Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen van het lid Boekestijn over de situatie in Ethiopië

14-09-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Boekestijn over de situatie in Ethiopië. Deze vragen werden ingezonden op 27 juli 2007 met kenmerk 2060722020.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Drs. A.G. Koenders

Antwoorden van de de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, en de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het lid Boekestijn (VVD) over de situatie in Ethiopië.

Vraag 1

Heeft Nederland druk uitgeoefend op de Ethiopische regering om de tientallen oppositieleden vrij te laten die reeds sinds eind 2005 gevangen zaten na protesten tegen kennelijke grootschalige misstanden bij de toen gehouden parlementsverkiezingen? Zo ja, op welke wijze? Wat was de houding van het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, de EU en de VN?1

Antwoord

Nederland heeft sinds 2005 in zijn bilaterale contacten deze kwestie herhaaldelijk opgebracht en aangedrongen op vrijlating van deze oppositieleden. De Mensenrechtenambasssadeur bracht in deze periode tweemaal een bezoek aan Ethiopië. In EU verband is deze kwestie meerdere malen tijdens de artikel-8-dialoog (Verdrag van Cotonou) opgebracht en ook tijdens de periodieke bijeenkomsten tussen de Donor Assistance Group en de Ethiopische regering waarvan ook de VS, Canada, de EU lidstaten en de VN deel uitmaken. De ambassade heeft alle zittingen van het proces tegen de oppositieleden bijgewoond. De Nederlandse ambassadeur heeft de kwestie ook vele malen bilateraal in gesprekken met premier Meles Zenawi en andere bewindspersonen opgebracht en daarbij gepleit voor een politieke oplossing. Nederland heeft voorts nauw contact gehouden met NGO's en de onderhandelaars die hebben bemiddeld om tot een politieke oplossing te komen.

Vraag 2
Hoe beoordeelt u de recente vrijlating van deze oppositieleden? Hebben de vrijgelatenen een document moeten ondertekenen waarin zij toegeven dat zij bij hun protestacties in 2005 ongrondwettelijk hebben gehandeld? Is het waar dat twee oppositieleden geweigerd hebben een dergelijk document te ondertekenen en dat zij het risico lopen binnenkort berecht te worden? Hoe beoordeelt u de druk die door de Ethiopische regering op de politieke gevangenen is uitgeoefend en de blijvende dreiging met processen tegen enkele van de oppositieleden?

Antwoord

De vrijlating van de oppositieleden is een positief gebaar van de Ethiopische regering. Uiteraard moet de komende tijd echter blijken of dit slechts een gebaar was of dat er sprake is van een werkelijke opwaartse trend in het democratiseringsproces.

Aan alle verdachten is een verklaring voorgelegd. 71 personen hebben besloten deze verklaring te ondertekenen. De officiële verklaring luidde: 'we regret the attempts to change the constitution and the government institutions unconstitutionally' en 'we shall take the responsibility for the blunder'. Drie anderen hebben ervoor gekozen de verklaring niet te tekenen. Hun zaak is nog bij de rechtbank aanhangig. Hoewel deze politieke verklaring door betrokkenen weliswaar niet onder dwang is getekend, is dit niet een methode die binnen een democratische rechtsstaat past. De bemiddeling tussen de drie oppositieleden die nog vastzitten en de Ethiopische overheid zal voortgezet worden door de groep van wijzen. Deze groep, die door Nederland wordt ondersteund, bestaat uit vooraanstaande Ethiopiërs die zich op eigen initiatief en met instemming van de betrokken partijen hebben opgeworpen als bemiddelaars.

Vraag 3
Maakt het Ethiopische leger zich schuldig aan schendingen van de mensenrechten bij het militaire offensief dat in de opstandige provincie Ogaden wordt uitgevoerd?

