12-9-2007
EUROPEES PARLEMENT WIL GEMEENSCHAPPELIJKE PROCEDURE VOOR TERUGKEER VAN
ILLEGALEN
Gedurende bijna twee jaar heeft europarlementariër Jeanine
Hennis-Plasschaert namens de Europese liberalen hard gewerkt aan een
compromistekst voor de zgn. terugkeerrichtlijn.
Doel van de richtlijn is het vaststellen van gemeenschappelijke normen
en procedures in de lidstaten als het gaat om de terugkeer van
illegalen, uitzetting, het gebruik van dwangmaatregelen,
inreisverboden en de onderlinge erkenning van verwijderingsbesluiten.
Vandaag is hierover gestemd in de parlementaire commissie Justitie,
Vrijheid en Veiligheid. Het Europees Parlement heeft in deze
medewetgevende bevoegdheid.
Over nut en noodzaak van een richtlijn als deze bestaat volgens
Jeanine Hennis-Plasschaert geen twijfel: "Een Europese Unie zonder
binnengrenzen maar waarbij gemeenschappelijke normen en procedures
voor de terugkeer van illegalen ontbreken, leidt tot misstanden,
onbegrip en onnodige secundaire migratiestromen. Vooralsnog hanteren
lidstaten totaal verschillende systemen voor de vrijwillige en/of
verplichte terugkeer. Een goed voorbeeld hiervan is de maximale
termijn die gehanteerd wordt voor detentie ofwel
vreemdelingenbewaring. Dit varieert van maximaal 32 uur tot 12 maanden
of überhaupt geen limiet zoals in het geval van o.a. Nederland. In de
compromistekst wordt een maximumtermijn van 18 maanden voorgesteld."
"Een helder terugkeerbeleid is een integraal en essentieel onderdeel
van de bestrijding van illegale migratie. Om tot betere operationele
samenwerking tussen de lidstaten te komen, en aldus de terugkeer in de
praktijk te vergemakkelijken, zijn gemeenschappelijke normen
noodzakelijk. Ook het massaal regulariseren van illegalen - zoals in
Spanje, Griekenland en sinds kort dus ook in Nederland - zouden
hiermee tot het verleden moeten behoren."
Het feit dat de onderhandelingen tussen de politieke fracties in het
Europees Parlement zo veel tijd in beslag hebben genomen, is met
name te wijten aan de opstelling van de Raad (de lidstaten). Alhoewel
de lidstaten reeds in 2002 groen licht gaven voor het vaststellen van
gemeenschappelijke normen en procedures, met inachtneming van de
mensenrechten en fundamentele vrijheden van de betrokkenen, werden de
discussies in de Raad tot voor kort gekenmerkt door allerhande
nationale heilige huisjes. Ook stelde de Raad zich op het standpunt
dat de gekozen benadering ´té humaan´ zou zijn. Het Portugees
voorzitterschap heeft nu alsnog aangekondigd om nog vóór het einde van
dit jaar tot een akkoord in 1e lezing te willen komen.
VVD