Provincie Zuid-Holland

Advies aanwijzing Rotterdam Airport

gedeputeerde Erik van Heijningen van de provincie Zuid-Holland heeft advies uitgebracht aan minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat om te komen tot minder geluidsoverlast - met name in de nacht - voor Rotterdam Airport. De minister had Van Heijningen gevraagd om te verkennen welke mogelijke oplossingen er zijn voor de aanwijzing van Rotterdam Airport die kunnen rekenen op draagvlak in de regio. De provincie Zuid-Holland en de gemeenten Rotterdam, Schiedam en Lansingerland hebben het advies in onderling overleg opgesteld.

Aan de minister wordt geadviseerd op korte termijn diverse maatregelen te onderzoeken zoals:

Terugdringen van het aantal vertraagde lijnvluchten in de nacht (in 2006 waren dat 325 van de in totaal 927 nachtvluchten); Weren van zakenvluchten in de nacht die geen bijdrage leveren aan de economie van de regio Rotterdam/Den Haag; Strenger handhavingsbeleid op vertraagde vluchten; Aanpassen vliegroutes;
Verhogen toeslagen voor nachtvluchten;
Terugdringen van zogeheten positievluchten tussen 06.00 en 07.00 uur. Positievluchten zijn vluchten die leeg aankomen na 6.00 uur en na 7.00 uur vol vertrekken. Verder adviseert de commissie dat met name de luchthaven de communicatie met omwonenden intensiveert en dat samen met de regio onderzoek wordt verricht naar het terugdringen van andere geluidsbronnen die overlast veroorzaken. Gedacht moet dan worden aan lawaai van snelwegen, industrie en het spoor.

Om op de langere termijn de geluidshinder tegen te gaan wordt in het advies onderzoek naar diverse maatregelen voorgesteld. Het gaat dan onder meer om het werkelijk meten van geluid in plaats van berekenen, het gebruik maken van glijvluchtlandingen in de nacht (waarbij de motor nog slechts stationair te horen is) en minder afremmen op de motoren bij een landing.

Geluidsruimte
De provincie en gemeenten verwachten dat door toepassing van de voorgestelde maatregelen geluidsruimte vrijkomt om in ieder geval een deel van de regeringsvluchten te kunnen afwikkelen. Nieuwe berekeningen moeten aantonen wat werkelijk de effecten zijn van de voorgestelde maatregelen op korte termijn.

Tot slot wordt aan de minister gevraagd om een onafhankelijke partij te laten oordelen over de toepasbaarheid van de methodiek die gebruikt is bij het slaapverstoringsonderzoek. In ieder geval zal het onderzoek geactualiseerd moeten worden aan de hand van de cijfers uit 2006. Als het onafhankelijke oordeel negatief uitpakt, wordt van de minister een aanvullend onderzoek gevraagd, specifiek toegesneden op de Rotterdamse situatie.

Achtergrond
Sinds de sluiting van marinevliegkamp Valkenburg worden meer vluchten door of namens de regering op de Rotterdamse luchthaven afgehandeld. Rotterdam Airport heeft voor deze vluchten minister Eurlings gevraagd om verruiming van de geluidsruimte (aanwijzing van de minister). Daarnaast vraagt Rotterdam Airport om de gebreken aan de huidige geluidszone te herstellen.

De betrokken gemeenten hebben overwegend negatief gereageerd op met name de toename van het aantal nachtvluchten. Vervolgens heeft minister Eurlings gedeputeerde Van Heijningen gevraagd om een verkenning naar oplossingsrichtingen te doen die kunnen rekenen op draagvlak in de regio. Daarop heeft Van Heijningen de betrokken gemeenten bij elkaar geroepen om tot een gezamenlijk standpunt te komen.

De provincie Zuid-Holland en de gemeenten Rotterdam, Schiedam en Lansingerland zijn blij met de opening die de minister heeft geboden om te komen tot een oplossingsrichting voor de aanwijzing voor Rotterdam Airport. Zij benadrukken dat er door alle partijen, zowel ambtelijk als bestuurlijk, constructief is samengewerkt. Provincie en gemeenten gaan samen met de luchtvaartsector en het ministerie van Verkeer en Waterstaat de voorgestelde maatregelen toetsen op haalbaarheid en effectiviteit. Gezamenlijk kunnen dan nog die aanvullende maatregelen worden uitgewerkt die de nachtelijke overlast in de toekomst nog verder kunnen terugdringen.

Bron: Communicatie 070- 441 66 22