Space Research Organization Netherlands (SRON)
____________
Neon sheds new light on planet formation
14 Sep 2007
Neon werpt nieuw licht op planeetvorming
Nederlandse en Amerikaanse ruimteonderzoekers hebben in stofschijven
rond jonge sterren het gas neon aangetroffen. Zij gebruikten daarvoor
de NASA-ruimtetelescoop Spitzer. Fred Lahuis van het Nederlands
ruimteonderzoeksinstituut SRON: `We hebben voor het eerst neon gas
kunnen zien op de plaats waar planeten ontstaan. Dat is een
belangrijke stap in het onderzoek naar de vorming van planeten.'
Planeten ontstaan in stofschijven rond jonge sterren. (beeld:
NASA-JPL/Caltec)
Planeten ontstaan in stofschijven rond jonge sterren. (beeld:
NASA-JPL/Caltec)
Sterrenkundigen gaan ervan uit dat planeten ontstaan als sneeuwballen.
Gedurende enkele miljoenen jaren klonteren gas-, ijs- en stofdeeltjes
uit een schijfvormige wolk, de protoplanetaire schijf, samen tot een
groter hemellichaam. Dit resulteert in rotsplaneten, zoals onze aarde,
of massieve kernen waaruit gasreuzen, zoals Jupiter, ontstaan.
Vooral het gas in de schijf speelt een belangrijke rol. Het regelt de
temperatuurhuishouding, is bepalend voor de dynamiek van de schijf en
daarmee ook voor de uiteindelijke planeetvorming. Het grootste deel
van het oorspronkelijke gas uit de schijf eindigt in de ster, maar of
een planeet een atmosfeer gaat krijgen wordt mede in dit stadium
bepaald. Lahuis: `Doordat we neon kunnen zien, kunnen we een idee
krijgen van de aanwezigheid van gas in de schijf waaruit de planeten
vormen. Dat is belangrijk om te weten te komen waarom sommige planeten
een atmosfeer krijgen en andere niet.'
Botsingen
In de schijven van stof en gas om jonge sterren bevindt zich maar
weinig materiaal in pure vorm. Veelal zorgen botsingen ervoor, dat
stoffen reageren. `Kijk je naar reactie producten, dan moet je ook het
chemische plaatje begrijpen en dat is niet altijd even gemakkelijk'
vertelt Fred Lahuis. `Het aantreffen van licht dat afkomstig is van
neon is dan ook zeer opwindend, omdat neon chemisch inert is, het
reageert niet.'
Lahuis en zijn collega's van de Sterrewacht Leiden en uit de Verenigde
Staten, gebruikten voor het onderzoek de NASA-satelliet Spitzer.
Spitzer ziet alleen infrarood licht en is ongevoelig voor het typisch
oranje rode neon licht. Lahuis: `Wanneer een neon atoom ultraviolet
licht of nog energetischer straling van een ster absorbeert, probeert
het atoom de energie kwijt te raken. Dit gebeurt in de vorm van
warmtestraling - infrarood licht - en precies dat kunnen we meten.'
De astronomen waren blij verrast neon aan te treffen in zowel jonge
als oudere sterschijven. `We hadden dit niet verwacht en het neon zit
vrijwel zeker in de proto-planetaire schijf', vervolgt collega
astronoom Ilaria Pascucci uit Arizona, `bovendien heb je niet veel
neon nodig om een goed signaal te meten.'
Impressie van de ALMA telescoop in Chili. (beeld ESO)
Impressie van de ALMA telescoop in Chili. (beeld ESO)
HIFI
De astronomen gaan nu proberen neon licht waar te nemen voor meer
stersystemen en uit verschillende leeftijdsgroepen. `We verwachten dat
we hiermee een stevige stap in de goede richting zetten om de evolutie
van sterschijven en het ontstaan van planeten beter te begrijpen',
zegt Lahuis, maar hij ziet ook interessante perspectieven voor de
toekomst. `De komende jaren komt er een aantal zeer interessante
instrumenten. Met het telescoopsysteem ALMA op de Atacama hoogvlakte
in Chili en het MIRI instrument op de James Webb satelliet zullen we
nog veel scherper naar de protoplanetaire schijven kunnen kijken en de
verdeling van het gas in individuele schijven waar kunnen nemen. Als
volgend jaar het ruimte-instrument HIFI op de satelliet Herschel van
ESA actief is kunnen we ook zien wat voor rol water speelt in het
planeetvormingsproces.'
SRON leverde het HIFI-instrument onlangs af aan de Europese
ruimtevaartorganisatie ESA. In de tweede helft van volgend wordt
Herschel gelanceerd vanuit Frans Guyana. Voor de bouw van ALMA tekende
de Nederlandse Onderzoeksschool voor Astronomie (NOVA) eind augustus
een contract met de European Southern Observatory (ESO). Nederlandse
instituten, waaronder SRON, zullen detectormodules leveren voor de 66
telescopen van ALMA. Nederland levert een grote bijdrage aan de
spectrometer module van MIRI. SRON zet haar expertise in bij de
ontwikkeling van software voor en calibratie van MIRI.