Gemeente Utrecht
Schriftelijke vragen 2007, nr. 103 inzake vervolgvragen roetfilters.
2007 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
103 Vragen van de heer J.A. Kleuver
(ingekomen 11 september 2007)
De antwoorden op de schriftelijke vragen die D66 stelde over roetfilters op gemeentelijke voertuigen, hebben ons in goede orde bereikt. D66 is echter niet geheel tevreden met de beantwoording, ofschoon het een geruststellende wetenschap is dat de gebruikte roetfilters in Utrecht goed zijn voor het milieu en de volksgezondheid.
Met name vraag 1 is onvoldoende beantwoord, naar onze mening. D66 herformuleert de vragen teneinde de gewenste helderheid te krijgen.
1. Welk deel van het totale Utrechtse wagenpark dat op diesel rijdt beschikt over roetfilters? Wilt u bij het beantwoorden van deze vraag onderscheid maken in voertuigen boven de 3,5 ton GVW en voertuigen onder de 3,5 ton GVW? Waarom beantwoordde het college de eerste vraag van D66 in de vorige serie over roetfilters alleen voor de dienst reinigen en inzamelen?
2. Zijn open retrofit roetfilters beter dan helemaal geen roetfilters? Geldt dat ook voor personenauto's en lichte bestelauto's?
3. Als het zo is dat geen van de auto's onder de 3,5 ton GVW over een roetfilter beschikt of als er geen retrofitfilters geplaatst zijn, waarom is daar dan vanaf gezien? Ook deze filters komen toch in aanmerking voor subsidie, verstrekt door VROM, een rendement claimend van 30% tot 70%?
4. Als lichtere voertuigen geen roetfilters hebben, of nauwelijks roetfilters hebben, hoe rijmt u dat met de milieuambities van dit College?
---- --