Wakker dier sleept landbouwministerie voor de rechter
(12 september 2007)
Wakker Dier spant een rechtszaak aan tegen het Landbouwministerie,
omdat zij al sinds april weigert informatie over misstanden rondom
veetransporten openbaar te maken. Terwijl het Landbouwministerie de
wettelijke taak heeft het vee tegen de veetransporteurs te beschermen
lijkt het ministerie vooral druk met het beschermen van malafide
veetransporteurs. Conform de Europese richtlijn 2005/1 moeten
transporteurs in `journaals' het aantal dieren dat tijdens
veetransporten doodgaat of gewond raakt, melden aan het
Landbouwministerie (VWA). Wakker Dier vermoedt een enorme toename van
het aantal gewonde en dode dieren doordat het transport van jonge
dieren als biggen, kalveren en geitenbokjes over grote afstanden de
laatste jaren explosief is gestegen, het VWA welzijnscontroles had
afgebouwd en nieuwe Europese regels niet handhaaft. Het
Landbouwministerie weigert echter in strijd met de Wet Openbaarheid
Bestuur inzage in de journaals. Wel heeft zij 7 september toegezegd
een overzicht te geven van overtredingen die bij controles aan het
licht zijn gekomen. Omdat echter amper controles plaatsvinden, geeft
dit echter geen beeld van het daadwerkelijke aantal misstanden.
Wakker Dier heeft al in april met een beroep op de Wet Openbaarheid
Bestuur inzage gevraagd in de journaals met gemelde calamiteiten.
Hoewel het ministerie uiterlijk in mei de gegevens diende te
verstrekken, reageerde zij pas in augustus op het verzoek van Wakker
Dier. Het ministerie weigerde de informatie in het geheel, zelfs in
geanonimiseerde vorm. Ze overtreedt hiermee de Wet Openbaarheid
Bestuur. Naast het indienen van bezwaar tegen dit besluit heeft Wakker
Dier daarom ook een voorlopige voorziening bij de rechtbank
aangespannen.
De laatste jaren is het gesleep met vooral jonge landbouwdieren enorm
toegenomen. De Nederlandse varkenssector is zich sterk gaan
specialiseren als `kraamkamer van Europa'. Jaarlijks worden miljoenen
biggen op een leeftijd van een paar weken op transport gezet naar
landen als Hongarije, Roemenië (waar varkenspest heerst), Kroatië en
Spanje alwaar ze vetgemest worden. In een paar jaar is dit gesleep met
biggen verdubbeld van 3 naar 6 miljoen.
Elk jaar sturen we hiervandaan een half miljoen lammeren naar de
slachtbank in het buitenland, terwijl we in Nederland voornamelijk
schapenvlees uit Nieuw-Zeeland eten. De meeste Nederlandse lammeren
worden levend versleept naar Frankrijk. Daar zijn de slachtkosten
lager en ook wordt een Franse herkomst van het vlees gesuggereerd voor
de Franse consument.
De sterk groeiende geitensector blijft jaarlijks met meer dan
honderdduizend geitenbokjes zitten, die als 'bijproduct' voor de
melkproductie geboren zijn. Deze bokjes worden na geboorte in een paar
weken vetgemest en vervolgens naar Zuid-Europese slachterijen
versleept.
Een half miljoen jonge kalveren worden jaarlijks uit landen als Polen
en Italië opgekocht om in Nederland in zes maanden vetgemest te
worden. Een groot deel wordt opzettelijk bloedarmoede toegebracht om
het kalfsvlees blank te houden. Nederland is het meest kalfdichte land
ter wereld.
De VWA had de handhaving van welzijnsregels voor de veesector
versoepeld met invoering van een `verlicht systeem' van zelfkeuring.
Daarnaast worden nieuwe Europese regels over welzijn bij
veetransporten niet nageleefd door ondermeer het toelaten van
veetransporten in de hitte of extreme kou.
Stichting Wakker Dier