OV-Congres 2007
Toespraak | 12-09-2007 | Amsterdam | Minister Camiel Eurlings
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren,
We hebben hier vanmiddag nogal wat uit de kast gehaald, allemaal met
het doel de kwaliteit van het openbaar vervoer te verbeteren.
OV-ambassadeur Jeltje van Nieuwenhoven heeft een indringende schets
van de problemen gegeven, mijn collega Tineke Huizinga heeft
aangegeven welke kansen het regionale openbaar vervoer biedt en ik ga
dat straks doen voor het landelijke openbaar vervoer. Tussen de
bedrijven door hebben we ook nog een stoet aan innovatieve ideeën en
voorbeelden van succesverhalen de revue zien passeren.
Zo zie ik het graag. Koppen bij elkaar om concrete plannen te bedenken
waarmee we knellende problemen oplossen. En daarbij het perspectief
van de reiziger als uitgangspunt nemen. Nu heb ik zelf een jaar of 17,
18 met de trein gereisd, dus ik ken de gevoeligheden van de reiziger.
Daarom vond ik het beeld dat Jeltje van Nieuwenhoven schetste ook zo
herkenbaar. Haar verhaal laat zien dat kleine, alledaagse, dingen het
verschil maken. Het gaat vaak om net even wat meer aandacht. Een klein
beetje meer inlevingsvermogen in de reiziger kan flinke winst voor het
openbaar vervoer betekenen.
Wat Jeltje van Nieuwenhoven doet, zou iedereen wie de kwaliteit van
het openbaar vervoer aan het hart gaat moeten doen, namelijk zich
verplaatsen in de gedachten van degenen die met het openbaar vervoer
reizen. Vandaar ook het thema van dit congres. Het zou trouwens geen
kwaad kunnen om ons met dat doel ook eens te verplaatsen in de
automobilist die overweegt om voor de trein te kiezen. Welk
gezichtspunt we ook kiezen, als het aan mij ligt komen we onze Haagse
ivoren toren uit en gaan we de straat op om te bedenken hoe we de
aantrekkingskracht van het openbaar vervoer kunnen opschroeven.
Letten op kleine dingen is daarvoor dus absoluut noodzakelijk. Het
soort vernieuwende ideeën dat we vanmiddag hebben gezien speelt daarop
in. Het nieuwste van het nieuwste op het gebied van
informatievoorziening, creatieve oplossingen om het imago van het
openbaar vervoer op te poetsen en een soort luchthavenachtige stations
waar je tijdens een overstap je kleren kunt laten stomen en een kopje
koffie kunt drinken: het draagt allemaal bij aan een betere kwaliteit
en dus aan meer en meer tevreden reizigers.
Tegelijkertijd moeten we groot blijven denken. Als voor- en
natransport tot in de puntjes verzorgd zijn, maar de intercity laat
het afweten, dan schieten we nog niet veel op. Dan wordt het openbaar
vervoer een limousine met de motor van een deux-chevaux. We moeten
daarom ook op het hoofdnet van het spoor blijven werken aan nieuwe
initiatieven en vooral daadkracht tonen bij het doorvoeren ervan. De
oproep die de NS onlangs in dit verband heeft gedaan om samen met het
rijk te investeren, zie ik dan ook positief. Ik beschouw die als een
oproep om met elkaar waar nodig de zaken goed op elkaar af te stemmen.
Nu heeft het kabinet zich natuurlijk niet onbetuigd gelaten. U weet
dat het in het coalitieakkoord heeft opgenomen het openbaar vervoer
per spoor jaarlijks met 5 procent te willen laten groeien.
U beseft hoe groot die ambitie is als u bedenkt dat het
personenvervoer per spoor tussen 2000 en 2003 alleen maar slonk. Pas
sinds 2004 zit het weer in de lift, met een groei van in totaal
ongeveer twaalf procent in de afgelopen drie jaar. Zeventig procent
van die groei wordt veroorzaakt door autonome ontwikkelingen,
bijvoorbeeld doordat meer studenten met het spoor zijn gaan reizen en
de economie is gegroeid. De overige dertig procent is toe te schrijven
aan acties van de NS en van mijn ministerie, zoals een groter aanbod
van treinen, verhoging van de betrouwbaarheid, meer kwaliteit, een
gematigd prijsbeleid enzovoorts.
Ik vertel u dit om te laten zien dat de invloed van de NS en de
overheid relatief beperkt is. Daarom moeten we alles op alles zetten
om de stijgende lijn van de afgelopen jaren vast te houden. Om die
reden werk ik hard aan een actieplan met maatregelen voor de korte
termijn, dat dit najaar moet verschijnen. Met die maatregelen willen
we de trein niet alleen voor steeds meer mensen aantrekkelijker maken,
maar er ook voor zorgen dat die steeds grotere groep reizigers
probleemloos via het spoor kan worden verwerkt.
