bekend
Resultaten bloedonderzoek bewoners Meidoornlaan bekend
12 september 2007
In opdracht van de provincie Groningen heeft professor dr. P.J.J.
Sauer van het UMCG een bloedonderzoek uitgevoerd bij bewoners van de
Meidoornlaan in Winschoten. Omwonenden waren bezorgd over mogelijke
gezondheidsrisico's vanwege de bodemverontreiniging die de voormalige
stortplaats aan de Meidoornlaan heeft veroorzaakt. De conclusie van
het onderzoek is dat er geen sprake is van een bijzondere belasting
van de volwassen bewoners met de verontreiniging. Om deze conclusie
voor de doelgroep kinderen te kunnen bevestigen, is nader onderzoek
nodig.
Uit onderzoek daterend uit 2005 blijkt dat de bodem en het grondwater
in de omgeving van de voormalige stortplaats aan de Meidoornlaan sterk
verontreinigd zijn. Tegelijkertijd is geconcludeerd dat er geen
risico's voor de volksgezondheid zijn verbonden aan deze
verontreiniging. Deze conclusie werd bevestigd door de GGD.
De bewoners van de Meidoornlaan bleven desondanks bezorgd of de
aanwezigheid van de stortplaats en de verontreinigingen effect kan
hebben op hun gezondheid. Daarom heeft de provincie Groningen TNO
opdracht gegeven om in samenwerking met het UMCG een bloedonderzoek
uit te voeren bij enkele bewoners van de Meidoornlaan in Winschoten en
een referentiegroep van mensen die niet aan de Meidoornlaan wonen. Het
bloed is gecontroleerd op de aanwezigheid van 11 ftalaten en 5 zware
metalen; de verontreinigingen die in bodem en grondwater op en rond de
stortplaats Meidoornlaan zijn aangetroffen.
Prof.dr. Sauer van het UMCG heeft de resultaten van het onderzoek
maandagavond aan de bewoners gepresenteerd. De conclusie is dat er
geen sprake is van een bijzondere belasting van de volwassen bewoners
van de Meidoornlaan door de verontreinigingen.
De verontreinigingen zijn aangetoond in zowel het bloed van de
bewoners als in het bloed van de referentiegroep. De gevonden gehalten
aan zware metalen liggen rond het niveau dat bij andere onderzoeken
gevonden wordt. De gehalten aan ftalaten zijn bij de volwassenen lager
dan de gehalten die gemiddeld bij andere onderzoeken onder inwoners in
Nederland gevonden worden. De conclusie is daarom dat zich aan de
Meidoornlaan te Winschoten geen uitzonderlijke situatie voordoet.
Voor de doelgroep kinderen kan deze conclusie nog niet getrokken
worden. Dit komt doordat er in de landelijke onderzoeken geen kinderen
zitten, en de onderzoekers er ondanks de inzet van de bewoners ook
niet in zijn geslaagd om voor de eigen referentiegroep kinderen te
werven. De resultaten van de kinderen uit de Meidoornlaan kunnen
daardoor niet vergeleken worden met resultaten van andere kinderen.
Uit het onderzoek blijkt nu dat bij kinderen uit de groep bewoners
verhoogde gehalten van één van de 11 ftalaten (DEHP) zijn
aangetroffen. Professor Sauer gaf maandagavond aan dat hij verwacht
dat dit een normale situatie is, en dat kinderen over het algemeen een
hoger gehalte DEHP in hun bloed hebben. Kinderen komen namelijk vaak
in aanraking met deze ftalaten, o.a. omdat dit in veel speelgoed zit.
Om deze conclusie gebaseerd op feiten te kunnen trekken, is aanvullend
onderzoek nodig onder kinderen die niet in de Meidoornlaan wonen.
De bewoners zijn ongerust door deze uitkomst, ook doordat de bewuste
kinderen op de met ftalaten verontreinigde locatie wonen. Om deze
zorgen bij de bewoners weg te nemen, heeft de provincie opdracht
gegeven om dit uit te voeren. Voor het vervolg-onderzoek is maar een
kleine hoeveelheid bloed nodig, waardoor het gemakkelijker is hier
kinderen voor te werven. Omdat er wel toestemming gevraagd moet worden
bij de Medisch Ethische Commissie zal het onderzoek twee maanden in
beslag nemen.
De gemeente Winschoten is verantwoordelijk voor de sanering van de
voormalige vuilstort waarvan de sanering uiterlijk september 2008 moet
beginnen. In de gemeenteraad van oktober zal een beslissing genomen
worden over de uitvoering.
12 september 2007
Provincie Groningen