Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ)
Vakblad G: Zorg voor de jeugd: `opgejutte' hulp of ingrijpen voor
veiligheid?
6 september 2007
De Nederlandse jeugd behoort tot de gelukkigste ter wereld. Toch maken
ouders zich sneller zorgen dan vroeger. Zijn opvoeders eigenlijk nog
wel goed toegerust voor hun rol? Moeten zij, als het misgaat,
`gemotiveerd worden om hulp te aanvaarden,' zoals minister Rouvoet in
G4/07 bepleit? Of wordt zo de verantwoordelijkheid van ouders te veel
overgenomen door `opgejutte' hulpverleners, zoals Marianne Goorhuis
van de Eigen Kracht Centrale vreest?
Overal is er de gezamenlijke wil van politici en professionals om
ouders en kinderen te helpen opvoeden en opgroeien. Dat blijkt ook
weer uit het jongste nummer van G, vakblad over gezondheid en
maatschappij, met als thema `rust, reinheid... ruimte!'. Toch komen in
de diverse artikelen fundamentele verschillen van inzicht naar voren
over doel en insteek van die hulp: over de zwaarte van de
problematiek, de benadering daarvan, de organisatie van het Centrum
voor Jeugd en Gezin of de rol van een elektronisch kinddossier.
`De veiligheid van het kind prevaleert boven het recht van de ouders
om hun eigen kind op te voeden,' stelt Rouvoet in de nieuwsrubriek van
G4/07. Maar in een artikel over het elektronisch kinddossier spreekt
hoogleraar jeugdrecht Mariëlle Bruning in dit verband over een
`veiligheidsutopie'. Volgens haar lijken ernstige incidenten de
legitimering te zijn voor een overkill aan paternalisme en controle
over opvoeding en kind in het algemeen. Ze wijst op risico's van
grootschalige screeningsprogramma's - veel kinderen die ten onrechte
over het hoofd worden gezien of juist onnodig verplicht worden tot
hulp - en pleit voor een focus op risicogroepen.
Hebben we te weinig vertrouwen in het zelflerend vermogen van
kinderen? Is het voor de ontwikkeling van een kind niet juist van
groot belang dat het de ruimte krijgt om te experimenteren, fouten te
maken, en niet steeds wordt bevoogd en bijgeschaafd? Geert Munnichs
(Rathenau Instituut), Nelleke Groenewegen (Nederlands Jeugdinstituut)
en Justine Pardoen (Ouders Online) verwoorden een vergelijkbare
boodschap: laat het kind zoveel mogelijk zijn eigen
verantwoordelijkheid bij het opgroeien. En niet te vergeten die van de
ouders, familie, vrienden of buren bij het opvoeden, eventueel
gesteund door een Eigen Kracht Conferentie, waarover G4/06 ook
uitgebreid rapporteert.
In discussies over het jeugdbeleid worden politici en professionals
vaak verleid door uniforme en integrale organisatiestructuren,
waarbinnen professionals screenen, adviseren en doorverwijzen. Maar
zijn dat geen oude oplossingen voor nieuwe vraagstukken? Of hebben we
die `oplossingen' nodig opdat de politiek zich kan verantwoorden
tegenover de veeleisende burger, en de professional op zijn beurt weer
tegenover de politiek? `Als er iets gebeurt, wordt direct met de
vinger gewezen naar het falen van de hulpverlening,' zoals jeugdarts
Annemiek van Woudenberg opmerkt.
Nieuwsgierig naar de dilemma's én de mogelijke uitwegen uit het `gedoe
vol goede bedoelingen` rond opgroeien en opvoeden? Lees G! Hét vakblad
over gezondheid en maatschappij.
Verder in dit nummer:
- blaasvoetbal: `kan Nederland voor gezond beleid veel leren van de
buren?'
- de beterende hand: hoe bevorder je veilig vrijen bij lager opgeleide
jongeren?
G - vakblad over gezondheid en maatschappij is een uitgave van de
samenwerkende organisaties GGD Nederland, het Nationaal Instituut voor
Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ) en de Nederlandse
Public Health Federatie (NPHF). G schrijft over de zorg voor de
gezondheid van de samenleving, die zich vaak afspeelt achter de
schermen, in de schaduw van de cure en de care. G: voor een gezonde
gemeenschap en een sluitende zorg. Kijk ook op www.g-online.nl.
Noot voor redactie (