Beantwoording vragen van het lid Pechtold over het lespakket 'Vrede en
veiligheid' (met speciale focus op Afghanistan)
17-09-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bieden wij u hierbij, mede namens de minister van Defensie en
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de antwoorden aan op
de schriftelijke vragen gesteld door het lid Pechtold over het
lespakket 'Vrede en veiligheid' (met speciale focus op Afghanistan).
Deze vragen werden ingezonden op 21 augustus 2007 met kenmerk
2060723460.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken en de
heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, mede namens de
heer Van Middelkoop, minister van Defensie en de heer Plasterk,
minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, op vragen van het lid
Pechtold (D66) over het lespakket over de missie in Afghanistan.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht over het lespakket over
Afghanistan1?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat het ongebruikelijk is dat ministeries hun
eigen lespakketten gaan samenstellen om beleid aan de man te brengen?
Antwoord
In ons onderwijsbestel legt de overheid de kerndoelen en
examenprogramma's van het voortgezet onderwijs vast. Deze kerndoelen
en examenprogramma's omvatten per vak (of leergebied) alles wat een
leerling moet kennen en kunnen om een diploma voortgezet onderwijs te
halen. De Onderwijsinspectie ziet toe op de naleving hiervan. De
scholen zijn echter vrij om te bepalen met welke lesmaterialen en
leermiddelen ze werken. Het kabinet betracht dan ook terughoudendheid
in het aanbieden van lespakketten aan scholen.
In bepaalde gevallen gaat de overheid over tot het aanbieden van
lespakketten. Dit gebeurt bijvoorbeeld als scholen hier specifiek om
vragen (zoals in het geval van de voorstelling `breekbaar nieuws') of
op verzoek van de Kamer, zoals dat het geval was bij het lespakket
over de invoering van de Euro.
Het uitgangspunt is en blijft hierbij dat scholen niet verplicht zijn
om gebruik te maken van het aangeboden lesmateriaal. Scholen blijven
autonoom in hun keuze voor leermiddelen. Om die reden heeft het
kabinet het lespakket ` Vrede en veiligheid' op internet geplaatst en
niet ongevraagd aan alle scholen voor voortgezet onderwijs
toegezonden.
De overheid stelt hoge eisen aan zichzelf met betrekking tot de inhoud
van deze lespakketten. Een politiek breed gedeeld en over langere tijd
consistent gebleken beleid, zoals bijvoorbeeld emancipatie, gezond
eten en ontwikkelingssamenwerking, leent zich eerder voor een
lespakket dan een omstreden onderwerp dat in het brandpunt staat van
de politieke actualiteit en waarvan de uitkomst ongewis is. Bij de
laatstgenoemde categorie dienen context, tegenspraak en nuances
uitgebreid aan de orde te komen.
Het is de stellige overtuiging van het kabinet dat het onderhavige
lespakket, dat ontwikkeld is naar aanleiding van vragen van
verschillende scholen voor voortgezet onderwijs om nadere informatie,
aan deze normen voldoet.
Vraag 3
Kunt u uw beslissing dit lespakket te laten ontwikkelen inzichtelijk
maken? Impliceert een lespakket met dit onderwerp dat u op dit punt
wat uit te leggen heeft?
Antwoord
Het thema `vrede, veiligheid en ontwikkeling' neemt een belangrijke
plaats in in het Nederlands buitenlands beleid. In het kader hiervan
is met financiële ondersteuning door het Nederlands Centrum voor
Duurzame Ontwikkeling (NCDO) het multimediale project voor scholieren
`Breekbaar Nieuws' opgestart. De voorstelling `Breekbaar Nieuws' over
Afghanistan trekt sinds mei dit jaar langs middelbare scholen en
andere instellingen. Doel van de voorstelling is Nederlandse jongeren
inzicht te geven in de context van de situatie in Afghanistan.
Diverse scholen gaven aan de voorstelling gepaard te willen laten gaan
met een themaweek over `Afghanistan'. De regering heeft vervolgens
besloten een lespakket te (laten) ontwikkelen. Dit lespakket richt
zich op het thema `vrede, veiligheid en ontwikkeling', met een focus
op Afghanistan gezien de huidige Nederlandse betrokkenheid bij dit
land.
De regering is verplicht de Nederlandse bevolking te allen tijde over
het gevoerde beleid te informeren. Zo ook in dit geval. Zij richt zich
op het communiceren van de beleidsinhoudelijke boodschap. Naar haar
mening gebeurt dit op een informatieve, relevante en objectieve wijze.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het lespakket met name inzake Uruzgan een te
eenzijdig beeld geeft van de situatie ter plekke^2? Neemt u de
berichtgeving over aanhoudend geweld en aanslagen niet serieus3? Deelt
u de mening dat deze houding funest kan zijn voor de moraal van de
Nederlandse troepen ter plaatse?