Ik heb eerst de NS gevraagd naar de mogelijkheden om de groei in de
komende jaren vast te houden. Die heeft laten weten zich sterk te
maken voor een groei van 2,5 procent per jaar. De NS gaat dat
commitment aan op basis van marktverwachtingen en extra eigen
inspanningen, bijvoorbeeld door aanpassingen van de dienstregeling en
inzet van meer materieel.
Voor de resterende 2,5 procent groei ga ik op zoek naar aanvullende
ideeën door intensief te overleggen met de betrokken partijen, met
andere overheden, met reizigers, met het bedrijfsleven en met de
wetenschappelijke wereld. U kunt het congres van vanmiddag beschouwen
als het begin van dat overleg. Het zwaartepunt ervan ligt in de
komende maand, in wat we de 'Groeimaand' gedoopt hebben. Ik hoop van
harte dat u met goede ideeën komt om het spoor op korte termijn een
flinke kwaliteitsimpuls te geven.
Ik wil natuurlijk zelf wel een voorzetje geven: behalve meer kwaliteit
denk ik bijvoorbeeld ook aan slimmere dienstregelingen, verschillende
kaartsoorten, gratis dan wel goedkoper openbaar vervoer voor bepaalde
doelgroepen, mogelijkheden in de sfeer van marketing en betere
aansluiting van voor- en natransport op de trein, en daarmee doel ik
ook op de auto en de fiets. Bedenk dat van goed vervoer in de regio
een belangrijke wervende kracht voor het spoor als geheel kan uitgaan.
Bovendien moeten voor- en natransport toereikend zijn om de groeiende
stroom treinreizigers te kunnen verwerken.
Al het goede en interessante dat ik vandaag heb gehoord en de komende
maand ga verzamelen, breng ik samen met de betrokken partijen uit de
spoorsector en de regio's onder in het actieplan dat ik eerder noemde.
Dat plan is in november klaar. Dat is snel, maar dat moet ook. Hoe
eerder we beginnen, des te sneller we resultaten boeken.
Dat wat betreft de maatregelen op korte termijn. Voor de langere
termijn denk ik aan grote projecten. Hoe we op die termijn de
kwaliteit van het spoor kunnen verhogen, bekijk ik aan de hand van de
netwerkaanpak en de landelijke markt- en capaciteitsanalyse, die ik
ook dit najaar zal uitbrengen. Door de capaciteit van trajecten uit te
breiden, kunnen we de frequentie verhogen. Voor de minder drukke
lijnen kijken we goed naar de reistijden, maar voor de intercity's en
de stoptreinen op vooral de drukke lijnen tussen de grotere steden,
bestuderen we of we de frequentie kunnen verhogen naar 4 of 6 keer per
uur. Ik heb wel eens geroepen dat we een soort metrosysteem zouden
moeten overwegen waarin het niet uitmaakt wanneer je als reiziger op
het station aankomt, omdat de volgende trein toch niet lang op zich
laat wachten, net als bij de metro. Daar is het voorlopig nog te vroeg
voor, maar voor het beeld kan het geen kwaad om dit proefballonnetje
hier nog eens op te laten.
Waar het uiteindelijk allemaal om draait, is dat we zowel regionaal
als landelijk goed de markt in kaart moeten brengen én de capaciteit
onder de loep moeten nemen. Alleen dan krijgen we goed in beeld waar
de reiziger op ergernissen stuit. Alleen dan zien we waar de
mogelijkheden liggen om de kwaliteit van het openbaar vervoer van deur
tot deur te verbeteren. Uw inbreng, ik herhaal het nog maar eens, is
daarbij hard nodig.
Dames en heren,
Van de grote plannen terug naar het concrete initiatief, van de brede
armzwaai naar het bescheiden gebaar. Vanmiddag hebt u het debat kunnen
volgen over drie projecten op het gebied van innovatie, kwaliteit en
imago. Zoals u weet, dingen deze projecten mee naar de
OV-stimuleringsprijs. U hebt over deze drie projecten gestemd, en ik
heb de eer u te mogen laten weten wie er als winnaar uit de bus is
gekomen. Voordat ik dat doe, spreek ik de wens uit dat het winnende
project mag fungeren als katalysator voor nog meer initiatieven
waarmee de kwaliteit van het openbaar vervoer kan worden opgevijzeld.
Mijn ministerie steunt het winnende project in elk geval moreel, en ik
hoop dat de rest van de sector dat voorbeeld wil volgen. Rest mij
tenslotte nog iedereen te bedanken die hier vandaag zijn steentje
heeft bijgedragen aan een beter openbaar vervoer.
Dan wil ik nu graag de OV-stimuleringsprijs uitreiken aan het project
dat de meeste stemmen heeft gekregen, namelijk...