Hof veroordeelt Samir A. tot 4 jaar met aftrek van voorarrest.
Amsterdam, 17 september 2007
Hof veroordeelt Samir A. tot 4 jaar met aftrek van voorarrest.
Amsterdam, 17 september 2007.
Het gerechtshof in Amsterdam heeft Samir A. is in hoger beroep alsnog
veroordeeld voor het bezit van voorwerpen die kennelijk bedoeld waren
voor het plegen van een aanslag. Van dit feit werd hij in 2005 door
het gerechtshof in Den Haag vrijgesproken.
Het Haagse gerechtshof was van mening dat de voorbereidingshandelingen
en -middelen
ontoereikend waren om met succes een aanslag te kunnen plegen. Het
openbaar ministerie is tegen deze vrijspraak in cassatie gegaan. De
hoge raad heeft de zaak hierop verwezen naar het gerechtshof in
Amsterdam.
Motivatie
Het gerechtshof Amsterdam volgt in de motivering van het arrest in
belangrijke mate de redenering van advocaat-generaal mr. R.H. J. de
Vries, die stelde dat bij de beoordeling van de voorwerpen die Samir
A. in zijn bezit had, met name moet worden gekeken naar het doel dat
hij met het bezit van die middelen voor ogen had. Als dat doel het
plegen van aanslagen is kan het bezit van voorwerpen die op zichzelf
(nog) niet schadelijk zijn, toch strafbaar zijn.
Ook volgde het hof het openbaar ministerie in de eis dat Samir
A.-ondanks het feit dat hij minderjarig was toen hij de strafbare
feiten pleegde- volgens het meerderjarigenstrafrecht moet worden
berecht. Grond hiervoor is de persoonlijkheid van de dader, alsmede de
ernst van de strafbare feiten.
Uitspraak
Het hof legde Samir A. een straf op van vier jaar met aftrek van
voorarrest, de eis van het openbaar ministerie was 6 jaar met aftrek
van voorarrest. Ondanks het feit dat het vonnis twee jaar lager
uitvalt dan geëist, is het openbaar ministerie tevreden over het feit
dat de rechter de intentie en de voorbereidingshandelingen van Samir
A. in de totale samenhang heeft beoordeeld en strafbaar gesteld.
Openbaar Ministerie