Antwoord

Na de aanslag op een Chinees oliebedrijf, opgeëist door de Ogaden National Liberation Front (ONLF) in de Ogaden regio, waarbij 65 doden vielen, en de aanslagen in Jijiga tijdens de nationale feestdag 'Val van de Derg', is besloten tot een militaire operatie tegen de ONLF. Nederland maakt zich zorgen over de berichten over mensenrechtenschendingen door de strijdende partijen, waaronder het Ethiopische leger. Er is echter nog veel onduidelijk over de precieze feiten, omdat er nog onvoldoende toegang is tot het desbetreffende gebied, ook niet door de VN en andere humanitaire - of mensenrechtenorganisaties.

Nederland heeft samen met de VN, de EU-lidstaten, andere donoren en NGO's gezamenlijk druk uitgeoefend om de toegang tot het gebied te verbeteren. Nederland heeft ook in zijn bilaterale contacten met de Ethiopische overheid haar zorgen overgebracht over de berichten over mensenrechtenschendingen en over het gebrek aan toegang. Nederland zal dit blijven opbrengen. De gezamenlijk uitgeoefende druk heeft ertoe geleid dat de VN toestemming heeft gekregen voor een fact finding missie naar de regio die plaatsvond van 29 augustus t/m 6 september. Nederland beoordeelt dit als een positief besluit van de Ethiopische regering. De VN zal binnenkort verslag uitbrengen van deze missie.

Vraag 4
Welke maatregelen zult u treffen om te bevorderen dat de kansen voor een echte democratie in Ethiopië en de naleving van de mensenrechten in dat land weer gaan toenemen? Welke rol kan onze hulprelatie met Ethiopië daarbij spelen? Overweegt u daarbij die hulprelatie zonodig stop te zetten? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Nederland ziet het als een belangrijke doelstelling om actief bij te dragen aan het democratiseringsproces in Ethiopië. Daarnaast zijn de Nederlandse hulpinspanningen er op gericht in dit land met 80 miljoen inwoners een bijdrage te leveren aan de Millennium Ontwikkelingsdoelen (MDG's), waaraan in Ethiopië nog zeer veel moet gebeuren. In die zin rust het Nederlands beleid op twee pijlers; de eerste pijler is gericht op de MDG's en komt de Ethiopische bevolking ten goede, de tweede pijler is gericht op het democratiseringsproces en de politieke dialoog met de Ethiopische regering. De hulprelatie versterkt de positie van Nederland in deze dialoog. Alle hulp verloopt via NGO's en VN- en Wereldbank-kanalen, met uitzondering van twee kleine, dit jaar aflopende, activiteiten.

Voorts heeft Nederland in 2006 samen met andere donoren een pakket van maatregelen met de Ethiopische regering uitonderhandeld ter verbetering van goed bestuur en democratische instituten. De uitvoering zal plaatsvinden via het multi-donorfonds 'Democratic Institutions Programme' gericht op de versterking van de belangrijkste democratische instituten, zoals de federale en regionale parlementen, de Nationale Ombudsman, het Nationaal Mensenrechteninstituut en de Kiesraad. Dit fonds richt zich ook op het verbeteren van de mensenrechtensituatie. De Ethiopische regering houdt zich in de regel goed aan de in 2006 gemaakte afspraken.

Zoals eerder gesteld, beoordeelt Nederland de vrijlating van leden van de oppositie en het toelaten van een VN-fact finding missie tot Ogaden als positieve gebaren. Zoals gesteld, zal de komende tijd moeten blijken of dit slechts incidentele gebaren waren, of dat er sprake is van een werkelijk opwaartse trend in het democratiseringsproces. Zo lang echter sprake blijft van stevige kritiek van gerenommeerde mensenrechtenorganisaties op het optreden van de Ethiopische regering, vindt Nederland het noodzakelijk om dit proces zeer nauwgezet te blijven volgen. Nederland blijft ook in de dialoog met Ethiopië aandringen op de noodzaak van verdere democratisering. Zolang de trend positief is en Nederland een positieve rol kan blijven spelen, overwegen wij niet om de hulprelatie stop te zetten. Als er echter sprake blijkt te zijn van grove mensenrechtenschendingen en van het plegen van oorlogsmisdaden door het Ethiopische leger in Somalië, zullen de EU en Nederland serieus moeten bezien welke consequenties dit moet hebben voor de relatie met Ethiopië.


1: de Volkskrant, 21 juli 2007