Rathenau Instituut
17 september 2007: Bijdrage wetenschap aan kustverdediging kan beter
Persbericht
Den Haag, 17 september 2007
Waterveiligheid vraagt om een uitstekende kustverdediging, nu en in de
toekomst. Maar we willen ook in de kuststrook wonen, werken en
recreëren. En juist het wetenschappelijk onderzoek dat de kennis
levert voor het verenigen van die verschillende belangen, hapert. Dat
blijkt uit het onderzoek "Kustverdediging: wetenschap, beleid en
maatschappelijke vraag" dat het Rathenau Instituut deze week
publiceert.
Kustverdediging is een complex onderwerp, waarmee talloze vragen zijn
gemoeid. Hoeveel stijgt de zeespiegel? Waar mogen mensen wonen? Blijft
de natuur behouden of moet zij wijken voor een dijk? Alleen
grensoverschrijdend onderzoek, waarbij civiel-technologen samenwerken
met bijvoorbeeld klimaatdeskundingen, planologen en ecologen, kan hier
een antwoord op geven.
Voor een succesvol kustbeleid waarbij lange termijn problemen worden
opgelost, moeten er volgens het Rathenau Instituut twee belangrijke
barrières worden weggenomen.
Ten eerste vinden onderzoekers het moeilijk om over de grenzen van het
eigen vakgebied heen te kijken. Het wetenschapssysteem stimuleert dat
ook niet. Loopbanen, evaluaties van prestaties en toekenning van
onderzoeksgelden vinden plaats binnen een vakgebied. Kustzonebeheer
vergt juist dat waterbouw-kundigen samenwerken met ecologen en
weerkundigen, maar ook met planologen en economen.
Ten tweede werken onderzoekers vaak vanuit een te scherp afgebakende
vraag. In de kustzone heeft elke verandering een domino-effect: als de
zeespiegel stijgt, verzilt de natuur en zijn er minder plekken waar we
veilig kunnen wonen. Juist bij complexe problemen als waterveiligheid
is er een continue afstemming nodig tussen beleidsmakers,
wetenschappers en mensen uit de praktijk, zoals dijkgraven en
ingenieursbureaus.
Tot slot: Het Nederlandse kustonderzoek is wetenschappelijk van hoog
niveau. Er is een uitstekende uitgangsituatie om grote problemen als
de zeespiegelstijging het hoofd te bieden. Maar wetenschappers moet
meer prikkels krijgen om op de juiste manier te investeren in het
oplossen ervan. Dit zou zowel in de opleiding als in de financiering
van onderzoek moeten worden ingebouwd.
---
NOOT VOOR DE REDACTIE,