OM verstrekt overeenkomst getuige liquidaties
Amsterdam, 17 september 2007
Het Openbaar Ministerie te Amsterdam heeft maandagochtend 17 september
de overeenkomst met de getuige toegevoegd aan de dossiers in de
liquidatieonderzoeken.
De rechter-commissaris heeft het OM hiertoe onlangs opdracht gegeven.
Hierop heeft het OM maandagochtend de overeenkomst aan de rechtbank
overgelegd en tevens verzonden aan de raadslieden van de verdachten in
de verschillende liquidatie onderzoeken.
In de overeenkomst staan de voorwaarden waaraan de getuige en het OM
zich hebben verbonden. Het gaat om voorwaarden zoals aangegeven in de
wet. Bovendien voldoen deze aan de aanwijzing betreffende toezeggingen
aan getuigen in strafzaken die het College van Procureurs-Generaal
daarover heeft opgesteld.
In maart 2007 sloot het Openbaar Ministerie de overeenkomst met een
42-jarige man, die over essentiële -nieuwe- informatie beschikte over
de onderzoeken naar een aantal liquidaties of pogingen daartoe. De
getuige heeft zelf verklaard ook één liquidatie te hebben gepleegd
alsmede betrokken te zijn geweest bij twee voorbereidingen daartoe. In
die twee gevallen kwam het uiteindelijk niet tot uitvoering van het
plan. Voor deze feiten zit hij thans in voorlopige hechtenis en zal
hij worden vervolgd.
Onderdeel van de overeenkomst is dat het OM een toezegging heeft
gedaan over de straf die geëist zal worden voor het aandeel van
verdachte in een aantal strafzaken. Uitgangspunt voor die strafeis is
een gevangenisstraf van 16 jaren. Gezien het belang van zijn
informatie voor de oplossing van een groot aantal (voorgenomen)
liquidaties heeft het OM conform de wet toegezegd de helft van de
voorgenomen straf van 16 jaren te eisen. Dit is een gevangenisstraf
voor de duur van 8 jaren. Deze overeenkomst is goedgekeurd door het
College van Procureurs-Generaal. Ook de rechter-commissaris heeft de
overeenkomst getoetst en rechtmatig bevonden.
Aangezien het onderzoek in alle zaken nog in volle gang is, heeft het
OM zich verzet tegen het vroegtijdig toevoegen van de overeenkomst aan
de dossiers en daardoor het openbaar maken van belangrijke
onderzoeksinformatie. Voor een deel van de onderzoeken geldt dat nog
steeds. Vanwege het opsporingsbelang zijn derhalve, met instemming van
de rechter-commissaris, gegevens over een aantal zaken in de
overeenkomst nog niet aan het dossier toegevoegd.
Daarnaast heeft de rechtbank de totstandkoming en de inhoud van de
overeenkomst nog niet getoetst. Om die redenen is het op dit moment
niet mogelijk om in detail in te gaan op de inhoud van de
overeenkomst.
Openbaar Ministerie