Nationale Ombudsman
Openbaar rapport
rapportnummer: 2007/195
datum: 12/09/2007
Verzoekschrift van
de heer S. te Leiden,
met een klacht over een gedraging van
de minister van Financiën
Bestuursorgaan:
De minister van Financiën.
dossiernummer
---
KLACHT
Verzoeker klaagt erover dat het met ingang van het belastingjaar 2007 niet meer
mogelijk zal zijn om voor de aangifte inkomstenbelasting gebruik te maken van een door
de Belastingdienst verstrekte diskette.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
I. Bevindingen
1. Verzoeker wendde zich in een brief van 30 januari 2007 tot de Nationale ombudsman
met een klacht over de minister van Financiën.
Verzoeker wees er op dat hij in zijn aangiftebrief inkomstenbelasting 2006 had gelezen
dat hij over het jaar 2006 voor het laatst gebruik kon maken van een door de
Belastingdienst verstrekte aangiftediskette en dat alleen nog aangifte zou kunnen worden
gedaan langs de weg van internet of op papier. Hij stelde dat het hebben van een
internetaansluiting niet vanzelfsprekend is en dat de Belastingdienst nog geruime tijd de
gelegenheid zou moeten bieden om met een diskette aangifte te doen.
Omdat verzoeker zijn klacht nog niet eerder aan de minister had voorgelegd, zond de
Nationale ombudsman zijn brief van 30 januari 2007 op 8 februari 2007 door aan de
minister van Financiën.
2. In een brief van 1 mei 2007 liet verzoeker de Nationale ombudsman weten dat hij op
zijn op 8 februari 2007 doorgezonden brief nog geen antwoord had ontvangen.
3. Op 16 mei 2007 verzocht de Nationale ombudsman de minister van Financiën op
verzoekers klacht te reageren. De Nationale ombudsman stelde daarbij de volgende
vragen:
1. "... Klopt het dat u voornemens bent voor de aangifte inkomstenbelasting 2007 geen
diskettes meer te verstrekken?
2. Zo ja, wat is daarvoor de reden?
3. Hoeveel diskettes zijn door de Belastingdienst verzonden ten behoeve van de
aangifte inkomstenbelasting 2005 en 2006?
4. Hoeveel belastingplichtigen hebben over de belastingjaren 2005 en 2006 voor hun
aangifte inkomstenbelasting gebruik gemaakt van een diskette (van henzelf, hun
partner of een derde)?
5. Is u bekend hoeveel van deze belastingplichtigen beschikken over een
internetaansluiting?
6. Hebt u onderzoek verricht naar de consequenties die de maatregel zal hebben voor
belastingplichtigen? Zo ja, wat waren daarvan de uitkomsten?
de Nationale ombudsman
dossiernummer 2007.05166
---
7. Hoe wordt de betrokken belastingplichtigen gevraagd aangifte inkomstenbelasting te
doen over 2007? Krijgen zij ongevraagd een papieren aangiftebiljet toegezonden?
8. Acht u het wenselijk dat de belastingplichtigen die tot nu toe aangifte deden per
diskette, in groten getale weer overgaan op een aangifte op papier?
9. Zo neen, hoe wilt u dat voorkomen?
10. Zijn er op het punt van het doen van aangifte inkomstenbelasting over 2007 nog
meer wijzigingen te verwachten?
4. De staatssecretaris reageerde op verzoekers klacht in een brief van 30 juli 2007. De
staatssecretaris schreef het volgende:
"... Allereerst bied ik (verzoeker N.o.) mijn verontschuldigingen aan voor het feit dat hij
nog geen reactie ontving op zijn brief van 30 januari 2007. Hierna ga ik in op de vragen
in uw brief.
Vraag 1.
Ja, dat klopt. Vanaf de aangifte inkomstenbelasting 2007 is het niet meer mogelijk om
aangifte te doen per diskette.
Vraag 2.
