OM eist twee jaar tegen brandstichter sporthal Lewenborg
Groningen, 13 september 2007
Het Openbaar Ministerie heeft donderdagmiddag twee jaar
gevangenisstraf, waarvan een half jaar voorwaardelijk en een proeftijd
van drie jaren, geëist tijdens de rechtzaak tegen een 19-jarige man
uit Groningen. De Stadjer wordt verdacht van betrokkenheid bij het
plegen van de brand van een sporthal in de wijk Lewenborg in
Groningen. De brand werd in de avonduren van 29 april 2007 gesticht.
Het OM dicht de Stadjer hierbij een hoofdrol toe. De vier minderjarige
verdachten zullen zich op maandag 8 oktober voor de kinderrechter
moeten verantwoorden. Zij worden verdacht van het medeplegen van de
brand.
Het OM baseert de verdenkingen op grond van getuigenverklaringen,
verklaringen van medeverdachten en het technische en tactische
onderzoek. Allereerst zijn de verklaringen van twee getuigen een
belangrijk onderdeel in het bewijs. Beide getuigen spreken over een
lange man die zich in een groepje jongens bevond. De verdachte is 1.91
meter en ongeveer 20 à 30 centimeter langer dan de andere jongeren.
De getuigen hebben verklaard dat de lange man een brandbom naar de
sporthal gooide, waarna een steekvlam ontstond. Twee van de vier
medeverdachten hebben verklaard dat hun 19-jarige vriend een
molotov-cocktail op het platte dak van het materialenhokje van de
sporthal heeft gegooid. Vervolgens sloeg het vuur over op de sporthal.
Evacuatie
De officier van justitie is van oordeel dat door de brand gemeen
gevaar voor zowel personen als goederen is ontstaan. Beide getuigen
werden door het gooien van het brandbare projectiel in gevaar
gebracht. Dit omdat beiden zich tijdens de worp tussen de verdachte en
de sporthal bevonden. Het projectiel had hun evengoed kunnen raken.
Gezien het tijdstip (22.00) bestond bovendien de mogelijkheid dat er
nog mensen in de sporthal aanwezig waren. Door de brand is
uiteindelijk de gehele sporthal afgebrand. Door de ernstige
rookontwikkeling moest de Mercatorflat worden ontruimd. De in dit
verpleeg- en verzorgingshuis gehuisveste bejaarden moesten daardoor
worden geëvacueerd. Zij konden door de rook en hun kwetsbare
gezondheid niet in hun woningen blijven.
De gemeente Groningen heeft als eigenaar van de sporthal een vordering
ingediend van ruim 480.000 euro. Het OM is van oordeel dat de
vordering kan toegewezen worden, omdat de schade rechtstreeks door de
brand is ontstaan.
De officier van justitie is van mening dat de verdachte door zijn
onbezonnen daad voor veel onrust en voor gevoelens van onveiligheid
heeft gezorgd. Hij heeft de molotov-cocktail gemaakt, het idee
geopperd en de daad bij het woord gevoegd door het projectiel te
gooien. Door de deskundigen zijn geen psychiatrische afwijkingen bij
de verdachte geconstateerd. Hij is wel eerder met politie en justitie
in aanraking geweest voor lichtere strafbare feiten. De Stadjer heeft
zijn getrokkenheid bij de brand steeds ontkend, maar tijdens de
rechtzitting bekende hij alsnog het gooien van de molotov-cocktail.
Het OM vindt ondanks deze bekentenis dat de kans op herhaling groot
is, omdat de verdachte geen verantwoording wil afleggen over zijn
handelen.
Compliment
De officier van justitie complimenteerde tijdens de zitting het
rechercheteam van Regiopolitie Groningen. Zij was buitengewoon te
spreken over de grote inzet en vasthoudendheid van het team. Daarnaast
was de officier vol lof over het aangeleverde proces-verbaal. De
rechtbank zal over veertien dagen, op donderdag 27 september,
uitspraak doen in deze zaak.
Openbaar Ministerie