Antwoord
Het lesmateriaal geeft inzicht in velerlei aspecten van het brede
thema ` vrede, veiligheid en ontwikkeling'. Het geeft inzicht in het
zogenaamde geï ntegreerde beleid van ontwikkelingssamenwerking,
defensie en diplomatie; beleid dat de grondslag vormt voor de
Nederlandse deelname aan ondermeer de NAVO missie ISAF alsmede voor de
betrekkingen van Nederland met Afghanistan.
Dit komt ook duidelijk aan de orde in het lespakket: "wederopbouw waar
mogelijk, vechten wanneer nodig".
Daarbij moet in ogenschouw genomen worden dat het lespakket gezien
moet worden in samenhang met het project "Breekbaar Nieuws". Dit
project geeft scholieren op indringende wijze inzicht in onderwerpen
als geweld en aanslagen als onderdeel van het conflict in Afghanistan.
De regering werpt de suggestie dat zij de berichtgeving over geweld en
aanslagen niet serieus neemt, verre van zich. Dat geldt ook voor de
suggestie dat de regering niet voldoende aandacht heeft voor het
moreel van de Nederlandse troepen ter plaatse.
Vraag 5
Hoe moet de passage in het lespakket over het kritisch beoordelen van
nieuwsvoorzieningen gelezen worden? Deelt u de mening dat dit op zijn
minst de schijn met zich mee brengt dat u ontevreden bent over de
wijze waarop de media verslag doen van de situatie in Afghanistan in
het algemeen en van Uruzgan in het bijzonder?
Antwoord
Bedoelde passage had tot doel om de leerlingen zich ervan bewust te
maken dat het bij een dergelijk gevoelig onderwerp, waar vele
verschillende meningen een rol spelen, verstandig is om bij elke vorm
en bron van informatie over het onderwerp, of deze nu van de overheid
afkomstig is, van parlement, publiek, media of buitenlandse (internet)
bronnen, zich af te vragen hoe de boodschap zich verhoudt tot de
boodschapper. Zoals in het coalitie-akkoord staat, is het van belang
dat kinderen, ouders, docenten en anderen kritisch leren omgaan met
media-uitingen. Daarom is het kabinet bezig een netwerkorganisatie
mediawijsheid te doen oprichten, in overleg met organisaties die zich
daar nu al mee bezig houden. Docenten en leerlingen worden middels de
bijbehorende docentenhandleiding dan ook gestimuleerd actief op zoek
te gaan naar overige informatie over het land, de missie en de
actualiteit om zodoende hun eigen mening te vormen.
Het is geenszins de bedoeling de indruk te geven dat de overheid
ontevreden zou zijn over de wijze waarop de media verslag doen van de
situatie in Afghanistan in het algemeen en van Uruzgan in het
bijzonder. Van dergelijke oordelen over de inhoud van de media wil de
regering zich verre houden.
Vraag 6
Deelt u het inzicht dat de politiek zich verre moet houden van het
zich mengen in de wijze waarop de media over bepaalde zaken berichten,
maar de plicht heeft in het door de overheid uitgegeven educatie- en
informatiemateriaal zo objectief mogelijk de stand van zaken weer te
geven? Bent u bereid het lespakket zodanig aan te passen dat
leerlingen duidelijk wordt dat er vanaf het begin van de missie in
Uruzgan (politieke en journalistieke) onenigheid is geweest over de
term `wederopbouwmissie', dat er inderdaad nog weinig sprake is van
wederopbouw en dat er dagelijks burgers en soldaten omkomen door
geweld?
Antwoord
Ja. Vrijheid van meningsuiting en onafhankelijkheid van de Nederlandse
pers is een groot goed. Los daarvan heeft de overheid de plicht haar
burgers te informeren over haar beleid. Daar deze communicatie
toegankelijk, begrijpelijk en passend dient te zijn, heeft zij in casu
besloten het lespakket te laten ontwikkelen door een bureau dat
gespecialiseerd is in het ontwikkelen van educatief materiaal op het
gebied van ontwikkelingssamenwerking en buitenlands beleid.
Aanpassing van het lespakket wordt niet noodzakelijk geacht.
1: www.volkskrant.nl, 17 augustus 2007
2: http://www.minbuza.nl/nl/themas,
humanitaire-hulp/Afghanistan/Lespakket-Vrede-en-Veiligheid.html
3: Ter illustratie een selectie van de krantenartikelen van de
afgelopen week: Afghanistan, zijn we erin geluisd?, Dag 14 augustus
2007, Taliban richten zich in Uruzgan op bondgenoten Nederlanders,
Volkskrant 13 augustus 2007, Charge of the Lightbrigade , NRC
Handelsblad 15 augustus 2007, Nederlanders gebruiken wapens in
Uruzgan, Trouw 16 augustus 2007.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken