Wethoudersconferentie minister
Toespraak | 10-09-2007 | Den Haag | Minister Camiel Eurlings
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren,
De dis is hier vandaag rijk voorzien, maar er wordt ook meer dan
genoeg gedachtevoedsel wordt uitgeserveerd. We horen veel
inspirerends, maar wat er ook ter tafel komt - en dat bedoel ik
vanzelfsprekend niet letterlijk - het is duidelijk dat er in ons land
nog heel wat problemen op te lossen zijn.
Eén van de grootste problemen waar we in Nederland tegen aanlopen is
trage besluitvorming. Het duurt eindeloos lang voordat projecten echt
worden uitgevoerd, of ze nu liggen in de sfeer van ruimtelijke
ordening, mobiliteit of welke andere portefeuille ook. Dat breekt ons
op.
U, als wethouders, kent dit probleem ongetwijfeld uit uw eigen
praktijk. U hebt prachtige plannen bedacht waarmee u concrete
problemen wilt aanpakken, maar dan ineens wordt er een stokje voor
gestoken. Neem de recente uitspraak waarmee de Raad van State de
plannen om de A4 bij Leiderdorp te verbreden terugverwees naar de
tekentafel. Er zullen hier mensen in de zaal zitten die hun hoofd
hebben geschud. Aan alles was toch gedacht? Niet alleen de
doorstroming werd beter, er was ook aandacht voor luchtkwaliteit en
beperking van de geluidsoverlast. Natuurlijk, soms is extra onderzoek
nodig, maar door de uitspraak van de Raad verliezen we veel tijd en
blijft een reëel probleem voorlopig liggen.
In overleg met de regio heb ik daarom besloten naar een reparatie van
het Tracébesluit toe te werken. Dat scheelt in elk geval een half
jaar, vergeleken met het opstarten van een nieuwe procedure. Ik
waardeer de goede samenwerking met de regio op dit punt enorm. Ik vind
die een goed voorbeeld van de manier waarop we samen kunnen proberen
vaart te zetten achter de oplossing van problemen. Zo maken we korte
metten met trage besluitvorming.
Korte metten met trage besluitvorming maken is ook de gedachte achter
het Urgentieprogramma Randstad, waar dit kabinet toe heeft besloten.
Ik wil dat programma gebruiken als illustratie voor de manier waarop
we wat mij betreft in Nederland te werk moeten gaan om bestuurlijke
rompslomp te bestrijden. Laat ik de contouren van het programma nog
eens voor u schetsen.
Zoals u weet, willen we met het Urgentieprogramma knopen doorhakken,
zodat belangrijke projecten écht van de grond komen. Dat doen we
allereerst door te selecteren. We hebben 33 projecten in de Randstad
uitgekozen die geen langer uitstel dulden. Bestuurlijke slagkracht
betekent keuzes maken, al weten we dat andere problemen daardoor
misschien later kunnen worden aangepakt. Tijdens de zogeheten 100
dagen werd me vaak gezegd: neem gewoon een besluit, ook al is het niet
naar de zin van iedereen. Dat is beter dan blijven voortmodderen. En
zo is het: geen besluit is ook een besluit, maar wel het slechtst
mogelijke.
Behalve selectie is samenhang belangrijk. Het Urgentieprogramma moet
de samenhang in de Randstad versterken. Deelprojecten staan niet los
van elkaar. Komen er in Almere 60.000 woningen bij, dan gaat dat niet
zonder wegen en rails aan te leggen, voor recreatieve voorzieningen en
groene longen te zorgen, en werkgelegenheid in de buurt te scheppen om
woon-werkverkeer over langere afstanden te voorkomen. We werken aan
deelprojecten door ze op het niveau van de Randstad te bekijken. We
moeten verder kijken dan onze neus lang is.
Het derde steekwoord is samenwerking. Die wordt in het
Urgentieprogramma in de vorm van zogeheten bestuurlijke duo's gegoten,
die zullen worden samengesteld uit een van de ministers of
staatssecretarissen die hier vandaag spreken. Per project trekken ze
op met een regionale bestuurder. De bestuurlijke duo's zorgen voor
effectieve besluitvorming, creëren draagvlak bij collega-bestuurders
en andere belanghebbenden en bewaken de afgesproken deadlines. Doordat
we op deze manier boven op de projecten te zitten, kunnen we beleid
daadwerkelijk omzetten in besluiten.
Als het dán nog niet lukt, wordt het tijd voor drastische maatregelen.
Afspraak is afspraak, en daarom ben ik niet vies van naming and
shaming, als het nodig is. En als besluiten door bestuurlijk gehannes
uitblijven, zullen het Rijk en de provincies van hun veelbesproken
doorzettingsmacht gebruikmaken.
Laat ik, voor ik verder ga, benadrukken dat het Urgentieprogramma niet
alleen goed is voor de Randstad. Onderdeel ervan is de verbetering van
de bereikbaarheid van Schiphol en van de Rotterdamse haven. Die zijn
net als de Brainport Eindhoven belangrijk voor onze economie. We
willen de toestroom van hoogwaardige kennis geen strobreed in de weg
leggen, dus moet Eindhoven via een snelle verbinding vanaf Schiphol
worden ontsloten. Daarnaast schept een betere ontsluiting van de
Rotterdamse haven via de A4 richting Antwerpen kansen voor logistieke
bedrijven in West-Brabant. Oftewel: voorrang voor de Randstad is ook
goed voor de economie en de bereikbaarheid van andere regio's.
