Datum: 18 september 2007
Inlichtingen verkrijgbaar bij: Jacqueline Timmerhuis (tel:
070-3383477), of Rocus van Opstal (tel: 070-3383301)
In 2011 begrotingsoverschot van 1% BBP
Het kabinet trekt deze kabinetsperiode per saldo ruim 3 mld euro uit
voor extra uitgaven. De collectieve lasten, waaronder de zorgpremies,
stijgen met 7 mld euro. Aan het eind van de kabinetsperiode resulteert
naar verwachting een begrotingsoverschot van 1% BBP. Dat blijkt uit
een analyse van de kabinetsplannen die zijn doorgerekend in een
scenario met een economische groei in 2008-2011 van gemiddeld 2% per
jaar. In dit scenario stijgt de koopkracht van gezinnen in doorsnee
met 1% per jaar. De verschillen tussen huishoudens zijn echter groot.
Dit schrijft het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag verschenen
CPB Document Actualisatie Economische Verkenning 2008-2011. Ten
opzichte van de Economische Verkenning 2008-2011 uit september 2006
(CPB Document 129) is dit zowel een update als een uitbreiding van de
analyse. Die middellangetermijnverkenning (MLT) van een jaar geleden
diende toen als basispad voor de analyse van de verkiezingsprogramma's
en was derhalve beleidsarm. In het huidige scenario is het beleid van
het nieuwe kabinet voor de periode 2008-2011 verwerkt. Een eerste
indicatie van de (ex ante) effecten van de beleidsvoornemens van het
nieuwe kabinet heeft het CPB in februari 2007 gepubliceerd, in de
notitie Indicatie van effecten Financieel Kader 2008-2011. In de
cijfers is het beeld voor 2008 verwerkt zoals dat in de ook vandaag
verschenen Macro Economische Verkenning 2008 is gerapporteerd.
Economisch groeiscenario van 2% per jaar in 2008-2011
Voor de bepaling van het economische groeiscenario is eerst in kaart
gebracht wat de groeimogelijkheden van de Nederlandse economie zijn,
de zogenoemde potentiële groei. In tegenstelling tot de verkenning van
vorig jaar is ditmaal geen voorzichtigheidsmarge gehanteerd, omdat het
kabinet besloten heeft daar in haar begrotingsbeleid niet langer van
uit te gaan. Verder is er rekening mee gehouden dat in het
uitgangsjaar 2007 de Nederlandse economie gespannen is. Aangezien de
conjunctuur zich op langere termijn niet laat voorspellen, wordt voor
2011 uitgegaan van een conjunctureel neutrale situatie. Dit is een
gebruikelijke aanname in dit type analyses. Al met al komt de groei in
deze kabinetsperiode uit op gemiddeld 2% per jaar.
De grootste bijdrage aan de economische groei komt in de periode
2008-2011 van de stijging van de arbeidsproductiviteit, die met
gemiddeld 1,5% per jaar toeneemt. De groei van het werkgelegenheid
vlakt naar verwachting af, voornamelijk door de vergrijzing, en komt
uit op 0,5% per jaar. In het scenario komt de werkloosheid in 2011 uit
op 4,25% van de beroepsbevolking, vrijwel even hoog als in 2007-2008.
Koopkrachtverbetering ondanks lastenstijging
De koopkracht van huishoudens verbetert in doorsnee met gemiddeld 1%
per jaar over de periode 2008-2011. In 2008 blijft de koopkracht
gemiddeld ongeveer gelijk, met uitschieters naar boven en naar
beneden. In 2009 tot en met 2011 is de verwachte koopkrachtverbetering
gemiddeld ruim 1% per jaar. Werknemers gaan er in 2008-2011 gemiddeld
genomen wat meer op vooruit dan uitkeringsgerechtigden en 65-plussers.
De koopkracht van 65-plussers neemt minder snel toe, doordat de
(aanvullende) pensioenen gemiddeld minder stijgen dan de lonen. De
koopkracht verbetert vooral doordat de inkomens naar verwachting meer
stijgen (met 3,25% per jaar) dan de prijzen (1,75% per jaar). Naast de
inkomensstijging zijn ook de ontwikkeling van de lasten en de
overheidsuitgaven van belang.
Meer collectieve uitgaven...
Het kabinet verhoogt de collectieve uitgaven in deze kabinetsperiode
per saldo met ruim 3 mld euro. Extra geld gaat onder meer naar het
onderwijs (loopt op tot 1 mld euro extra in 2011), kinderopvang (0,7
mld euro) en veiligheid (0,55 mld euro). Daar staan ombuigingen
tegenover bij onder meer de overheidsdiensten (0,8 mld euro) en
diverse subsidies (0,35 mld euro). Huishoudens hebben voordeel van het
nieuwe kindgebonden budget (1,3 mld euro) en de stijging van de
zorgtoeslag.
...en hogere lasten
De collectieve lasten nemen deze kabinetsperiode met 7 mld euro toe,
waarvan 5,25 mld euro bij gezinnen en ruim 1,5 mld euro bij
werkgevers. Het grootste deel van de lastenstijging komt door
stijgende zorgpremies. Hogere indirecte belastingen, waaronder btw,
accijns en milieuheffingen, worden grotendeels gecompenseerd door
lagere directe belastingen en een verlaging van de WW-premie voor
werknemers.
Van begrotingstekort in 2007 naar overschot in 2011
Als gevolg van de hiervoor beschreven economische en budgettaire
ontwikkelingen slaat het EMU-saldo om van een tekort van 0,3% BBP in
2007 naar een overschot van 1,1% BBP in 2011. Daarbij blijft de
collectieve uitgavenquote vrijwel constant, maar loopt de collectieve
lastendruk bijna 1,5% BBP op als gevolg van de genoemde
lastenverzwaringen en progressie in de belastingontvangsten. Om te
komen tot houdbare overheidsfinanciën op lange termijn is nog een
verdere beleidsinspanning nodig. In de huidige actualisatie van de
Economische Verkenning 2008-2011 becijfert het CPB het zogenoemde
houdbaarheidstekort in 2011 op 2,2% BBP.
CPB Document 151, 'Actualisatie Economische Verkenning 2008-2011', is
te bestellen bij:
Bibliotheek Centraal Planbureau
Postbus 80510
2508 GM Den Haag
Telefax: 070-3383350
E-mail: bibliotheek@cpb.nl
Prijs: 9,- euro
Centraal Planbureau