IP/07/1329
Brussel, 13 september 2007
Granen: De Commissie stelt voor om voor de inzaai in het najaar van 2007 en
het voorjaar van 2008 volledig af te zien van verplichte braaklegging
Wegens de toenemende krapte op de graanmarkt heeft de Europese Commissie
vandaag voorgesteld om voor de inzaai in het najaar van 2007 en het voorjaar
van 2008 de verplichte braaklegging vast te stellen op 0%. In 2006 was de
oogst in de EU-27 kleiner dan verwacht (265,5 miljoen ton), wat heeft geleid
tot een krapper wordend aanbod aan het einde van het verkoopseizoen
2006/2007 en tot historisch hoge prijzen. De interventievoorraden zijn
gedaald van 14 miljoen ton aan het begin van het verkoopseizoen 2006/2007
tot ongeveer 1 miljoen ton in september, hoofdzakelijk maïs die opgeslagen
ligt in Hongarije. Een verlaging van de verplichte braaklegging van 10% tot
0% zal de productie naar verwachting met ten minste 10 miljoen ton doen
stijgen. De toekomst van de braakleggingsregeling is een van de onderwerpen
voor het debat in het kader van de aangekondigde "gezondheidstest" van het
gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), waartoe een in november uit te
brengen mededeling over die gezondheidstest de aanzet zal geven. Daarbij zal
ook worden bekeken hoe de milieuvoordelen die de braaklegging heeft
opgeleverd, kunnen worden behouden. Als volledig wordt afgezien van
verplichte braaklegging, betekent dit niet dat de boeren al hun grond moeten
gaan betelen. Zij kunnen doorgaan met vrijwillige braaklegging en ook verder
gebruikmaken van milieuregelingen.
Mariann Fischer Boel, de commissaris voor Landbouw en
Plattelandsontwikkeling, heeft in dit verband het volgende verklaard:
"De graanprijzen hebben historische hoogtepunten bereikt naarmate het
aanbod steeds krapper werd. Als een slechte oogst in 2008 gepaard zou
gaan met 10% braaklegging, zou de interne markt worden blootgesteld
aan mogelijk ernstige risico's. Wordt volledig afgezien van verplichte
braaklegging, dan zou in de EU ten minste 10 miljoen ton meer worden
geproduceerd, wat voor een ontspanning van de markt zou helpen zorgen.
Voor de verdere toekomst wil ik in het kader van de "gezondheidstest"
zorgvuldig nagaan of braaklegging nog steeds een geschikt instrument
is. Maar ik wil er ook voor zorgen dat wij de milieuvoordelen kunnen
behouden die de braaklegging heeft opgeleverd.".
De graanmarkt wordt momenteel gekenmerkt door historisch hoge prijzen.
In 2006 was er als gevolg van ongunstige weersomstandigheden een
kleinere oogst dan verwacht, namelijk 266 miljoen ton. In de loop van
het verkoopseizoen 2006/2007 en daarna zijn de interventievoorraden
sterk gedaald van 14 miljoen ton tot ongeveer 1 miljoen ton. De
schattingen van de particuliere voorraden lopen uiteen, maar alle
analisten zijn het erover eens dat ook deze in het genoemde
verkoopseizoen sterk zijn afgenomen.
Volgens de huidige raming is de graanoogst in 2007 nog kleiner geweest
dan vorig jaar. Dat komt door het droge en ongewoon warme weer in
april, gevolgd door een slechte zomer in de westelijke lidstaten en
droogte en hittegolven in Zuidoost-Europa. Dit zal er waarschijnlijk
toe leiden dat de particuliere graanvoorraden in de EU aan het einde
van het verkoopseizoen 2007/2008 nog weer kleiner zijn. Op mondiaal
niveau zullen de voorraden aan het einde van dat verkoopseizoen naar
verwachting een historisch laag peil bereiken, vooral in de
belangrijkste exportlanden.
In de EU geldt de verplichte braaklegging momenteel voor 3,8 miljoen
hectare. Wordt de verplichte braaklegging op 0% vastgesteld, dan zou
het areaal dat daadwerkelijk weer in productie wordt genomen, tussen
de 1,6 en 2,9 miljoen hectare kunnen liggen. Bij gemiddelde
opbrengsten zal een dergelijke oppervlakte er waarschijnlijk voor
zorgen dat er ongeveer 10 miljoen ton graan extra op de markt komt.
Mochten de boeren besluiten om een maximale hoeveelheid grond voor de
graanproductie te gebruiken ten koste van andere gewassen,
hoofdzakelijk oliehoudende zaden, dan zou de graanproductie wel 17
miljoen ton hoger kunnen uitvallen.
Achtergrondinformatie
Braaklegging is ingevoerd om de graanproductie in de EU te beperken en
is vanaf 1988/1989 op vrijwillige basis toegepast. Na de hervorming
van 1992 werd braaklegging verplicht voor de producenten die onder de
algemene regeling vielen. Om in aanmerking te komen voor rechtstreekse
inkomenssteun moesten deze producenten een vastgesteld percentage van
de door hen voor die steun aangemelde arealen braak laten liggen. Na
de hervorming van 2003 hebben deze producenten
braakleggingstoeslagrechten ontvangen. Als zij per dergelijk
toeslagrecht één hectare in aanmerking komende grond braak laten
liggen, wordt het bij dat toeslagrecht horende bedrag aan hen betaald.
Aanvankelijk werd elk jaar beslist over het verplicht braak te leggen
percentage, maar met ingang van 1999/2000 is dat percentage
eenvoudigheidshalve permanent vastgesteld op 10%. In de nieuwe
lidstaten die hebben gekozen voor de regeling inzake één enkele
areaalbetaling (Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Litouwen,
Letland, Estland, Cyprus, Bulgarije en Roemenië), zijn de boeren niet
verplicht om grond braak te leggen.
Commissaris Fischer Boel heeft de Raad reeds op 16 juli laten weten
dat zij van plan was een voorstel in te dienen om de
braakleggingsverplichting tijdelijk buiten werking te stellen.
Sindsdien is de raming van de graanoogst 2007 in de EU naar beneden
bijgesteld en zijn de prijzen verder gestegen.
European Union