Uitspraken vastgesteld d.d. 14 september 2007
door mr. C.A. Streefkerk, voorzitter, mw. F.W. Dresselhuys, mr. A.H.
Schmeink en mw. drs. I. Wassenaar, leden, in tegenwoordigheid van
mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. L. Bultman-den Haan,
plaatsvervangend secretaris.
X / R. Koelewijn en NRC Handelsblad
Uitspraak: ongegrond
Klager maakt bezwaar tegen het artikel "Een broer die leeft om te
procederen", datin de rubriek `Het oordeel' is gepubliceerd. De kern
van de klacht is dat de beschrijving van klager in het artikel
grievend is.
De Raad overweegt dat een journalist de privacy van personen niet
verder zal aantasten dan in het kader van zijn berichtgeving
redelijkerwijs noodzakelijk is. Een inbreuk op de privacy overschrijdt
de grenzen van de journalistiek wanneer deze niet in redelijke
verhouding staat tot het maatschappelijk belang van de publicatie.
(punt 2.4.1. van de Leidraad voor de Raad van de Journalistiek)
Bovendien is in het kader van verslaggeving over rechtszaken niet
ontoelaatbaar dat standpunten van betrokken partijen enigszins worden
aangezet en een niet geheel neutrale toon wordt gebruikt. (vgl. RvdJ
2004/44)
De Raad acht het begrijpelijk dat het artikel klager onwelgevallig is.
Objectief bezien is echter geen sprake van een nodeloos grievende
beschrijving van klager. Voorts is hem de gelegenheid geboden om het
enige feit dat mogelijk onjuist was (de vermelding van zijn leeftijd)
te corrigeren, van welke gelegenheid klager geen gebruik heeft
gemaakt. Bovendien is klager niet op zodanige wijze aangeduid dat hij
daardoor voor het grote publiek herkenbaar is. Er bestaat dan ook geen
grond voor de conclusie dat klagers privacy op disproportionele wijze
is aangetast.
Trefwoorden:
· Privacy: vermelding persoonlijke gegevens
· Feitenweergave: onjuiste, grievende berichtgeving
· Aard van de publicatie: rechtbankverslag
Publicatie op www.rvdj.nl/2007/52
X / Hoofddorpse Courant
Uitspraak: niet-ontvankelijk
De klacht betreft het artikel "Woensdag afscheid burgemeester -
Gemeente vult uitkering afgetreden Hertog aan", dat gaat over het
aanvullen van de uitkering van de oud-burgemeester door de gemeente
Haarlemmermeer. Volgens klager heeft hij een rechtstreeks belang bij
een oordeel van de Raad, omdat hij een geschil heeft met de gemeente
Haarlemmermeer en hij er - vanwege dat geschil - belang bij heeft dat
verweerder het artikel verifieert.
Volgens het vaste oordeel van de Raad kan een klager als `rechtstreeks
belanghebbende' worden aangemerkt, indien zijn belang bij de gewraakte
publicatie direct betrokken is en hij door die publicatie persoonlijk
in zijn belang is geraakt. De door klager aangevoerde omstandigheden
kunnen echter niet leiden tot het oordeel dat hij `rechtstreeks
belanghebbende' is als hiervoor bedoeld. Ook overigens is niet
gebleken van omstandigheden die kunnen leiden tot het oordeel dat het
belang van klager direct betrokken is bij de gewraakte publicatie.
Klager is daarom niet-ontvankelijk in zijn klacht. (vgl. RvdJ 2004/68)
Trefwoorden:
· Procedure: ontvankelijkheid
Publicatie op www.rvdj.nl/2007/53
RozeLinks / M. Veerman en Metro
Uitspraak: gegrond
In het artikel "Linkse homo's voor kinderseks" staat onder meer: "De
GroenLinks-homowerkgroep RozeLinks deelt de standpunten van de PNVD,
de partij die seks met kinderen goedkeurt. Ook RozeLinks is voor
afschaffing van de leeftijdsgrens uit de zedelijkheidswetgeving. Dat
staat op de website van de werkgroep."
De Raad stelt voorop dat een journalist waarheidsgetrouw dient te
berichten. Op basis van zijn informatie moeten lezers zich een zo
volledig mogelijk en controleerbaar beeld kunnen vormen van het
nieuwsfeit waarover wordt bericht. (zie punt 1.1. van de Leidraad van
de Raad voor de Journalistiek) Uit de door klaagster overgelegde
stukken blijkt afdoende dat het artikel in elk geval een aantal
relevante feitelijke onjuistheden bevat. Verweerders hebben klaagster
onjuist geciteerd en ten onrechte als feit gepresenteerd dat klaagster
standpunten deelt met de Partij voor de Naastenliefde, Vrijheid en
Diversiteit. Daarbij komt dat, zeker in een gevoelige kwestie als
deze, het toepassen van wederhoor had kunnen bijdragen aan een juiste
weergave van de feiten.
De journalist van wie blijkt dat hij onjuist dan wel op een wezenlijk
punt onvolledig heeft bericht, gaat op zo kort mogelijke termijn over
tot een passende en ruimhartige rechtzetting, die ondubbelzinnig
duidelijk maakt dat de berichtgeving in de te rectificeren publicatie
niet juist was. (zie punt 6.1. van de Leidraad) Het had dan ook op de
weg van verweerders gelegen om naar aanleiding van het verzoek van
klaagster de onjuiste berichtgeving te rectificeren; zij hebben dat
ten onrechte nagelaten.
Door zo te handelen en na te laten hebben verweerders de grenzen
overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke
verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is.
Trefwoorden:
· Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor
· Feitenweergave: onjuiste berichtgeving
· Rectificatie/weerwoord: rectificatie
Publicatie op www.rvdj.nl/2007/54
---
Raad voor de Journalistiek