Daarvoor zijn een aantal redenen. Ten eerste is het niet meer rendabel om deze
mogelijkheid voor het doen van aangifte in stand te houden. Het gebruik van diskettes
neemt af. Dat komt mede doordat er steeds minder computers met een diskettestation
zijn. Voor de aangifte inkomstenbelasting over 2004 en 2005 nam het gebruik van
diskettes af met achtereenvolgens 27% en 28% ten opzichte van het jaar daarvoor.
Voor de aangifte over 2006 wordt uitgegaan van een afname met 30% ten opzichte van
2005.
Ten tweede heeft de overheid de DigiD verplicht gesteld. Het is technisch niet mogelijk
om deze DigiD te gebruiken bij een aangifte per diskette.
Verder heeft een diskette een beperkte opslagcapaciteit. Het aangifteprogramma wordt,
vooral door een toename van de hulpfuncties, te groot om het op diskette aan te bieden.
Vraag 3.
Het aantal diskettes dat in een jaar wordt verzonden is gelijk aan het gebruik aan
diskettes in het jaar daarvoor. Voor de aangifte over 2005 en 2006 verzond de
Belastingdienst respectievelijk 713.382 en 488.621 aangiftediskettes.
Vraag 4.
Over 2005 maakten 488.621 mensen gebruik van een aangiftediskette. Het gebruik over
2006 is nog niet bekend.
Vraag 5.
In 2007 voerde de Belastingdienst een grootschalig onderzoek uit onder burgers. Uit dit
onderzoek bleek dat 79% van de mensen die aangifte doen voor de inkomstenbelasting
de Nationale ombudsman
dossiernummer 2007.05166
---
over een internetaansluiting beschikt. Slechts 3% van die aangifteplichtigen heeft een
computer zonder internetaansluiting. De overige 18% heeft geen computer.
In 2006 is er onderzoek gedaan naar de vraag waarom belastingplichtigen via de
website van de Belastingdienst papieren aangiften en diskettes bestellen, ondanks dat
ze de beschikking over internet hebben. Uit dit onderzoek bleek dat 74% van de
bestellers van diskettes online aangifte kon doen, omdat zij beschikken over internet.
Op dit onderzoek kom ik terug bij vraag 6.
Vraag 6.
Bij het hiervoor genoemde onderzoek is aan de belastingplichtigen gevraagd wat zij
zouden doen als de diskette niet meer verkrijgbaar zou zijn. Dit gaf de volgende
uitkomst:
aangifteprogramma downloaden en via internet versturen 76 %
aangifteprogramma downloaden, opslaan op een eigen diskette en versturen 13 %
papieren formulier aanvragen en insturen 6 %
anders 2 %
weet niet 3 %
Vraag 7.
De belastingplichtigen ontvangen een specifieke aangiftebrief. Hierin worden zij
gewezen op de mogelijkheid om aangifte te doen via het programma op
www.belastingdienst.nl. Verder worden zij er op gewezen dat een papieren aangifte
eventueel ook mogelijk is.
Vraag 8 en 9.
Nee, dat acht ik niet wenselijk. De inschatting is dat dat ook niet gaat gebeuren. Zoals ik
hiervoor aangaf, blijkt uit een onderzoek dat driekwart van deze afnemende groep
aangifte gaat doen via internet. Door gerichte communicatie worden deze
belastingplichtigen gewezen op de mogelijkheid om aangifte te doen via internet.
Vraag 10.
Nee, er zijn geen grote wijzigingen..."
II. Beoordeling
5. Sinds een groot aantal jaren biedt de Belastingdienst belastingplichtigen de
mogelijkheid aangifte voor de inkomstenbelasting te doen door middel van een diskette.
De Belastingdienst verstrekt de belastingplichtige hiertoe desgevraagd in plaats van een
aangiftebiljet op papier een diskette waarop het aangifteprogramma is opgenomen,
evenals diverse hulp en rekenprogramma's die het invullen van de aangifte sterk
vereenvoudigen. Zo is een toelichting op de diverse vragen van de aangifte op de
diskette opgenomen, berekent het programma op de diskette de drempels voor diverse
aftrekposten en berekent het programma het terug te ontvangen of te betalen bedrag van
de te verwachten aanslag. Ook biedt de diskette de mogelijkheid dat partners
de Nationale ombudsman
dossiernummer 2007.05166
---
gezamenlijk aangifte doen. Het effect op de hoogte van de te verwachten aanslagen als
gevolg van de toerekening van aftrekposten of de grondslag voor de heffing in box drie
aan een van beide partners wordt eveneens direct zichtbaar gemaakt.
Na invulling kan de aangifte naar keuze van de belastingplichtige worden opgeslagen op
de betrokken diskette dan wel op een eigen diskette. De aangifte dient te worden
ondertekend met een door de belastingplichtige zelf gekozen, bij de Belastingdienst
gedeponeerde cijfercombinatie, de zogenaamde elektronische handtekening. De aldus
opgeslagen en ondertekende aangifte wordt bij de Belastingdienst ingediend door
toezending van de diskette. Voor eigen gebruik kan een afdruk op papier van de aangifte
worden gemaakt. De aangifte wordt opgeslagen in de computer van de belastingplichtige
en het aangifteprogramma op de diskette van het volgende jaar zoekt en gebruikt de nog
van belang zijnde gegevens uit de aldus opgeslagen aangiften voor de nieuwe aangifte.
6. Aannemelijk is dat het bovenomschreven gebruik van de aangiftediskettes in het
voordeel heeft gewerkt van zowel de Belastingdienst als de belastingplichtige. De
Belastingdienst ontving dusdoende immers een groot aantal aangiften op een wijze die
eenvoudige elektronische invoer in de systemen van de Belastingdienst mogelijk maakte
en de belastingplichtige profiteerde van de aanwezigheid van de diverse hulp en
rekenprogramma's bij het invullen van de aangifte.
7. In de loop der jaren is op relatief grote schaal gebruik gemaakt van de mogelijkheid om
met een diskette aangifte te doen. Uit het beheersverslag dat de Belastingdienst jaarlijks
opstelt, is het volgende overzicht te halen:
Jaar aantal ontvangen aangiftes waarvan per diskette in procenten
2001 7.917.000 791.700 10
2002 8.393.000 2.266.110 27
2003 6.800.000 2.312.000 34
2004 7.135.000 1.926.450 27
2005 9.056.000 1.811.200 20
2006 9.705.000 1.164.600 12
De staatssecretaris spreekt in zijn reactie op de klacht de verwachting uit dat het aantal
per diskette in te dienen aangiften in 2007 (belastingjaar 2006) opnieuw zal dalen, en wel
met 30 %. Dit zou betekenen dat bij overigens ongewijzigde omstandigheden in 2007 een
aantal van 814.800 aangiften per diskette zou mogen worden verwacht.
In de hierboven genoemde jaren steeg het aantal via internet ingediende aangiften van
13% in 2001 tot 68% in 2006. Dat wil zeggen een stijging van ruim 1 miljoen aangiften in
2001 tot 6,6 miljoen in 2006 die via het internet werden ingediend. Het aantal handmatig
ingediende aangiften daalde in die jaren van 6,1 miljoen (77%) in 2001 tot 1,4 miljoen
(14%) in 2006.
de Nationale ombudsman
dossiernummer 2007.05166
---
8. Uit de reactie van de staatssecretaris op de klacht komt naar voren dat voor de
aangiften over 2005 en 2006 door de Belastingdienst respectievelijk 713.382 en 488.621
aangiftediskettes zijn verzonden. Nu met die diskettes in deze jaren 1,8 en 1,2 miljoen
aangiften zijn gedaan, blijkt dat met één diskette een veel groter aantal aangiften kan
worden verzorgd en dat dit in de praktijk ook gebeurt doordat bijvoorbeeld hulpverleners
met één diskette een groot aantal klanten kunnen bedienen.
9. De Belastingdienst heeft aangekondigd ten behoeve van de aangifte
inkomstenbelasting over 2007 geen aangiftediskettes meer te zullen maken en
verzenden.
De staatssecretaris voert hiervoor in zijn reactie op de klacht een aantal redenen aan.
De staatssecretaris stelt in de eerste plaats dat het niet meer rendabel is om deze
mogelijkheid voor het doen van aangifte open te houden omdat er steeds minder gebruik
van wordt gemaakt. De staatssecretaris wijst er voorts op dat steeds meer computers niet
meer beschikken over een diskette station. De staatssecretaris heeft daarbij kennelijk het
oog op nieuw aangeschafte computers.
De staatssecretaris merkt voorts op dat de overheid het gebruik van DigiD verplicht heeft
gesteld. Met DigiD kunnen burgers en bedrijven met één inlogcode bij elektronische
diensten van steeds meer overheidsinstellingen terecht. DigiD staat voor Digitale
Identiteit. Het is een gemeenschappelijk systeem van en voor de overheid.
Overheidsinstellingen kunnen met DigiD de identiteit vaststellen van burgers en bedrijven
die gebruik maken van hun elektronische diensten.
Verder noemt de staatssecretaris de beperkte opslagcapaciteit van een diskette als
bezwaar om door te gaan met de verstrekking van aangiftediskettes. Het
aangifteprogramma wordt door de toename van het aantal hulpfuncties te groot om op
diskette te kunnen aanbieden.
10. Het vereiste van adequate organisatorische voorzieningen houdt in dat
bestuursorganen hun administratieve beheer en organisatorisch functioneren inrichten op
een wijze die behoorlijke dienstverlening aan burgers verzekert. Dit vereiste impliceert
dat serviceverlening aan de burger en voorzieningen ten behoeve van de burger niet al te
abrupt en zonder het bieden van een gelijkwaardig of beter alternatief worden beëindigd.
11. De hierboven geschetste feiten en omstandigheden brengen de Nationale
ombudsman tot het oordeel dat de door de staatssecretaris voorgestane beëindiging van
de verstrekking van aangiftediskettes te abrupt is en een inbreuk vormt op het vereiste
van adequate en organisatorische voorzieningen.
Meer dan een miljoen belastingplichtigen hebben hun aangifte in 2006 ingediend met
gebruikmaking van de diskette en naar verwachting hebben meer dan 800.000
belastingplichtigen dat gedaan in 2007.
Uit de hierboven weergegeven cijfers kan weliswaar worden afgeleid dat het gebruik van
de aangiftediskette in relatieve zin afneemt, dit neemt niet weg dat in absolute zin nog
steeds veel belastingplichtigen om welke reden dan ook de voorkeur geven aan de
diskette boven andere wegen die openstaan voor het doen van aangifte. De
staatssecretaris wijst er nog op dat steeds meer computers niet meer beschikken over
de Nationale ombudsman
dossiernummer 2007.05166
---
een diskettestation. Er is echter geen reden om aan te nemen dat de bezitters van een
computer met diskettestation deze allemaal op korte termijn zullen vervangen door een
nieuwe computer zonder een dergelijk station.
12. De bevindingen uit het door de staatssecretaris genoemde onderzoek van de
Belastingdienst doen aan het onder 7. overwogene niet af. Uit dit onderzoek is naar
voren gekomen dat een aanzienlijk deel van de belastingplichtigen die nu gebruik maken
van de aangiftediskette, ook aangifte zou kunnen doen via het internet. Vastgesteld moet
echter worden dat zij van deze mogelijkheid tot nu toe geen gebruik hebben willen maken
en de voorkeur hebben gegeven aan het doen van aangifte op diskette. Tenslotte is van
belang dat er ook een in absolute zin nog steeds aanzienlijke groep is die niet in staat is
aangifte te doen via internet in plaats van de diskette omdat zij niet beschikken over een
internetaansluiting. Met name voor deze groep geldt dat er geen sprake is van een
gelijkwaardig of beter alternatief voor de diskette. Aan bovenstaande realiteit kan naar
het oordeel van de Nationale ombudsman vanuit een oogpunt van klantgerichtheid niet
zonder meer worden voorbij gegaan. Overwegingen van rendement mogen daarbij niet
eenzijdig de doorslag geven. De Belastingdienst moet ervan uitgaan dat de keuze van
deze belastingplichtigen vaak een bewuste is geweest, verband houdende met
bijvoorbeeld de leeftijd, de financiële situatie, moeilijkheden bij of onbekendheid met het
gebruik van internet, en het ervaren gemak en de betrouwbaarheid van de diskette.
