Reactie op brief GGZ Nederland over snelle invoering Richtlijn Opiaatonderhoudsbehandeling (RIOB),
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
VGP-CB-U-2777033
11 september 2007
GGZ Nederland heeft de Vaste Commissie voor VWS op 20 april 2007 een
brief gestuurd waarin ze aandringt op het snel invoeren van de
richtlijn voor de opiaatonderhouds-behandeling van verslaafden. Bij de
brief van 6 juni 2007 heeft de Vaste Commissie voor VWS mijn reactie
hierop gevraagd.
Ik wil u graag de achtergrond van dit verzoek schetsen en aangeven wat
mijn voornemens zijn op dit terrein.
De Inspectie heeft in 2004 een vrij negatief rapport uitgebracht over
de methadonbehandeling in Nederland: de methadonposten beperkten zich
vooral tot het verstrekken van het middel methadon en de patiënten
kregen niet de overige medische zorg die ze nodig hadden. Eén van de
aanbevelingen van de Inspectie was het laten ontwikkelen van een
richtlijn voor methadonbehandeling (algemener:
opiaatonderhoudsbehandeling) waarin met name werd voorzien in een
grotere rol voor verpleegkundigen en artsen.
Mijn voorganger heeft de ontwikkeling van deze richtlijn
gesubsidieerd, als onderdeel van het programma Resultaten Scoren, het
kwaliteits- en ontwikkelingsprogramma voor de verslavingszorg. In 2006
heeft GGZ Nederland deze richtlijn (de RIOB) aangeboden aan VWS.
Methadonbehandeling volgens deze richtlijn betekent uiteindelijk
jaarlijks EUR 55,5 mln. meerkosten ten opzichte van de huidige
situatie (een vervijfvoudiging van de huidige kosten). Pas bij het
aanbieden van de richtlijn kon de sector duidelijkheid geven over de
omvang van de meerkosten.
Het verzoek van de verslavingszorg om de methadonbehandeling op te
zetten volgens de ontwikkelde richtlijn, neem ik serieus. Ik wil samen
met de betrokken partijen kijken naar een realistische inschatting van
het benodigde bedrag.
Gezien de beperkte financiële ruimte voor de zorg, is EUR 55,5 mln.
extra voor zorg aan methadoncliënten momenteel niet haalbaar.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
dr. A. Klink