Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over illegale scholen op St.
Maarten
13 september 2007
Antwoorden van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap, mevrouw Dijksma, over de illegale scholen op
St. Maarten.
1. Vraag
Hebt u kennisgenomen van het artikel over de illegale scholen op Sint
Maarten?
1. Antwoord
Ja.
2. Vraag
Kunt u de Kamer op korte termijn informeren over de feitelijke
situatie op dit eiland wat betreft het recht op (primair) onderwijs
van de kinderen van illegale werknemers?
2. Antwoord
In de praktijk volgen kinderen van illegale werknemers gewoon
onderwijs op St. Maarten. Volgens het jaarprogramma 2007 van AMFO
(Antilliaanse MedeFinancieringsOrganisatie) zijn er op Sint Maarten
naast de reguliere onderwijsinstellingen (35 crèches, 18 basisscholen
waarvan 1 voor speciaal onderwijs, 13 richtingen voor middelbaar
onderwijs en 1 commerciële `universiteit') 10 scholen voor
ongedocumenteerde kinderen om te voorzien in de onderwijsbehoeftes van
de illegale kinderen. Deze scholen worden gedoogd. Deze 10 scholen
bieden onderwijs aan ongeveer 700 kinderen. Desalniettemin ontvangen
ongeveer 100 kinderen geen opvang en geen onderwijs. De reguliere
scholen hebben simpelweg onvoldoende capaciteit voor de opvang van
kinderen van illegale werknemers.
Wat betreft de verantwoordelijkheden is de situatie als volgt.
Het onderwijsbeleid is een aangelegenheid van het Land, maar de
uitvoering hiervan is de verantwoordelijkheid van de eilandgebieden.
Dit betekent concreet dat het eilandgebied Sint Maarten
verantwoordelijk is voor de bouw van de scholen, het aantrekken van de
leraren en de controle op de leerplicht.
Het vreemdelingenbeleid is eveneens een landsaangelegenheid met
wederom eilandelijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering.
3. Vraag
Deelt u de mening dat het op zijn minst merkwaardig is te noemen dat
een eiland de tewerkstelling van illegale arbeiders gedoogt, terwijl
de kinderen van die illegale arbeiders de toegang tot onderwijs wordt
onthouden?
3. Antwoord
Ja.
4. Vraag
Bent u bereid om in het regulier overleg met uw counterparts in de
landsregering van de Antillen deze zaak aan de orde te stellen en hun
te vragen om voor de wijziging van het Koninkrijksstatuut de situatie
op Sint Maarten in overeenstemming te brengen met de bepalingen van
het VN-Verdrag ter bescherming van de rechten van het kind?
4. Antwoord
Er staat in oktober een bestuurlijk overleg gepland met zowel het Land
als de eilandgebied over een nieuw onderwijs- en jeugdprogramma. Ik
zal bij deze gelegenheid deze kwestie zowel bij minister Leeflang als
bij de gedeputeerde onderwijs van Sint Maarten, mevrouw Wescot
aankaarten.
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties