capaciteitsbeslag verklaart waarom het programma voor beleidsadvisering in
2008 relatief kleiner is dan in andere jaren.
Tot de hoofdtaken van de Raad voor Cultuur behoort naast het geven van beleidsadviezen en
subsidieadviezen ook advisering die voortvloeit uit de Archiefwet, de Monumentenwet en de
Wet tot Behoud van Cultuurbezit. Ook in 2008 zal de Raad in dat kader naar verwachting weer
tientallen adviezen uitbrengen. Buiten het formele adviesprogramma om zal de Raad naar
verwachting enkele verkenningen uitvoeren ter oriëntatie op gewenste strategische
beleidsadviezen in de toekomst.
In dit adviesprogramma wordt een overzicht gegeven van de te verwachten subsidie- en
beleidsadviezen. In al deze gevallen gaat het om gevraagde adviezen.
Els Swaab Kees Weeda
Voorzitter Algemeen secretaris
---
ADVIEZEN SUBSIDIEPLAN 2009 -2012
De structuur van deze meerjarige subsidies verandert met ingang van 1 januari 2009. Het
Ministerie van OCW financiert voortaan alleen nog instellingen die vooraf gedefinieerde
functies vervullen in de landelijke culturele infrastructuur c.q. een kernfunctie vervullen in de
regionale of lokale infrastructuur. Culturele organisaties met meerjarige subsidieambities die
dergelijke functies niet ambiëren c.q. niet vervullen, en in principe hoofdzakelijk op artistieke
kwaliteit beoordeeld willen worden, zullen voortaan hun aanvragen bij een van de
cultuurfondsen van het rijk moeten indienen.
De aanvraagperiode voor meerjarige subsidies van het ministerie van OCW sluit op 1 februari
2008. De Raad voor Cultuur zal naar verwachting ruim 300 beleidsplannen ter advisering
voorgelegd krijgen van het ministerie. Het betreft in deze adviesronde niet alleen aanvragen
voor meerjarige subsidies die direct onder het ministerie van OCW vallen, maar, voor één
maal, ook nog beleidsplannen van in principe langjarig te subsidiëren instellingen. Het gaat
om de tien symfonieorkesten, drie opera-instelllingen, twee dansgezelschappen, alle
rijksmuseale instellingen en alle sectorinstituten. Voor deze categorie instellingen zal in de
toekomst een systeem van visitatie worden ingevoerd. Aangezien er voor de start van de
nieuwe subsidieperiode (1 januari 2009) nog geen visitatierapporten beschikbaar kunnen
zijn, zullen de betreffende instellingen daarom nog eenmaal een beleidsplan moeten indienen
waarover een oordeel van de Raad wordt gevraagd.
Op 1 mei 2008 worden de subsidieadviezen van de Raad verwacht. Daarop aansluitend
krijgen de instellingen de gelegenheid te reageren op het hun betreffende advies, waarna de
Raad een aanvullend advies uitbrengt. Met Prinsjesdag zal de minister van OCW zijn
subsidiebesluiten bekend maken. Aangezien de advisering voor de meerjarige en langjarige
subsidies betrekking heeft vrijwel alle cultuursectoren zal de Raad in zijn volle breedte
gedurende een half jaar betrokken zijn bij dit advies.
De Raad zal in 2008 ook om advies worden gevraagd over de beleidsplannen van twee nieuwe
cultuurfondsen: het Fonds voor Muziek, Dans en Theater en het nieuw te vormen fonds voor
cultuurparticipatie, waarin de subsidiemiddelen voor amateurkunst (nu nog ondergebracht
bij het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten) en cultuureducatie (o.a. Actieplan
Cultuurbereik) zullen worden ondergebracht. De Raad zal hierbij ook de vraag worden
voorgelegd of de kerntaak educatie momenteel voldoende is gerealiseerd in de verschillende
sectoren.
BELEIDSADVIEZEN
Cultuur en informatie in het Publieke domein
De Raad heeft in zijn advies Innoveren, participeren! aangekondigd een verkenning te willen
doen naar de toegankelijkheid van cultuur en informatie in het publieke domein. De Raad
formuleerde daarbij alvast het volgende uitgangspunt: alles wat in een gedigitaliseerde
omgeving met publieke middelen tot stand komt, moet in de breedst mogelijke zin
beschikbaar en toegankelijk zijn en blijven. Daarbij blijft het uiteraard van belang dat de
auteursrechten van rechthebbenden erkend worden.
