Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Toespraak minister Ter Horst bij opening academisch jaar
Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid
14 september 2007
Minister Ter Horst tijdens opening academisch jaar NIFV (Voermans van
Bree fotografie) Ik wil beginnen - dames en heren - met te zeggen dat
ik blij ben u - onze toekomstige brandweerofficieren - hier te mogen
begroeten. We hebben u hard nodig en we zullen in de toekomst
waarschijnlijk veel van u vragen; laten we daarover geen misverstanden
bestaan.
Er zullen zelfs momenten komen waarop u zich zult afvragen waarom u
geen makkelijker vak heeft gekozen. Hoe ver kun je gaan om je voor
andere mensen in te zetten?
Als u op dat punt staat dan hoop ik dat u zich deze dag herinnert.
Want u maakt vandaag een weloverwogen keuze voor een dienende taak,
een verantwoordelijke taak. U bereidt zich voor op een positie waarbij
velen - uw ondergeschikten en degenen die u moet beschermen - soms
voor hun leven van u afhankelijk zullen zijn.
Ik zie dat velen van u uw familie of gezinsleden hebben meegenomen om
dit moment met hen te delen. Dat is terecht, want ook op hen zal een
beroep worden gedaan. Ze zullen zich soms grote zorgen maken.
En wij, van onze kant beloven u dat we steeds ons uiterste zullen doen
om u met middelen en opleidingen op het niveau te brengen en te houden
dat u nodig zult hebben om uw gevaarlijke en verantwoordelijke werk te
kunnen uitvoeren.
Als u deze opleiding heeft gevolgd, hoe zal dan de brandweerwereld
eruit zien? In wat voor setting zult u straks uw werk moeten doen? Het
zijn reële vragen want de crisisbeheersing en de rampenbestrijding
zijn organisatorisch in beweging.
Ik weet ook niet alle antwoorden, maar ik heb zo wel een paar ideeën.
We zijn het er - in de eerste plaats - allemaal over eens dat er
lokaal een nauwe samenwerking moet zijn tussen brandweer, politie,
GHOR en tussen hen en de gemeenten, het onderwijs, en bijvoorbeeld de
lokale ondernemers.
Waar ik níet in geïnteresseerd ben is een competentiediscussie. Ik wil
óplossingen die werken; waar de veiligheid wordt gediend door
instanties en personen die inzien dat ze samen met anderen méer kunnen
dan alleen. En dan kom ik dus vanzelf ook weer bij u terecht. Van u
verwacht ik dat u met die grondhouding uw toekomstig werk tegemoet
treedt.
Dames en heren, waarom benadruk ik die grondhouding? Dat is omdat een
aantal zaken in de crisisbeheersing en rampenbestrijding niet in orde
is. Er wórdt niet overal voldoende samengewerkt en de kwaliteit van
het werk laat op een aantal plaatsen te wensen over. Dat kan
natuurlijk niet, al helemaal niet als u bedenkt dat er elke dag nieuwe
gevaren bijkomen.
Ik kan niet vanuit Den Haag gaan voorschrijven hoe alles geregeld moet
worden. Maar ik zal wel invulling geven aan mijn verantwoordelijkheid
als minister op het gebied van de veiligheid. Ik zal duidelijke
basiseisen stellen aan de crisisorganisatie van elke regio zodat
iedereen er op kan rekenen dat op tijd adequate hulp wordt geboden. Ik
stel eisen aan de kwaliteit en de professionaliteit van de lokale en
regionale brandweerzorg. En als niet aan die eisen voldaan wordt, zal
ik ook niet aarzelen om in te grijpen. Ik heb het daarbij niet over
vage abstracties, maar over duidelijke regelgeving, over meetbare en
planbare criteria.
Dames en heren, deze zomer heb ik aan de Tweede Kamer een wetsvoorstel
over de veiligheidsregio's aangeboden. Het belangrijkste aspect van
dit voorstel is - daar heb je het weer - de samenwerking, zowel de
multidisciplinaire samenwerking bínnen de regio als de samenwerking
tússen de regio's. In het wetsvoorstel worden beide vormen van
samenwerking geregeld.
Multidisciplinair optreden is niet meer weg te denken uit de moderne
rampenbestrijding en crisisbeheersing. En als er bijstand verleend
moet worden door een aanpalende regio mag dat geen probleem opleveren.
Een ander belangrijk punt in het wetsvoorstel is de regeling voor
éénhoofdig gezag bij bovenlokale rampen en crises. Hoe ingewikkelder
de situatie, des te groter het belang van een eenvoudige
bevelstructuur. Daarom is ervoor gekozen de voorzitter van de
veiligheidsregio, tevens korpsbeheerder, op dit gebied meer
bevoegdheden toe te kennen.
Met het wetsvoorstel veiligheidsregio's zijn de randvoorwaarden
gegeven om de rampenbestrijding en crisisbeheersing op het niveau te
krijgen dat de burgers van ons verwachten. Maar het is aan de
bestuurders en de mensen in het veld, waaronder u, om het uiteindelijk
waar te maken.
Het wetsvoorstel duurt - zo gaat dat met alle wetten - een tijdje
voordat het in werking treedt. Toch kunnen we niet daar niet op
wachten. Daarom worden er op zo kort mogelijke termijn, liefst nog dit
jaar, meerjarige convenanten gesloten met de veiligheidsregio's over
hoe zij op het vereiste niveau komen. De regionalisering van de
brandweer is hierbij uiteraard een belangrijk punt.
En hier wil ik even een klein zijstapje maken naar de vrijwillige
brandweer. Dat is een belangrijke groep en daar bestaan veel
misverstanden over regionalisering. Regionalisering zal niet leiden
tot het opheffen van posten. Regionalisering heeft wel dezelfde
voordelen voor de beroeps als voor de vrijwillige brandweer. Meer
mobiliteit; flexibiliteit bij verhuizen bijvoorbeeld, maar vooral
kwaliteitswinst door specialisatie en beter oefenen.
Ik heb het, dames en heren, over de veiligheidsregio's gehad en over
de invloed van de lokale politiek. Ik wil ook wat zeggen over het
tegendeel daarvan: de internationale omgeving. Want hoe we tegen alle
ontwikkelingen aankijken en hoe we onze rol daarin definiëren, de
veiligheidsvraagstukken waar we mee geconfronteerd worden zijn
grensoverschrijdend. Regenval in Duitsland, Poolse tankwagens op de
wegen, dierenziekten in Engeland, om van terrorisme nog maar te
zwijgen.
En dat brengt me - kort - op het Nederlands instituut voor fysieke
veiligheid (Nifv) zelf. Een gerenommeerd en gezaghebbend onderzoeks-
en opleidingsinstituut moet - qua inzicht, kennis en voorbereiding -
als het ware de trait d'union zijn tussen binnen- en buitenland.
Thema's als hoogwaterrisico's, dierziekten, ict-uitval en pandemieën
zijn voor Nederland belangrijke onderzoeksthema's met sterke
internationale raakvlakken. Het loont daarom aan internationaal
onderzoek deel te nemen en er is geld voor. Maar het gaat niet alleen
om onderzoek: u - als toekomstig brandweerofficier - heeft ook hier
een taak. In preparatieve zin; om te voorkomen. Maar net zo goed in
repressieve zin; voor als het toch nog mis mocht gaan. Daarom kan ik
niet nalaten de rol van het Nifv bij het oefenen - ook virtueel en
over de grens - te benadrukken.
Dames en heren, u gaat nu een opleiding volgen, maar als het aan mij
ligt zult u daarna hier nog vaak terugkomen. U zult - als u uw vak
serieus neemt - voortdurend meer willen weten en antwoorden zoeken
voor problemen die we nu nog niet kennen. U zult - als leidinggevende
- geconfronteerd worden met vragen over goed management. Daar moet u
hier ook voor terechtkunnen.
Onlangs werd mij in de Volkskrant geadviseerd om een blauwe hoed te
dragen. Ik zie graag veel blauw op straat, maar het is - op het
damesmodevlak - nooit mijn lievelingskleur geweest. Ik heb dat tien
dagen geleden bij de politieacademie niet gezegd, maar ik ben meer
iemand van de brandweerkleuren. Ik beschouw het, ook daarom, als een
voorrecht om uw academisch jaar voor geopend te verklaren. En - met
een diep respect voor uw keuze - mijn beste wensen voor uw toekomst .
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties