Rechtbank Utrecht
Schorsing directeur FC Utrecht onterecht: motivering
14 september - De rechtbank Utrecht heeft vorige week geoordeeld dat
de schorsing van de directeur van FC Utrecht door de Raad van
Commissarissen (RvC) van die club onterecht was. De rechtbank heeft
dit oordeel vandaag gemotiveerd.
De RvC heeft naar het oordeel van de rechtbank zowel procedureel als
inhoudelijk onjuist gehandeld. Op procedureel gebied ging men in de
fout door de directeur niet de gelegenheid te bieden zich te
verdedigen tegen het voorgenomen besluit van schorsing. Dit besluit
werd al op twee september genomen, maar dit werd de directeur pas een
dag later in een gesprek verteld, zonder dat hem vooraf was meegedeeld
dat het gesprek over een voorgenomen schorsing zou gaan.
Inhoudelijk werd de directeur door de RvC financieel wanbeleid,
onvoldoende visie en beleidsontwikkeling en slechte communicatie
verweten. Hij zou tevens verantwoordelijk zijn voor schadelijke
berichtgeving in de media. In een functioneringsgesprek in april werd
de kritiek op het financiële beleid en het gebrek aan visie al
verwoord door de RvC. Toen zag de Raad echter geen reden om de
directeur te schorsen. De rechtbank ziet niet in waarom de noodzaak
tot schorsing begin september plotseling wel bestaat.
Ook de overige verwijten zijn volgens de rechtbank door de RvC
onvoldoende onderbouwd. De verslechtering van de communicatie kan niet
alleen aan de directeur worden toegeschreven en het verwijt dat hij
verantwoordelijk zou zijn voor schadelijke berichtgeving in de media
is volgens de rechter niet steekhoudend.
LJ Nummer
BB3563
Bron: Rechtbank Utrecht
Datum actualiteit: 14 september 2007 Naar boven