---
Globalisering en digitalisering zijn ontwikkelingen met grote gevolgen voor de cultuur- en
mediasector, zowel in positieve als in negatieve zin. Door nieuwe technologie is bijvoorbeeld
een wereldomvattende informatiestructuur ontstaan. Voor de burger betekent dit dat er veel
te kiezen valt en het bereik groot is (wereldwijd). De kansen voor actieve participatie van de
burger worden vergroot, omdat hij niet alleen consument is, maar ook producent. Hij kan zijn
zelf gemaakte filmpjes via YouTube met de hele wereld delen. Maar het roept eveneens de
vraag op hoe de almaar groeiende informatie-infrastructuur wordt beheerd en door wie, hoe
de content daarvoor wordt geleverd en ook: wie de toegang daartoe in handen heeft. Wie
bepaalt wat wij lezen en zien? De toegang tot de wereld is in handen van enkele marktleiders
die vaak exclusieve rechten claimen op informatie en cultuur. Dat vormt een groot risico voor
archieven, musea, bibliotheken, omroep en pers. Voor hen vormt de vrije toegang tot
hoogwaardige informatie en cultuur een essentiële voorwaarde om te kunnen functioneren.
De steeds grotere verhandelbaarheid van kennis, informatie en cultuur weerspiegelt zich in
ontwikkelingen met betrekking tot copyright en intellectueel eigendomsrecht. De
mogelijkheden om cultuur op grote schaal toegankelijk te maken en te verhandelen zijn door
digitalisering enorm toegenomen. Maar de mogelijkheden om de vruchten van creatieve
arbeid te plukken door exploitatie op basis van auteursrechten nemen eerder af dan toe.
Consumptie van beschermde werken staat in een digitale omgeving veelal synoniem aan
reproductie en het handhaven van het auteursrecht is daarbij problematisch.
Andere aspecten van het publieke domein die de Raad in de verkenning mogelijk aan de orde
zal stellen zijn de gelijke toegang van burgers tot informatie en cultuur en de gespannen
verhoudingen tussen censuur, privacy, nationale veiligheid, vrijheid van meningsuiting en
intellectuele vrijheid.
De verkenning zal in januari 2008 voltooid zijn en wordt mogelijk in de tweede helft van 2008
gevolgd door een advies. Het is ook mogelijk dat de verkenning al deels uit een advies zal
bestaan. De Raad voor Cultuur zal bij deze verkenning samenwerken met de
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
Innovatieprogramma
In zijn advies Innoveren, participeren! wijst de Raad erop dat het innovatiebeleid van de
overheid tot nu toe te eenzijdig gericht is op kennis en technologische innovatie. Creatieve
toepassingen van techniek, de ontginning van nieuwe markten, de ontwikkeling van nieuwe
businessmodellen, en het vormen van sociale en maatschappelijke innovatie in relatie tot
cultuur en media blijven buiten beeld.
Ook in het kabinetsprogramma Samenwerken, samen leven mist zowel het sleutelgebied
creatieve industrie als aandacht voor niet-technologische innovatie. Het instrumentarium zou
daarbij gericht moeten zijn op het delen van kennis en het aangaan van allianties. De Raad zal
advies uitbrengen over de uitgangspunten van zo'n innovatieprogramma.
---
Bibliotheekvernieuwing
De Raad heeft het proces van bibliotheekvernieuwing, ingezet naar aanleiding van een
raadadvies uit 1998, de afgelopen jaren nauwlettend gevolgd, maar zich in zijn advisering
grotendeels afzijdig gehouden. Enerzijds om het proces niet te verstoren, anderzijds omdat
het proces zich nog grotendeels op decentraal niveau afspeelde. Inmiddels heeft de
herziening van het stelsel zijn eerste vruchten afgeworpen, zoals de vorming van
basisbibliotheken en provinciale serviceorganisaties. De inhoudelijke vernieuwing is
eveneens in gang gezet maar moet vooral de komende tijd gestalte krijgen.
In 1998 is de Raad gevraagd te beoordelen in hoeverre het huidige stelsel voldoende is
toegerust (en ingericht) om aan de eisen van het digitale tijdperk te voldoen. Als het proces
begin 2008 ten einde loopt, is de tijd aangebroken om te kijken of de herstructurering heeft
opgeleverd wat ermee was beoogd. Het antwoord op deze vraag zal niet eenduidig zijn omdat
het vernieuwingsproces zich op meerdere niveaus (gemeentelijk, provinciaal, landelijk)
afspeelt en zich daarmee ook in wisselend tempo voltrekt.
De algemene vraag die de Raad wil beantwoorden is of de sector in zijn nieuwe constellatie
beter is toegerust om op zijn snel veranderende omgeving in te spelen. Hiermee geeft de Raad
een vervolg aan de vraag die hij eerder opwierp in onder andere het advies over de evaluatie
van de stelseltaken van de Vereniging van Openbare Bibliotheken (april 2006), te weten:
welke inrichting en taakverdeling zijn nodig voor een samenhangend, adequaat en efficiënt
bibliotheekstelsel dat de ontwikkelingen van deze tijd aankan en waarin de uitkomsten van
het vernieuwingstraject kunnen worden gewaarborgd en verankerd?
Het advies van de Raad zal mede zijn gebaseerd op de eindrapportage van de Stuurgroep
Bibliotheken en het onderzoek dat het SCP momenteel uitvoert naar de toekomstige
vormgeving en functies van de openbare bibliotheek.
