Vereniging Milieudefensie
Europa stemt over toelating landbouwgif
Stemgedrag Nederlandse Europarlementariërs op actiesite
Amsterdam, 5 september 2007 - Op woensdag 12 september stemt de
milieucommissie van het Europees Parlement over nieuwe wetgeving voor
de toelating van landbouwgif. Milieudefensie maakt vanaf vandaag op
Weetwatjeeet.nl zichtbaar hoe de vier Nederlandse Europarlementariërs
in de commissie stemmen. Op de site kunnen burgers de parlementariërs
oproepen om te stemmen voor een verbod op risicovolle
bestrijdingsmiddelen en een betere bescherming van kwetsbare groepen
zoals (ongeboren) baby's en kinderen.
Uit een grote opiniepeiling in opdracht van de Europese Commissie is
gebleken dat Europese burgers zich ten aanzien van voedselveiligheid
het meest bezorgd maken over resten van landbouwgif in groenten en
fruit. Met de actiewebsite Weetwatjeeet.nl biedt Milieudefensie
burgers de gelegenheid om hun zorgen over dit onderwerp direct kenbaar
te maken aan hun volksvertegenwoordigers.
In Nederland is het bestrijdingsmiddelengebruik nog steeds erg hoog;
samen met België gebruikt ons land het meeste gif per hectare ter
wereld. Bestrijdingsmiddelen worden dan ook nog steeds in hoge
gehaltes aangetroffen in water, bodem en lucht. Dit is slecht voor het
milieu en de daarin aanwezige planten en dieren, maar óók slecht voor
de mens. Steeds meer onderzoeken tonen aan dat bestrijdingsmiddelen
kankerverwekkend, hormoonverstorend of neurotoxisch zijn, ook al
blijven zij onder de huidige vastgestelde gezondheidsnormen. Van veel
stoffen zijn de exacte gevolgen voor mens, dier en milieu onvoldoende
bekend. In hoeverre verschillende stoffen elkaar versterken of voor
nieuwe effecten zorgen, is nog minder bekend. Daarom is het
buitengewoon belangrijk om verdachte bestrijdingsmiddelen van de markt
te weren.
Milieudefensie vraagt de parlementariërs ervoor te zorgen dat alle
stoffen die schadelijk lijken voor de gezondheid en stoffen die zich
ophopen in de voedselketen, niet toe te laten. Ten tweede zouden
kwetsbare bevolkingsgroepen beter beschermd moeten worden tegen de
effecten van bestrijdingsmiddelen. Zich ontwikkelende foetussen,
baby's en kinderen kunnen door hun specifieke dieet en snelle groei
van hersenen en organen extra kwetsbaar zijn. Ten derde dienen alle
gevaarlijke of verdachte stoffen waarvoor minder gevaarlijke
alternatieven bestaan, vervangen te worden. Ten slotte zouden
bestrijdingsmiddelen op regelmatige tijden geëvalueerd en zo nodig uit
de markt gehaald moeten worden. In het bijzonder wanneer nieuwe
wetenschappelijke inzichten aangeven dat de gezondheid of bescherming
van het milieu mogelijk in het geding is.