13. Het door de staatssecretaris genoemde argument dat de overheid inmiddels het
gebruik van DigiD verplicht heeft gesteld, behoeft aan het gebruik van de aangiftediskette
niet in de weg te staan. DigiD is opgezet als inlogcode bij het elektronisch verkeer tussen
burger en overheid. Van elektronisch verkeer is bij het gebruik van een diskette echter
geen sprake. Een ingevulde diskette wordt in het algemeen per post opgestuurd naar de
Belastingdienst. In dit opzicht is een diskette veeleer te vergelijken met een papieren
aangifte die eveneens per post wordt ingediend, met dit verschil dat de gegevensdrager
verschillend is. Verwijzing naar DigiD in dit verband is dan ook misleidend.
14. Bij bovenstaande beoordeling is de Nationale ombudsman ervan uitgegaan dat het
mogelijk is in alle redelijkheid een oplossing te vinden voor het door de staatssecretaris
naar voren gebrachte probleem van de beperkte opslagcapaciteit op een diskette. Zoals
het ook de afgelopen jaren mogelijk is geweest het programma op een diskette te zetten.
Een dergelijke oplossing zou kunnen bestaan uit het beperken van de groei van de op te
nemen hulpprogramma's en vormen van comprimeren van informatie.
De onderzochte gedraging is niet behoorlijk. Dit oordeel geeft aanleiding tot het doen van
een aanbeveling.
de Nationale ombudsman
dossiernummer 2007.05166
---
CONCLUSIE
De klacht over de onderzochte gedraging van de minister van Financiën, is gegrond
wegens schending van het vereiste van adequate organisatorische voorzieningen.
AANBEVELING
De minister van Financiën wordt in overweging gegeven door te gaan met het
verstrekken van de aangiftediskettes inkomstenbelasting over het jaar 2007 en 2008.
In de tussentijd zal gekeken moeten worden naar een adequate service voor
belastingplichtigen die gebruik maken van diskettes.
DE NATIONALE OMBUDSMAN,
dr. A.F.M. Brenninkmeijer
de Nationale ombudsman
dossiernummer 2007.05166
---
ONDERZOEK
Op 1 mei 2007 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer S. te
Leiden, met een klacht over een gedraging van de minister van Financiën. Naar deze
gedraging werd een onderzoek ingesteld.
In het kader van het onderzoek werd de staatssecretaris verzocht op de klacht te
reageren en een afschrift toe te sturen van de stukken die op de klacht betrekking
hebben.
Tevens werd de staatssecretaris een aantal specifieke vragen gesteld.
Het resultaat van het onderzoek werd als verslag van bevindingen gestuurd aan
betrokkenen.
Verzoeker deelde mee zich met de inhoud van het verslag te kunnen verenigen.
Het Ministerie van Financiën berichtte dat het verslag hem geen aanleiding gaf tot het
maken van opmerkingen.
INFORMATIEOVERZICHT
De bevindingen van het onderzoek zijn gebaseerd op de volgende informatie:
1. Het verzoekschrift van 1 mei 2007.
2. De reactie van 30 juli 2007 van de minister van Financiën.
3. het Beheersverslag Belastingdienst 2005 en 2006.
de Nationale ombudsman
dossiernummer 2007.05166