Gevolgen van digitalisering voor de filmsector
In het onderdeel Film van zijn advies Innoveren, participeren! schetst de Raad de invloed van
digitalisering op alle schakels in de filmketen: productie, distributie en vertoning. Hij voorziet
een verandering van de functies van de verschillende partijen in de filmsector en meer in
algemene zin een ontgrenzing van functies, anders gezegd het wegvallen van grenzen tussen
de verschillende bewegende beeldvormen, en een verschuiving van het accent naar de
toeschouwer of gebruiker. Daardoor ontstaan nieuwe mogelijkheden die, aldus de Raad, in
kaart moeten worden gebracht.
In zijn beleidsnotitie Kunst van leven stelt de minister van OCW in reactie op bovenstaande
dat hij zich door de Raad zal laten `adviseren over de mogelijke consequenties van de
technologische vooruitgang vooral op het gebied van de digitalisering voor de productie,
distributie en verspreiding van Nederlandse films en de bescherming van het intellectueel
eigendom van filmmakers.' Digitalisering betekent onder andere nieuwe distributiemogelijk-
heden; nieuwe programmatische mogelijkheden; andere kostenplaatjes; andere
businessmodellen; nieuwe kwaliteitsnormen; internationale (logistieke) mogelijkheden.
Een dergelijk advies zal uitgebracht worden na een (macro-economisch) onderzoek naar de
betekenis en gevolgen van digitalisering voor de infrastructuur in de filmsector.
---
Daarbij moet in acht worden genomen dat de filmsector als samenhangend geheel niet
bestaat. Er is sprake van een mengvorm van diverse commerciële en publieke partijen en
belangen. Dat vraagt voor het (door)voeren van beleid om specifieke maatregelen. Het belang
van het onderzoek is zowel economisch als cultureel.
Economisch: versterking van de economische structuur van de bedrijfstak; creëren
van een gezonde basis voor de creatieve industrie, versterken van de voorhoedepositie
van Nederland op het gebied van digitalisering, innovatie en de positie in de Europese
mediawereld.
Cultureel: het creëren van een goede basis voor innovatie en participatie; het
versterken van een vitaal filmklimaat; het tegengaan van de dreiging van verlies aan
diversiteit en kwaliteit van het aanbod.
Het onderzoek moet inzicht geven in de te verwachten veranderingen in de
bedrijfseconomische en financiële stromen in de keten. Daarnaast moet het onderzoek een
economisch beeld schetsen van de ontwikkeling van de sector. Dit inzicht zal de partijen in de
keten ondersteunen om hun bedrijvigheid aan te passen of te intensiveren in de goede
richting. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek zal de Raad het gevraagde advies
uitbrengen.
Diversen
Voortvloeiend uit (de implementatie van) nieuwe wetgeving of verdragen zal de Raad om het
volgende advies worden gevraagd. De recente aanvaarding door de Tweede Kamer van het
Tweede Protocol bij het Verdrag van Den Haag inzake de bijzondere bescherming van
cultureel erfgoed in geval van gewapende conflicten zal leiden tot een adviesaanvraag aan de
Raad ten behoeve van een nadere aanwijzing van de lijst van betrokken objecten.
Niet vastgelegd in de wet maar inmiddels een ongeschreven regel is dat de Raad jaarlijks,
doorgaans op 1 september, om advies wordt gevraagd over de Meerjarenbegroting van de
landelijke publieke omroep. Ook in 2008 is dit voorzien.
Naar verwachting in het najaar 2007 zal de minister van OCW een brief over het persbeleid
naar de Tweede Kamer zenden. Naar aanleiding daarvan zal de Raad om nader advies worden
gevraagd. Onderwerpen als de kwaliteit en positie van de journalistiek zullen daarin aan de
orde komen. Ook de burgerjournalistiek, de kwaliteit van de meningsvorming in het algemeen
en de vorming van een publiek domein zullen deelaspecten zijn.
Verkenning
Buiten het formele adviesprogramma omzal de Raad in 2008 een verkenning uitvoeren ter
oriëntatie op mogelijke c.q. gewenste advisering over het onderwerp Cultuur en Europa.
In zijn advies Innoveren, Participeren! stelt de Raad dat het tijd is dat Nederland zich actiever
mengt in het debat over de vraag hoe cultuur kan bijdragen aan het succes van de Europese
samenwerking en gebruik gaat maken van de mogelijkheden en instrumenten die de Europese
Unie biedt voor onderlinge culturele samenwerking. Het cultuurbeleid ontbeert een duidelijke
visie op wat Nederland wil bereiken in Europees verband. Bijgevolg kent Nederland ook geen
stimuleringsbeleid voor Europese culturele samenwerking. Een verkenning zou ingrediënten
moeten opleveren voor eventueel advies over het Europese perspectief van het cultuurbeleid.
---