Kabinetsreactie op het IBO-klimaatrapport
Persbericht | 14-09-2007
Het kabinet is van mening dat de Nederlandse inzet bij het mondiale
klimaatbeleid zich moet richten op het realiseren van internationaal
effectieve afspraken. Uitgangspunt voor die inzet is het
VN-klimaatverdrag en het bijbehorende Kyoto-protocol. Rond 2009 zal er
een effectief en breed gedragen pakket aan internationale
klimaatafspraken op tafel moeten liggen. In het komende
onderhandelingstraject is de VN-klimaatconferentie in Indonesië (Bali)
half december een belangrijk moment. Dit staat in de kabinetreactie op
het interdepartementale beleidsonderzoek 'Toekomstig internationaal
klimaatbeleid', waarmee de ministerraad op voorstel van minister
Cramer van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
heeft ingestemd.
Het kabinet stelt een aantal bouwstenen voor een toekomstig mondiaal
klimaatregime centraal, zoals een mondiaal gemiddelde
temperatuurstijging van maximaal 2 graden boven het pre-industriële
niveau en een gezamenlijke vermindering van de broeikasgasemissies van
industrielanden in 2020 van 30 procent ten opzichte van 1990.
Verbreding van deelname aan het klimaatregime, vooral ook van de VS en
de grote zich snel ontwikkelende ontwikkelingslanden, is nodig.
Daarnaast is het verder ontwikkelen van een mondiale koolstofmarkt van
groot belang. Ook innovatie, aanpassing aan klimaatverandering, het
tegengaan van ontbossing en het aanpakken van de emissies van
scheepvaart en luchtvaart die nu niet door het Kyoto-protocol worden
gereguleerd, ziet het kabinet als belangrijke onderdelen voor een
internationaal klimaatbeleid.
Regering.nl