Ook wat de gedachte erachter betreft gaat het Urgentieprogramma verder
dan de Randstad alleen. Het gaat mij om een mentaliteit, om een omslag
in het denken. We moeten lef en daadkracht tonen, we moeten creatief
en innovatief zijn om een doorbraak te forceren in problemen die al
veel te lang op een oplossing wachten. We moeten besluiten durven
nemen, niet alleen in de Randstad, maar in heel Nederland.
De vraag is nu hoe u als wethouder kunt handelen in de geest van het
Urgentieprogramma. Allereerst door uw steentje bij te dragen aan de
zogeheten netwerkaanpak, waarin gemeenten, regio's en rijksoverheid
samenwerken om verkeers- en vervoersproblemen in een gebied onder de
loep te nemen en op te lossen. Op die manier kijkt u over de grens van
uw eigen gemeente heen.
Laat ik u een mooi voorbeeld noemen van waar de netwerkaanpak toe kan
leiden. Vorig jaar is de netwerkanalyse van de Zuidvleugel uitgevoerd.
Daaruit bleek dat het verkeer vooral dáár vastloopt waar het
rijkswegennet is verknoopt met het onderliggende wegennet. Iedere
automobilist herkent dit: vertragingen ontstaan vaak op- en afritten
van de hoofdwegen.
Met de netwerkaanpak willen we het denken in afzonderlijke
vervoersystemen doorbreken. De kwaliteit van verbindingen van deur tot
deur staat centraal. Daarom hebben we vorig jaar afgesproken een
programma op te stellen voor de top-5 van zulke notoire knelpunten.
Het gaat bijvoorbeeld om verbeteringen op de aansluiting tussen de A16
en de N3, die van de A16 op de Mijlweg - de afslag richting Dordrecht
Centrum - en die van de aansluiting tussen de N57 en de Groene
Kruisweg in Rotterdam.
Inmiddels is de top-5 uitgewerkt in concrete plannen. Dit najaar maak
ik met de provincie Zuid-Holland en de stadsregio's Rotterdam en
Haaglanden afspraken over de manier waarop we aanpak van de knelpunten
financieren. Die afspraken laten zien dat het alle partijen menens is.
De helft van de kosten komt namelijk voor rekening van het rijk, de
andere helft voor die van de regionale overheden.
Een andere manier waarop u aan de netwerkaanpak kunt bijdragen, is
door in te spelen op de markt- en capaciteitsanalyses voor het spoor
en het regionaal openbaar vervoer. Die bieden inzicht in de
mogelijkheden om de kwaliteit van het openbaar vervoer voor reizigers
te verbeteren, bijvoorbeeld door te kijken of de frequenties van de
treinen omhoog kunnen. Verder moeten het voor- en natransport beter
met de rest van de reis worden verknoopt. Daar liggen kansen voor u.
Bedenk dat bijvoorbeeld van comfortabele fietsenstallingen en
P&R-voorzieningen bij bepaalde haltes een grote wervende kracht van
voor het openbaar vervoer als geheel kan uitgaan. Iemand die weet dat
de bus om de hoek hem garandeert dat hij zonder te stressen op tijd in
de trein zit, zal er eerder toe geneigd zijn auto te laten staan.
Nu komen we bij de netwerkaanpak veel problemen tegen die hadden
kunnen worden voorkomen. Eigenlijk is het allemaal een kwestie van
`bezint eer ge begint'. U speelt allemaal een cruciale rol in de
ruimtelijke ontwikkeling, want bent als wethouders verantwoordelijk
voor de invulling ervan. Daarbij maakt u eigen keuzes, waarmee u
inspeelt op wat de inwoners van uw gemeente willen. U past
bijvoorbeeld de bestemmingsplannen aan als u ruimte wilt geven aan een
bedrijventerrein, een sporthal of een nieuwe woonwijk, inclusief de
ontsluiting ervan. Kiest u voor een woonwijk, denk dan ook na over
ontsluiting en luchtkwaliteit. Kortom: uw keuzes op het gebied van
ruimtelijke economische ontwikkeling hebben invloed op de mobiliteit
in de regio. Het verdient dus aanbeveling dat wethouders van alle
portefeuilles zich voor een integrale aanpak over nieuwe ruimtelijke
plannen buigen.
Dames en heren,
Stel niet tot morgen uit wat je vandaag kunt doen, luidt het bekende
adagium. Niet alleen ben ik een voorstander van de verfrissende,
taboes en hokjes doorbrekende aanpak waar het Urgentieprogramma voor
staat, het kan mij bovendien niet snel genoeg gaan. Sommige problemen
slepen al veel te lang. Toon lef, wees creatief en duw door. Bedenk
dat we achterop raken in Europa, en bedenk dat u daar iets aan kunt
doen, niet per se door grote initiatieven te nemen, maar vaak door
gewoon te beginnen met de problemen in uw eigen gemeente op te lossen.
Ik hoop dat dit gedachtevoedsel u goed mag bekomen.
Ik dank u voor uw aandacht.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat